Rechtbank Amsterdam, 29-06-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:4788, KK EXPL 17-462
Rechtbank Amsterdam, 29-06-2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:4788, KK EXPL 17-462
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 29 juni 2017
- Datum publicatie
- 6 juli 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2017:4788
- Zaaknummer
- KK EXPL 17-462
Inhoudsindicatie
Kort geding. Eenzijdige wijziging bonusregeling niet toegestaan. Geen discretionaire bevoegdheid. CAO-norm.
Uitspraak
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 5952651 KK EXPL 17-462
vonnis van: 29 juni 2017
func.: 25
I n z a k e
1. [eiser sub 1] , wonende te [woonplaats]
2. [eiser sub 2] , wonende te [woonplaats]
3. [eiser sub 3] , wonende te [woonplaats]
4. [eiser sub 4] , wonende te [woonplaats]
5. [eiser sub 5] , wonende te [woonplaats]
6. [eiser sub 6] , wonende te [woonplaats]
7. [eiser sub 7] , wonende te [woonplaats]
8. [eiser sub 8] , wonende te [woonplaats]
9. [eiser sub 9] , wonende te [woonplaats]
10. [eiser sub 10] , wonende te [woonplaats]
11. [eiser sub 11] , wonende te [woonplaats]
12. [eiser sub 12] , wonende te [woonplaats]
13. [eiser sub 13] , wonende te [woonplaats]
14. [eiser sub 14] , wonende te [woonplaats]
15. [eiser sub 15] , wonende te [woonplaats]
16. [eiser sub 16] , wonende te [woonplaats]
17. [eiser sub 17] , wonende te [woonplaats]
18. [eiser sub 18] , wonende te [woonplaats]
19. [eiser sub 19] , wonende te [woonplaats]
20. [eiser sub 20] , wonende te [woonplaats]
21. [eiser sub 21] , wonende te [woonplaats]
22. [eiser sub 22] , wonende te [woonplaats]
23. [eiser sub 23] , wonende te [woonplaats]
24. [eiser sub 24] , wonende te [woonplaats]
25. [eiser sub 25] , wonende te [woonplaats]
26. [eiser sub 26] , wonende te [woonplaats]
27. [eiser sub 27] , wonende te [woonplaats]
28. [eiser sub 28] , wonende te [woonplaats]
29. [eiser sub 29] , wonende te [woonplaats]
30. [eiser sub 30] , wonende te [woonplaats]
31. [eiser sub 31] ,wonende te [woonplaats]
eisers
nader te noemen: [eisers gezamenlijk]
gemachtigden: mr. M.S.J. Top en mr. M. Hurks
t e g e n
gevestigd te Amsterdam
gedaagde
nader te noemen: Atos
gemachtigden: mr. R.S. de Vries en mr. M van Herderden
Bij dagvaarding van 10 mei 2017, hebben [eisers gezamenlijk] een voorziening gevorderd. Bij herstelexploit van 30 mei 2017 hebben [eisers gezamenlijk] enkele verbeteringen in de dagvaarding aangebracht en alsnog productie 11 in het geding gebracht.
Ter terechtzitting van 7 juni 2017 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [eisers gezamenlijk] is (deels) in persoon verschenen, vergezeld door de gemachtigden. Atos is verschenen bij [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] , vergezeld door de gemachtigden. Beide partijen hebben op voorhand stukken in het geding gebracht. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht aan de hand van pleitnotities. Na verder debat is de zaak aangehouden tot 14 juni 2017. Vervolgens hebben partijen vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Uitgangspunten
1. Als uitgangspunt geldt het volgende.
Atos is een van origine Frans IT-bedrijf; het hoofdkantoor staat in Parijs.
Atos Nederland B.V. (hierna Atos) maakt onderdeel uit van Atos Benelux & The Nordics (Atos BTN).
Op een deel van de werknemers van Atos zijn bonusregelingen van toepassing, Voor [eisers gezamenlijk] gaat het om het Incentiveplan Atos Nederland (hierna het Incentiveplan). De laatste versie daarvan is vastgesteld op 1 juli 2015 (versie 2.5).
Het Incentiveplan voorziet in een halfjaarlijkse bonus indien aan de in het plan gestelde doelstellingen wordt voldaan. Het gaat hierbij zowel om collectieve (afhankelijk van de door Atos BTN gemaakte winst) als om individuele (aan de hand van een Bonus Score Card (BSC) per werknemer) doelen.
Artikel 2 lid 3 van het Incentiveplan luidt:Het feit dat aan deze bonusregeling wordt deelgenomen mag niet worden beschouwd als een overeenkomst of toezegging dat de arbeidsovereenkomst van deelnemer voor de duur van de regeling wordt voortgezet. Het betekent evenmin een toezegging dat de deelnemer in navolgende perioden bonussen zal blijven ontvangen of in toekomstige jaren deelnemer aan de regeling zal blijven.
Artikel 5 van het Incentiveplan bevat een “strak tijdschema”, dat voorschrijft op welk moment welke stap in de halfjaarlijkse cyclus moet worden gezet. Volgens het plan dient in verband met de bonus voor het tweede halfjaar (hierna H2) in juli onder meer de BSC per deelnemer te worden opgemaakt.Onder 11 resp. 22 staat: Verkrijg CFO/CEO toestemming om de bonussen over de tweede helft van het voorgaande jaar uit te mogen betalen.
