Home

Rechtbank Amsterdam, 17-06-2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:3649, 4741802

Rechtbank Amsterdam, 17-06-2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:3649, 4741802

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
17 juni 2016
Datum publicatie
22 juni 2016
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2016:3649
Zaaknummer
4741802

Inhoudsindicatie

kernbeding; wilsovereenstemming over prijs.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 4741802 \ CV EXPL 16-1754

vonnis van: 17 juni 2016

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,

eiser,

verschenen: in persoon,

t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde] ,

gevestigd te [plaats] ,

gedaagde,

gemachtigde: mr. K.Chr. Spee.

Eiser zal hierna [eiser] genoemd worden. Gedaagde zal hierna Response Concepts genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 31 maart 2016 waarbij een comparitie van partijen is gelast en

- het proces-verbaal van comparitie van 18 mei 2016.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1

[eiser] is eigenaar van een eenmanszaak handelend onder de naam Quades. Hij houdt zich bezig met arbeidsbemiddeling met name van IT-personeel.

2.2

[gedaagde] exploiteert onder de handelsnaam Response Concepts een leadgenerationbedrijf, waarin zij online consumentengegevens verzamelt die door opdrachtgevers bij marketing worden gebruikt.

2.3

In augustus 2015 is door bemiddeling van [eiser] , [naam 1] (hierna: [naam 1] ) bij Response Concepts in dienst getreden. Daarover heeft [eiser] in een e-mail van 17 augustus 2015 aan [naam 2] (hierna: [naam 2] ), een medewerkster van Response Concepts het volgende geschreven:

“Zoals zojuist telefonisch besproken kan ik jullie feliciteren met jullie nieuwe collega; [naam 1] .

(...)

Met [naam 3] (Rechtbank: bedoeld wordt [naam 3] , een medewerker van Response Concepts) heb ik afwijkende afspraken over de fee gemaakt, namelijk een fixed fee ad €7500,-. De factuur zal na indiensttreding van [naam 1] worden verstuurd.”

2.4

In antwoord daarop schrijft [naam 2] in een e-mail van dezelfde datum:

Helemaal top! Dankjewel.. En ik zie nog graag meer profielen verschijnen.”

2.5

Na een aantal dagen heeft [naam 1] zijn werkzaamheden bij Response Concepts gestaakt.

2.6

Op 11 september 2015 heeft [naam 4] , een medewerkster van [eiser] , aan [naam 2] een e-mail verstuurd waarin een afspraak voor een interview met een kandidaat wordt bevestigd en onder meer wordt geschreven:

“Voor de zekerheid stuur ik nog onze algemene voorwaarden als bijlage.”

2.7

Op dezelfde dag heeft [naam 2] deze e-mail beantwoord met:

Thanks!”

2.8

In oktober 2015 is [naam 5] , via [eiser] , in dienst getreden bij Response Concepts. Tussen partijen zijn geen nadere afspraken gemaakt over de bemiddelingsvergoeding die voor deze plaatsing zou gelden.

2.9

Op 13 oktober 2015 heeft [eiser] aan Response Concepts een factuur verzonden voor een bedrag van € 8.000,00 (€ 9.680,00 inclusief BTW) met als omschrijving: “Honorarium voor bemiddeling [naam 5].”

2.10

Op 3, 11 en 23 november heeft [eiser] tot betaling van deze factuur gemaand.

2.11

Op 23 november 2015 heeft [naam 2] een e-mail gestuurd aan [eiser] met onder meer de volgende inhoud:

Ik zie door de drukte het een en ander voorbij komen.. Maar ik geloof dat wij de fee op 5K hadden afgetikt?

2.12

Op 23 november 2015 heeft [eiser] in antwoord daarop aan [naam 2] een e-mail gestuurd met onder meer de volgende inhoud:

“We hebben nooit 5k afgetikt, dat was denk ik met een andere partij. Ik heb met [naam 3] een fixed fee van €7500 afgesproken voor de eerste plaatsing + een rit in de Lamborghini. Dat heb ik ook bevestigd in mijn email aan jou op 17-8-2015. Wij hebben toen een plaatsing gedaan met [naam 1] . Op de factuur die ik 18-8-2015 heb verstuurd is de introductiekorting van €500,- ook te zien.

[naam 1] is helaas in zijn eerste week gestopt. Uit coulance heb ik die factuur gelaten voor wat het is, terwijl we strikt genomen recht zouden hebben op 7/8e van de fee. [naam 5] is de 2e plaatsing waardoor er geen sprake is van een eerste plaatsing waardoor ik het fee bedrag op de minimum fee conform onze voorwaarden ad €8000,- heb gezet.”

2.13

De door [eiser] gehanteerde algemene voorwaarden (hierna: de AV) bepalen onder meer:

Artikel 3: Honorarium

3.1

Op het moment van Overeenstemming tussen Opdrachtgever en een Kandidaat is Opdrachtgever een honorarium over het Bruto Jaarsalaris van de desbetreffende Kandidaat verschuldigd aan Opdrachtnemer, conform de tarieven zoals omschreven in artikel 3.2, waarbij een minimumhonorarium geldt van een bedrag groot €8.000,-.

3.2

Bruto Jaarsalaris tot en met €75.000 25% honorarium

Bruto Jaarsalaris vanaf €75.000 tot en met €100.000 30% honorarium

Bruto Jaarsalaris vanaf €100.000,- 35% honorarium.”

2.14

Op 1 december 2015 heeft de gemachtigde van [eiser] Response Concepts tot betaling aangemaand.

3 Het geschil

3.1

[eiser] vordert veroordeling van Response Concepts tot betaling van een hoofdsom van € 9.680,00 vermeerderd met € 147,31 aan wettelijke handelsrente tot 4 januari 2016, de wettelijke handelsrente over de hoofdsom vanaf 4 januari 2016 en € 859,00 aan buitengerechtelijke kosten en veroordeling van Response Concepts in de kosten van de procedure.

3.2.

Aan die vordering legt [eiser] ten grondslag dat hij in opdracht van Response Concepts arbeidsbemiddelingsdiensten heeft verricht ingevolge welke [naam 5] bij Response Concepts in dienst is getreden. [eiser] heeft zijn AV diverse keren aan Response Concepts ter hand gesteld en ontvangst daarvan is namens Response Concepts op 11 september 2015 bevestigd. Op grond van die AV is een minimale fee van € 8.000,00 (exclusief BTW) verschuldigd door Response Concepts. Deze is op 13 oktober 2015 in rekening gebracht. Namens [eiser] zijn incassowerkzaamheden verricht; onder meer door sommatie door haar gemachtigde op 1 december 2015.

3.3

Response Concepts voert verweer. Response Concepts beroept zich ten eerste op de vernietigbaarheid van de AV (artikel 6:233 onder b Burgerlijk Wetboek (BW)), omdat deze niet bij het aangaan van de overeenkomst ter hand zijn gesteld en bestrijdt dat zij de voorwaarden ontvangen heeft. Subsidiair beroept zij zich erop dat de prijs een kernbeding is waarover de wilsovereenstemming niet kan worden aangenomen op de wijze die voor algemene voorwaarden geldt; artikel 6:231 BW bepaalt dat bedingen die de kern van de prestaties aangeven niet vallen onder de in die afdeling gegeven regels voor algemene voorwaarden. Over een kernbeding moet het bestaan van wilsovereenstemming volgens de normale regels worden vastgesteld. Meer subsidiair voert Response Concepts aan dat zij zich eerder op het standpunt heeft gesteld dat € 5.000,00 is overeengekomen en verzoekt zij de vordering tot dat bedrag te beperken.

3.4

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing