Parket bij de Hoge Raad, 27-11-2020, ECLI:NL:PHR:2020:1129, 20/01340
Parket bij de Hoge Raad, 27-11-2020, ECLI:NL:PHR:2020:1129, 20/01340
Gegevens
- Instantie
- Parket bij de Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 27 november 2020
- Datum publicatie
- 6 januari 2021
- ECLI
- ECLI:NL:PHR:2020:1129
- Formele relaties
- Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2021:101, Gevolgd
- Zaaknummer
- 20/01340
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Gerechtvaardigd vertrouwen van werknemer dat arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen voor bepaalde tijd van een jaar dan wel voor onbepaalde tijd?
Conclusie
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Zitting 27 november 2020
CONCLUSIE
R.H. de Bock
In de zaak
[verzoeker]
mr. M.J. van Basten Batenburg
tegen
Stichting [verweerster]
mr. A.H.M. van den Steenhoven
In deze zaak hebben partijen afgesproken dat verzoeker tot cassatie een aantal diensten komt ‘meedraaien’ voordat hij zelfstandig aan de slag gaat in de functie van ‘floormanager’ bij een door Stichting [verweerster] geëxploiteerd poppodium. In de loop van de derde meedraaidienst is aan verzoeker tot cassatie meegedeeld dat hij niet terug hoefde te komen. Verzoeker tot cassatie heeft in deze procedure onder meer verzocht om toekenning van een billijke vergoeding en een gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging. Deze verzoeken zijn in twee instanties afgewezen. Naar het oordeel van het hof heeft verzoeker tot cassatie er niet redelijkerwijs op mogen vertrouwen dat, zoals hij heeft betoogd, met ingang van de eerste meedraaidienst sprake was van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een jaar dan wel voor onbepaalde tijd. Volgens het hof is sprake van een (voorafgaand aan de te sluiten arbeidsovereenkomst vallende) proefperiode. Tegen dit oordeel komt het cassatiemiddel (m.i. tevergeefs) op.
Feiten
In deze zaak kan van de volgende feiten worden uitgegaan, ontleend aan rov. 2.1 van de beschikking van het hof Den Haag van 14 januari 2020.1
Stichting [verweerster] (hierna: [verweerster]) exploiteert een poppodium in [A] te [plaats]. Verzoeker tot cassatie (hierna: [verzoeker]) heeft bij [verweerster] gesolliciteerd naar aanleiding van een vacature voor de functie van ‘floormanager’. Ten tijde van zijn sollicitatie had [verzoeker] geen werk en ontving hij een bijstandsuitkering. De vacaturetekst luidde – voor zover van belang – als volgt:
‘[verweerster] heeft meerdere floormanagers in dienst, die op roosterbasis leiding geven aan de horeca-exploitatie tijdens evenementen in de zalen [in [A] in [plaats]]. Onze nieuwe collega dient minimaal gemiddeld 1x per weekend beschikbaar te zijn, vanaf ca. 18:00 uur tot in de kleine uurtjes. Een combinatie met een horecafunctie op donderdag en/of vrijdag overdag in ons café [B] behoort tot de mogelijkheden.
ARBEIDSVOORWAARDEN
Inschaling conform de CAO voor Poppodia- en Festivals. (...)
(...)
Functieomschrijving
De floormanagers van [verweerster] zorgen dat alle voorkomende horeca- en kassawerkzaamheden die volgen uit de exploitatie van de popzalen professioneel en gastgericht worden uitgevoerd. Je weet op een inspirerende wijze leiding te geven aan (vrijwillige en betaalde) medewerkers van verschillende leeftijden en achtergronden. Ook voel je je prettig bij een grote diversiteit aan doelgroepen.
(...)