Per 1 juli 2016 is de heer [naam 1] (hierna [naam 1] ), daarvoor al werkzaam bij Atos, benoemd tot [functie] van Atos.
In november 2016 zijn de financiële doelstellingen voor H2 2016 voor de deelnemers aan het Incentiveplan vastgesteld (als bedoeld in artikel 5 Tijdschema van het Incentiveplan onder 14, juli). Op 3 november 2016 hebben
Op 16 december 2016 is de Centrale Ondernemingsraad (COR) door Atos geïnformeerd dat de bonus H2 2016 niet zal worden uitgekeerd.
Op 3 januari 2017 heeft [naam 1] door middel van een conference call de betrokken werknemers op de hoogte gesteld van voormeld besluit.
Bij e-mail van 12 januari 2017 heeft [naam 1] een nadere toelichting gegeven. Hierin staat onder meer:(...) het betekent dat we over H2 2016 geen bonus gaan uitbetalen aan management en medewerkers waarvan de scope van hun doelstellingen vooral BTN, Nederland of Finland betreft. (...) Wij bonusgerechtigde zijn met zijn allen verantwoordelijk voor de resultaten en ik vind het niet gepast om een drastische daling te belonen met een bonus. (...) Gezien de ernst van de bedrijfseconomische situatie van Atos in BTN ben ik ervan overtuigd dat het, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid, gerechtvaardigd is geen bonussen uit te betalen, temeer daar Atos BTN, en in het bijzonder Nederland en Finland, al enige semesters krimpt terwijl de markt voor IT weer groeit. Aan deelnemers aan het Nederlandse bonusplan zal ik in april 2017 een extra betaling doen van 2,33 van hun salaris over H2 2016 (dus 1,165% van hun jaarsalaris). Aan deelnemers van het Sr. Management bonusplan bied ik geen doekje voor het bloeden; zij zullen met mij het voortouw moeten nemen om de onderneming in Nederland weer gezond te maken. (...)
Op 23 februari 2017 heeft [naam 1] door middel van een presentatie de financiële situatie van Atos nader toegelicht.
Bij e-mail van 10 maart 2017 is [naam 1] ingegaan op door medewerkers geuite bezwaren.
Bij brief van 24 maart 2017 van de gemachtigde van [eisers gezamenlijk] is Atos gesommeerd tot nakoming van de bonusregeling.
[naam 1] heeft inmiddels toegezegd alsnog tot betaling van de bonus over H2 2016 over te gaan, indien de voorzichtig positieve ontwikkeling in de omzet en winst van Atos zich over heel 2017 voortzet. Uitbetaling zou dan in april 2018 plaatsvinden.
Vordering
2. [eisers gezamenlijk] vorderen dat Atos bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeeld zal worden:
het Incentiveplan van [eisers gezamenlijk] versie 2.5 in relatie tot de individueel toepasselijke BSC voor H2 2016 jegens [eisers gezamenlijk] na te komen;
aan [eisers gezamenlijk] op individueel niveau binnen 48 uur na betekening van dit vonnis een berekening te doen toekomen van de uit te betalen bonus H2 2016 aan de hand van de toepasselijke BSC, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat Atos niet aan deze veroordeling voldoet;
de bonus H2 2016 binnen 72 uur na betekening van dit vonnis aan [eisers gezamenlijk] uit te betalen, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en wettelijke rente vanaf de dag van betekening van het vonnis tot de algehele voldoening;
tot betaling van de proceskosten.
3. [eisers gezamenlijk] stelt hiertoe – kort gezegd – dat Atos door haar beslissing de bonus H2 2016 niet uit te betalen haar afspraken als neergelegd in de arbeidsovereenkomsten van [eisers gezamenlijk] , meer specifiek het Incentiveplan en de individuele BSC’s, niet nakomt.
4. Volgens [eisers gezamenlijk] beschikt Atos niet over de discretionaire bevoegdheid om, los van de criteria van het Incentiveplan, te beslissen dat de bonus niet wordt uitgekeerd. Voorts komt Atos volgens [eisers gezamenlijk] geen beroep op een eenzijdig wijzigingsbeding toe. Voor zover er sprake is van een eenzijdig wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst van de individuele werknemers, dit is slechts bij enkelen het geval, kan alleen een beroep op dat beding worden gedaan indien sprake is van een zwaarwichtig belang aan de zijde van Atos, waarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid het belang van de betrokken werknemer moet wijken. Daarvan is volgens [eisers gezamenlijk] geen sprake. Er is evenmin sprake van een voor alle betrokken werknemers geldend eenzijdig wijzigingsbeding gebaseerd op de bepaling in de Arbeidsvoorwaardengids waarin Atos zich het recht voorbehoudt om regelingen en bepalingen in te trekken en te wijzigen. [eisers gezamenlijk] hebben zich tevens verzet tegen de overige door Atos gestelde gronden, die de beslissing om de bewuste bonus niet uit te keren zouden rechtvaardigen.
5. De bedrijfseconomische- en financiële situatie van Atos is bovendien niet zodanig dat deze een beroep op een eenzijdig wijzigingsbeding, voor zover hiervan sprake is, rechtvaardigt, gelet op de door Atos over 2016 gerealiseerde winst van ca. € 15 miljoen. Het niet uitkeren van de bonussen levert slechts een besparing van € 2,5 miljoen op. Het vereiste zwaarwichtig belang aan de zijde van Atos ontbreekt derhalve.