Home

Parket bij de Hoge Raad, 23-08-2024, ECLI:NL:PHR:2024:837, 23/02993

Parket bij de Hoge Raad, 23-08-2024, ECLI:NL:PHR:2024:837, 23/02993

Gegevens

Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Datum uitspraak
23 augustus 2024
Datum publicatie
13 september 2024
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:837
Formele relaties
Zaaknummer
23/02993

Inhoudsindicatie

Arbeidsrecht. Kwalificeert rechtsverhouding tussen UMCG en beurspromovendi uit een bepaalde periode als arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7:610 BW? Besluit experiment promotieonderwijs (Stb. 2016, 3). Reikwijdte art. 7:615 BW (oud) en art. 134 Ambtenarenwet (oud) en (voorgangers) van art. 4.5 WHW. Gevolgen Wnra.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL

BIJ DE

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer 23/02993

Zitting 23 augustus 2024

CONCLUSIE

G.R.B. van Peursem

In de zaak

Academisch Ziekenhuis Groningen, mede h.o.d.n. Universitair Medisch Centrum Groningen

tegen

1. [verweerster 1]

2. [verweerder 2]

3. [verweerder 3]

4. [verweerster 4]

5. [verweerder 5]

en 39 anderen

Partijen worden hierna verkort aangeduid als (het) UMCG respectievelijk [verweerders]

1 Inleiding en samenvatting

1.1

Deze zaak gaat over de vraag of de overeenkomsten tussen [verweerders] en UMCG, die zijn gesloten tussen oktober 2016 en oktober 2018 en op grond waarvan [verweerders] promotieonderzoek uitvoer(d)en, moeten worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7:610 BW. Bij deze kwalificatievraag spelen in deze zaak twee bijzonderheden. De eerste is dat de overeenkomsten zijn gesloten tegen de achtergrond van het Besluit experiment promotieonderwijs1. De tweede bijzonderheid is dat de overeenkomsten zijn gesloten met het UMCG als publiekrechtelijke rechtspersoon. Het is de vraag of dergelijke rechtspersonen vóór de inwerkintreding per 1 januari 2020 van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (hierna: Wnra2) wel civielrechtelijke arbeidsovereenkomsten konden sluiten.De kantonrechter heeft geoordeeld dat de overeenkomsten niet kwalificeren als een arbeidsovereenkomst. Het hof oordeelt van wel, ook in de periode vóór 1 januari 2020. In cassatie worden door UMCG klachten gericht tegen de kwalificatie van de overeenkomsten als een arbeidsovereenkomst. Deze klachten zie ik geen doel treffen voor zover zij betrekking hebben op de periode vanaf 1 januari 2020, maar voor de daaraan voorafgaande periode wel.

2. Feiten 3

2.1

UMCG is een academisch, namelijk aan de Rijksuniversiteit Groningen (hierna: RUG) verbonden, ziekenhuis in de stad Groningen. In het Jaardocument 2018 staan de ‘Kernactiviteiten’ van UMCG benoemd, te weten (onder andere): - patiëntenzorg in de meest brede zin van het woord; - het verzorgen van een opleiding tot medisch specialist; - het verzorgen van medisch-wetenschappelijk onderwijs; en- het bijdragen aan de ontwikkeling en het verrichten van medisch wetenschappelijk onderzoek.

2.2

UMCG biedt in samenwerking met de RUG de bachelor- en masteropleiding geneeskunde aan. Daarnaast biedt UMCG de mogelijkheid tot het uitvoeren van promotieonderzoek. Dat vindt binnen UMCG plaats onder de Graduate School of Medical Sciences.

2.3

Al sinds (in ieder geval) 2001 biedt UMCG aan studenten de mogelijkheid de masterfase van hun studie te combineren met het uitvoeren van een promotieonderzoek. Dit wordt het MD/PhD-traject genoemd. Doel was en is dat onderzoek af te sluiten met een promotie.

2.4

Tot oktober 2016 werden de (tot het promotieonderzoek toegelaten) studenten aangesteld als student-assistent. Dat was, omdat UMCG een overheidsinstelling is, een ambtelijke aanstelling (in schaal 7).

2.5

Op 23 december 2015 trad het Besluit in werking. Het Besluit was de concrete uitwerking van de zogenoemde Bolognaverklaring van 19 juni 1999. Dat was een verklaring van de Europese ministers van onderwijs over de samenwerking op onderwijsgebied binnen Europa.

2.6

[verweerders] , destijds allen student, zijn in de periode van oktober 2016 tot oktober 2018 toegelaten tot het doen van promotieonderzoek. Zij werden niet meer aangesteld als student-assistent, maar met hen werd een overeenkomst gesloten. In die overeenkomst zijn zij aangeduid als ‘promotiestudent’. Daarin is verder het volgende bepaald:

“overwegende dat:

- de bedoeling van zowel het UMCG als de promotiestudent is gericht op het aangaan van een verbintenis waarbij het UMCG zich verplicht tot een zo goed mogelijke begeleiding van de promotiestudent bij het volgen van de promotieopleiding, met als belangrijk onderdeel de uitvoering van wetenschappelijk onderzoek en het schrijven van een proefschrift en de promotiestudent zich ertoe verbindt zich naar beste weten en kunnen in te zetten voor het volgen van de promotieopleiding en het behalen van een academische promotie;

- Partijen uitdrukkelijk niet beogen om een aanstelling dan wel een arbeidsovereenkomst (artikel 7:610 en verder van het Burgerlijk Wetboek) aan te gaan, dat evenwel titel 5 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (overeenkomsten) in beginsel onverkort van toepassing is;

- Partijen de voorwaarden waaronder de promotieopleiding wordt gevolgd in deze overeenkomst wensen vast te leggen;

komen het volgende overeen:

1 Doel

1. Partijen streven naar een academische promotie aan de Rijksuniversiteit Groningen (hierna te noemen RUG) als sluitstuk van de promotieopleiding volgens het in Hora Finita opgenomen Training en Supervision Plan (TSP) binnen de in artikel 5, lid 1 van deze overeenkomst gestelde termijn.

2. Tussen partijen bestaat overeenstemming over de inhoud van het TSP, dat deel uitmaakt van deze overeenkomst. Tussentijdse aanpassingen van het TSP zijn toegestaan indien partijen hiermee instemmen.

3. De promotie voor MD/PhD promotiestudenten wordt in combinatie, maar niet gelijktijdig, gerealiseerd met de master Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.

2 Inspanning UMCG

Het UMCG zal de in het TSP voorziene begeleiding en faciliteiten bieden en doen wat in haar vermogen ligt om een academische promotie voor de promotiestudent te bewerkstelligen en de promotiestudent hierbij zo goed mogelijk voor te bereiden op een loopbaan na de promotie. De faciliteiten die hierbij ter beschikking kunnen worden gesteld omvatten onder andere onderzoeksapparatuur, opleidingsmodules, congresbezoek en overige zaken die het UMCG in het kader van de opleiding nodig acht.

3 Begeleiding

4 Duur en opzegging (...)

5 Beurs

6 Nakoming

8 Geheimhouding

9 Andere activiteiten

10 Loonheffingen

3 Procesverloop

4 Inleiding

5 Bespreking van het cassatiemiddel

6 Conclusie