Rechtbank Amsterdam, 11-09-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:7645, 7898598 KK EXPL 19-677
Rechtbank Amsterdam, 11-09-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:7645, 7898598 KK EXPL 19-677
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 11 september 2019
- Datum publicatie
- 29 oktober 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2019:7645
- Zaaknummer
- 7898598 KK EXPL 19-677
Inhoudsindicatie
Concurrentiebeding rechtsgeldig overeengekomen, geen schorsing concurrentiebeding, voorschot op boete wegens schending concurrentiebeding.
Uitspraak
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 7898598 KK EXPL 19-677
vonnis van: 11 september 2019
func.: 33618
I n z a k e
wonende te [woonplaats]
eiser in conventie, gedaagde in reconventie
nader te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. M.J. Goedhart
t e g e n
gevestigd te Amsterdam
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie
nader te noemen: Droomhuis360
gemachtigden: mr. P.C. van den Berg en mr. S.M. Meijer
Bij dagvaarding van 15 juli 2019, met producties, heeft [eiser] een voorziening gevorderd.
Ter zitting van 28 augustus 2019 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [eiser] is in persoon verschenen, vergezeld door zijn gemachtigde. Voor Droomhuis360 zijn verschenen de heer [naam 1] en de heer [naam 2] , vergezeld door de gemachtigden. Droomhuis360 heeft op voorhand een conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie, genomen. Nadien hebben beide partijen een nadere productie (productie 7) in het geding gebracht. Partijen hebben ter zitting, mede aan de hand van een pleitnota, hun standpunten toegelicht. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen ter zitting is besproken. Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Uitgangspunten
1. Als uitgangspunt geldt het volgende.
Droomhuis360 is een (grote) medialeverancier voor de makelaardij. Zij levert onder andere woningfotografie en video’s.
Met ingang van 12 februari 2018 is [eiser] bij Droomhuis360 als accountmanager in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van drie maanden.
In de arbeidsovereenkomst van [eiser] is in artikel 11 een non-concurrentiebeding en relatiebeding opgenomen. Deze luiden, voor zover hier van belang, als volgt:
“1. Het is werknemer niet toegestaan om gedurende 12 maanden na beëindiging van het dienstverband zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever, relaties en/of potentiele relaties van werkgever mee te nemen dan wel direct of indirect te benaderen met als doel om ten behoeve van deze relaties en/of potentiele relaties direct of indirect werkzaamheden te verrichten die verwant zijn met of soortgelijk zijn aan, dan wel concurrerend zijn met activiteiten die alsdan zijn of worden uitgeoefend door werkgever.
2.
Het is werknemer voorts niet toegestaan om gedurende 12 maanden na beëindiging van het dienstverband zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever, binnen Nederland in enigerlei vorm een bedrijf te vestigen, te drijven of mede te drijven die concurrerende, soortgelijke of aanverwante activiteiten ontplooit als de werkgever dan wel direct of indirect in een dergelijke onderneming betaald of onbetaald werkzaam te zijn of daarin of daarbij enig belang te hebben.
(…)
4.
