Rechtbank Amsterdam, 19-04-2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:2629, 9619360617
Rechtbank Amsterdam, 19-04-2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:2629, 9619360617
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 19 april 2018
- Datum publicatie
- 1 mei 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2018:2629
- Zaaknummer
- 9619360617
Inhoudsindicatie
Overtreding van artikel 8 lid 5 WVW 1994, sprake van termijnoverschrijding, vormverzuim zonder gevolgen, nadeel niet onderbouwd door verdachte.
Uitspraak
vonnis
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 96/193606-17 en 96/204104-17 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 19 april 2018
Verkort vonnis van de politierechter Amsterdam, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1980,
wonende te [adres] .
1 Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 5 april 2018.
De politierechter heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R.C.G. van den Ancker . Verdachte is niet verschenen. Aan verdachte is verstek verleend.
2 De tenlastelegging
Aan verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 96/193606-17, hierna te noemen zaak 1, ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 20 augustus 2017 te Amsterdam, een voertuig, te weten
een tweewielige bromfiets heeft bestuurd, na gebruik van een in artikel 2,
van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer,
aangewezen stof en/of alcohol als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de
Wegenverkeerswet 1994, te weten cannabis, terwijl ingevolge een onderzoek
in de zin van artikel 8 van de WVW94 het gehalte in zijn bloed bij iedere
aangewezen stof en/of alcohol 2,42 milligram alcohol per milliliter bloed
en/of 2,6 microgram THC per liter bloed bedroeg, in elk geval (telkens)
zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die
aangewezen stoffen en/of alcohol afzonderlijk vermelde grenswaarde;
Aan verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 96/204104-17, hierna te noemen zaak 2, ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 6 oktober 2017 te Amsterdam, een voertuig, te weten
een tweewielige bromfiets, heeft bestuurd, na gebruik van een in artikel 2,
van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer,
aangewezen stof en/of alcohol als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de
Wegenverkeerswet 1994, te weten cannabis, terwijl ingevolge een onderzoek
in de zin van artikel 8 van de WVW94 het gehalte in zijn bloed van de bij die
stof vermelde meetbare stof en/of alcohol 3,0 microgram THC per liter
bloed en/of 735 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bedroeg, in
elk geval zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die
aangewezen stof en/of alcohol afzonderlijk vermelde grenswaarde;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 6 oktober 2017 te Amsterdam, als bestuurder van een
voertuig (tweewielige bromfiets), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig
gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij
een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van
de Wegenverkeerswet 1994, 735 microgram, in elk geval hoger dan 220
microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
3 De formele voorvragen
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De politierechter is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging. Er zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging.