Parket bij de Hoge Raad, 24-02-2023, ECLI:NL:PHR:2023:224, 22/00967
Parket bij de Hoge Raad, 24-02-2023, ECLI:NL:PHR:2023:224, 22/00967
Gegevens
- Instantie
- Parket bij de Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 24 februari 2023
- Datum publicatie
- 24 februari 2023
- ECLI
- ECLI:NL:PHR:2023:224
- Formele relaties
- Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2023:1610, Gevolgd
- Zaaknummer
- 22/00967
Inhoudsindicatie
Arbeidsrecht. Cao-recht. Valt maaltijdbezorger Deliveroo onder de werkingssfeer van de cao voor beroepsgoederenvervoer over de weg? Uitleg van algemeen verbindend verklaarde cao; houdt Deliveroo zich bezig met het ‘tegen vergoeding geheel of ten dele vervoer verrichten anders dan van personen, over de weg of over andere dan voor het openbaar verkeer openstaande wegen’? Toepassing cao-norm; representativiteitsgegevens in het kader van avv-procedure objectief aanknopingspunt voor uitleg werkingssfeerbepaling? Passeren stelling dat avv-besluit onverbindend is vanwege ontoereikende representativiteitsgrondslag (art. 2 lid 1 Wet AVV); uitleg gedingstukken door feitenrechter.
Conclusie
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 22/00967
Zitting 24 februari 2023
CONCLUSIE
R.H. de Bock
In de zaak
Deliveroo Netherlands B.V.
advocaten: J.P. Heering en F.M. Dekker
tegen
Federatie Nederlandse Vakbeweging
advocaat: S.F. Sagel
1 Inleiding en samenvatting
Deze zaak gaat over de vraag of eiseres tot cassatie (Deliveroo) valt onder de werkingssfeer van de Cao Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen. De voor deze zaak relevante versies van de cao zijn algemeen verbindend verklaard. Op grond van de werkingssfeerbepaling in de cao is beslissend of de onderneming van Deliveroo zich bezig houdt met het ‘tegen vergoeding geheel of ten dele vervoer verrichten anders dan van personen, over de weg of over andere dan voor het openbaar verkeer openstaande wegen’. Zowel de rechtbank als het hof hebben geoordeeld dat Deliveroo hieraan voldoet en daarmee onder de werkingssfeer valt. Deliveroo is onder meer veroordeeld tot naleving van de algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen in de voor deze zaak relevante periodes.
De klachten bestrijden de uitleg door het hof van de werkingssfeerbepaling. Daarnaast wordt betoogd dat het hof ten onrechte voorbij is gaan aan het betoog van Deliveroo dat de besluiten waarin de relevante versies van de cao algemeen verbindend zijn verklaard onverbindend zijn. De klachten kunnen naar mijn mening niet slagen.
In een parallelle cassatieprocedure is de vraag aan de orde of Deliveroo valt onder de werkingssfeer van het verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfonds voor het beroepsvervoer over de weg. In die procedure wordt eveneens heden conclusie genomen (zaaknr. 22/00968).
2 Feiten
In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan, ontleend aan het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 21 december 2021, rov. 2.1 tot en met 2.6.1
Deliveroo is een onderneming die als bedrijfsactiviteit heeft het onderhouden van een digitaal platform waarop onafhankelijke restaurants maaltijden aanbieden die consumenten (zakelijk of privé) via dat platform kunnen bestellen. Daarnaast kunnen restaurants gebruikmaken van de bezorgservice die Deliveroo sinds september 2015 aanbiedt. Deliveroo zorgt er dan voor dat de bestelde maaltijd bij de consument wordt bezorgd. Voor de bezorging wordt aan de consument een vergoeding in rekening gebracht.
Federatie Nederlandse Vakbeweging (hierna: FNV) is een vereniging van werknemers die volgens de statuten het doel heeft de belangen van haar leden en andere werkenden te behartigen. FNV sluit in dat kader collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) af. Dit doet FNV ook in de sector vervoer en logistiek.
Vanaf september 2015 zijn er bij Deliveroo maaltijdbezorgers – hierna ook wel aan te duiden als ‘riders’ – op grond van een arbeidsovereenkomst in dienst geweest.
FNV heeft de controle op naleving van cao’s opgedragen aan de Stichting Vervoersbond Naleving Beroepsgoederenvervoer over de weg (hierna: VNB). VNB heeft bij brief van 14 september 2017 Deliveroo verzocht aan te tonen dat Deliveroo de Cao Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (hierna: de cao) naleeft.
De cao is in de periode van 12 februari 2015 tot en met 31 december 2016 en in de periode van 17 augustus 2017 tot en met 16 augustus 2019 bij besluiten van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: de minister) van respectievelijk 6 februari 2015 (Staatscourant 11 februari 2015, nr. 961) en 14 augustus 2017 (Staatscourant 16 augustus 2017, nr. 39465) algemeen verbindend verklaard. Deze besluiten worden hierna gezamenlijk aangeduid met “de avv-besluiten”.