Bovenbeschreven relatiebeding en non-concurrentiebeding worden overeengekomen vanuit de noodzaak de zwaarwegende bedrijfsbelangen van werkgever te beschermen. Werkgever is specialist op het gebied van het ontwikkelen van communicatiemiddelen voor de woningmakelaardij en onroerend goed branche in Nederland. Werkgever heeft in dat kader een unieke en innovatieve interface ontwikkeld op basis van de door Matterport ontwikkelde point cloud technologie. De producten en de dienstverlening die door werkgever worden ontwikkeld op basis van de door Matterport ontwikkelde point cloud technologie hebben een dusdanig uniek en innovatief karakter dat elke vorm van informatie daarover is onderworpen aan een strikt geheimhoudingsregime. Voor het bestaan van zijn onderneming is werkgever volledig afhankelijk van de door hem ontwikkelde producten en bijbehorende dienstverlening en de positie die werkgever inneemt in de markt waarop hij actief is. Werknemer heeft vanuit zijn dienstverband bij werkgever in de functie van accountmanager recente, specifieke, cruciale en essentiële kennis opgedaan en informatie tot zijn beschikking gekregen betreffende de innovatieve producten en diensten die werkgever aanbiedt. Om die reden heeft werkgever er een zeer groot belang bij dat werknemer gehouden wordt aan een non-concurrentiebeding zoals hierboven beschreven, teneinde te voorkomen dat concurrerende partijen soortgelijke of gelijke producten en diensten kunnen ontwikkelen op basis van de kennis die de werknemer vanuit zijn rol als account-manager meeneemt als hij in dienst treedt dan wie zich op een andere wijze verbindt aan een concurrerende partij. Daarnaast heeft werknemer de kennis van de producten en diensten van werkgever gebruikt om nieuwe klanten, zijnde makelaars uit heel Nederland, te benaderen teneinde opdrachten te verwerven. In dat kader heeft hij kennis opgedaan en informatie tot zijn beschikking gekregen betreffende de zakelijke relaties en potentiële relaties van werkgever en voorts zelf nauwe contacten onderhouden met deze zakelijke relaties individueel. Om die reden heeft werkgever er een zeer groot belang bij dat werknemer wordt gehouden aan een relatiebeding zoals hierboven beschreven, teneinde te voorkomen dat werknemer na einde dienstverband één of meer zakelijke relaties en/of potentiële relaties meeneemt, in welke vorm dan ook, naar een concurrerende partij waar hij in dienst treedt dan wel waaraan hij zich op andere wijze verbindt.
(…).”
In de arbeidsovereenkomst van [eiser] is in artikel 12 een geheimhoudingsbeding opgenomen. Deze luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“(…)
4. Werknemer zal zich, zowel gedurende de arbeidsovereenkomst als na beëindiging daarvan, onthouden van het doen van uitlatingen en/of het verrichten van handelingen die inbreuk maken of kunnen maken op de goede naam en/of reputatie van werkgever.”
In artikel 14 van de arbeidsovereenkomst van [eiser] is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
“Bij overtreding van het bepaalde in dit artikel 11, 12 en/of 13 verbeurt werknemer ten behoeve van werkgever een dadelijk opeisbare boete van € 5.000,- ineens per overtreding alsmede € 250,- voor elke dag dat werknemer in overtreding is, onverminderd zijn gebondenheid tot betaling aan werkgever van een volledige schadevergoeding, indien deze meer dan genoemd boetebedrag mocht belopen.”
Na afloop van de arbeidsovereenkomst op 12 mei 2018 is [eiser] bij Droomhuis360 werkzaam gebleven zonder dat partijen over de voortzetting van het dienstverband hebben gesproken.
Op 12 juni 2018 zijn partijen voor de duur van drie maanden (eindigend op 12 september 2018) een schriftelijke arbeidsovereenkomst aangegaan. De inhoud van deze arbeidsovereenkomst is, behoudens de looptijd en het salaris, gelijk aan de eerste arbeidsovereenkomst.
Na 12 september 2018 is [eiser] werkzaam gebleven bij Droomhuis360 zonder dat partijen over de voortzetting van het dienstverband hebben gesproken.
Op 28 december 2018 hebben partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten, inhoudende dat de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden zal eindigen met ingang van 1 februari 2019. In de vaststellingsovereenkomst is bepaald dat partijen zich in de toekomst (bijvoorbeeld via social media of e-mail) niet ongunstig over elkaar zullen uitlaten. Tevens is in de vaststellingsovereenkomst opgenomen dat het relatiebeding en non-concurrentiebeding alsmede het geheimhoudingsbeding conform artikel 11 respectievelijk 12 van de arbeidsovereenkomst en de bijbehorende boeteclausule conform artikel 14 van de arbeidsovereenkomst ook na de beëindigingsdatum van kracht blijven.