In de cao’s die respectievelijk op 11 februari 2015 en 16 augustus 2017 in de Staatscourant zijn gepubliceerd is ten aanzien van de werkingssfeer een nagenoeg gelijkluidende bepaling opgenomen. In de cao die op 11 februari 2015 is gepubliceerd staat onder meer het volgende:
“Artikel 2 Werkingssfeer
1. Deze overeenkomst is van toepassing op:
a. Alle werkgevers en werknemers van in Nederland gevestigde ondernemingen die vergunningplichtig vervoer krachtens de Wet wegvervoer goederen (hierna Wwg), zoals deze laatstelijk is gepubliceerd op 28 juni 2013 (staatsblad 233), verrichten, en/of die tegen vergoeding geheel of ten dele vervoer verrichten anders dan van personen, over de weg of over andere dan voor het openbaar verkeer openstaande wegen.
b. (...)
2. a. De overeenkomst is niet van toepassing op ondernemingen die:
–een eigen CAO dienen toe te passen; ofwel
–een eigen bedrijfstak CAO dienen toe te passen; ofwel
–over een eigen vastgelegd arbeidsvoorwaardenpakket beschikken.
Daarbij worden de volgende voorwaarden gesteld:
–Het niveau van voorvermelde regelingen dient tenminste gelijkwaardig te zijn aan het niveau van de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen en;
–De hoofdactiviteit van de onderneming is een andere dan beroepsgoederenvervoer over de weg, logistieke dienstverlening of de verhuur van mobiele kranen.
b. De hoofdactiviteit van de onderneming is een andere dan beroepsgoederenvervoer over de weg, logistieke dienstverlening of de verhuur van mobiele kranen, wanneer in de regel niet meer dan 20% van de omzet met voornoemde activiteiten wordt gerealiseerd.
Maatgevend daarbij is de juridische eenheid waarvoor een vergunning beroepsgoederenvervoer is aangevraagd of toegekend, danwel waarbinnen de verhuur van mobiele kranen plaatsvindt.
c. Tevens zijn uitgezonderd ondernemingen, die in hoofdzaak gemeten naar de loonsom van het bedrijfbouwwerkzaamheden uitvoeren en tevens mobiele kranen exploiteren.”
3 Procesverloop
Bij inleidende dagvaarding van 27 juni 2018 heeft FNV Deliveroo gedagvaard voor de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. FNV heeft onder meer gevorderd, kort samengevat, (a) een verklaring voor recht dat de onderneming van Deliveroo valt onder de werkingssfeer van de cao, (b) een veroordeling van Deliveroo, op straffe van een dwangsom, tot naleving met terugwerkende kracht van de algemeen verbindend verklaarde cao in de periode van 26 februari 2015 tot 31 december 2016 en in de periode van 17 augustus 2017 tot 17 augustus 2019 en (c) een veroordeling van Deliveroo om aan FNV een bedrag van € 45.000,-- te betalen aan schadevergoeding op de voet van art. 3 Wet AVV.
Deliveroo heeft verweer gevoerd tegen de vorderingen in conventie en in reconventie gevorderd dat FNV wordt veroordeeld tot betaling van € 25.000,-- aan schadevergoeding aan Deliveroo vanwege het op niet redelijke grond verzoeken van een controle op de naleving van de artikelen 26 en 40 van de cao (art. 78 lid 1 onder e cao).
FNV heeft verweer gevoerd tegen de reconventionele vordering.
De kantonrechter heeft bij vonnis van 15 januari 20192 de hiervoor onder (a) en (b) weergegeven vorderingen in conventie toegewezen, alsmede de vordering onder (c) tot een bedrag van € 5.000,--, met afwijzing van het meer of anders gevorderde. De vordering in reconventie is afgewezen.
Deliveroo is van het in conventie gewezen vonnis in hoger beroep gekomen bij het hof Amsterdam. Deliveroo heeft in de memorie van grieven tien grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis, primair met afwijzing van de vorderingen van FNV en veroordeling van FNV tot terugbetaling van hetgeen Deliveroo ter uitvoering van dit vonnis heeft betaald, en subsidiair met vordering dat het hof de periode tot naleving van de algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen zal beperken tot januari 2018 of in ieder geval tot het moment (1 juli 2018) waarop al het vervoer over de weg is uitbesteed aan derden (zelfstandigen), een en ander met veroordeling van FNV in de proceskosten in beide instanties.
FNV heeft bij memorie van antwoord geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met veroordeling van Deliveroo in de proceskosten in hoger beroep.
Ter zitting van 14 april 2021 hebben partijen hun zaak bepleit bij het hof. Het hof heeft FNV daarna in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op het pleidooi van Deliveroo, waarin grotendeels een andere onderbouwing is gegeven aan de grieven dan in de memorie van grieven is aangevoerd.3 Deliveroo heeft vervolgens bij akte op de schriftelijke reactie van FNV gereageerd, waarna FNV nog een antwoordakte heeft genomen.
Bij arrest van 21 december 20214 heeft het hof het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd, met veroordeling van Deliveroo in de proceskosten in hoger beroep.
Deliveroo heeft tijdig cassatieberoep ingesteld.5 FNV heeft een verweerschrift ingediend, waarin zij heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. Partijen hebben hun standpunt schriftelijk toegelicht, waarna zij van repliek en dupliek hebben gediend.