Met ingang van 1 april 2019 is [eiser] in dienst getreden bij Zien24 B.V. (hierna: Zien24) in de functie van accountmanager. Zien24 is net als Droomhuis360 een medialeverancier voor de makelaardij.
Omstreeks april 2019 heeft [eiser] een groepsapp aangemaakt met (oud-)werknemers van Droomhuis360. [eiser] heeft in deze groepsapp onder andere geschreven: “Mijn doel is dat wanneer droomhuis failliet is een feestje te geven op de parkeerplaats in Adam”, “Die [naam medewerker] (ktr: mede-eigenaar van Droomhuis360) he? hij smst niet voor niks omdat op whatsapp een foto te zien is. En hij wil wel alles kunnen ontkennen. Triest figuur.”. [eiser] heeft onder andere de volgende namen gegeven aan de groepsapp: “Ex NachtmerrieOsso”, “Ex Crackhouse360”, “Nachtmerriehuis360”.
Bij brief van 29 mei 2019 heeft Droomhuis360 [eiser] gesommeerd om zijn werkzaamheden bij Zien24 te staken, omdat [eiser] daarmee het overeengekomen concurrentie- en relatiebeding overtreedt. [eiser] is tevens gesommeerd om de contractuele boetes te voldoen.
De gemachtigde van [eiser] heeft als reactie op de sommatie(s) van Droomhuis360 het standpunt ingenomen dat het concurrentiebeding niet rechtsgeldig is overeengekomen, zodat [eiser] daaraan niet is gebonden.
Vordering en verweer
in conventie:
2. [eiser] vordert om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
het concurrentie- en relatiebeding met onmiddellijke ingang te schorsen, in die zin dat het [eiser] – met terugwerkende kracht – per 1 april 2019 is toegestaan in dienst te treden bij Zien24, in de functie van accountmanager, een en ander totdat in een bodemprocedure zal zijn beslist;
Droomhuis360 te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3. [eiser] heeft aan zijn vordering ten grondslag gelegd dat het concurrentiebeding dat is opgenomen in de arbeidsovereenkomst(en) voor bepaalde tijd niet rechtsgeldig is overeengekomen, zodat Droomhuis360 hem daaraan niet kan houden. Op grond van artikel 7:653 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) is vereist dat bij een concurrentiebeding dat is opgenomen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een schriftelijke motivering van het beding is opgenomen waaruit blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs-of dienstbelangen. [eiser] onderkent dat in de twee door hem getekende arbeidsovereenkomsten (voor bepaalde tijd) een nadere uitleg is gegeven over het doel en de strekking van het concurrentiebeding. Deze motivering is echter evident onjuist en niet, althans onvoldoende, toegespitst op zijn functie van accountmanager. Het concurrentiebeding voldoet daarom niet aan de eisen van artikel 7:653 lid 2 BW en maakt daarom ook geen deel uit van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die met ingang van 13 september 2018 is aangevangen. Een niet rechtsgeldig overeengekomen concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan namelijk niet slechts door tijdsverloop een rechtsgeldig concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd worden, aldus [eiser] .
4. Verder geldt volgens [eiser] dat er niet is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste uit artikel 7:653 lid 1 BW, zodat het concurrentiebeding ook om die reden geen deel is gaan uitmaken van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die op 13 september 2018 is aangevangen. Tussen partijen is niets vastgelegd over de voortzetting van het dienstverband voor onbepaalde tijd. Er is geen enkele brief of e-mail waarin wordt bevestigd dat de eerder overeengekomen arbeidsvoorwaarden (waaronder het concurrentiebeding) ook van toepassing zijn op de nieuwe arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Ook om deze reden kan Droomhuis360 hem niet houden aan het concurrentiebeding, aldus [eiser] .
5. Droomhuis360 heeft verweer gevoerd. Op hetgeen zij naar voren heeft gebracht zal hierna worden ingegaan, voor zover dat voor de beoordeling van belang is.
in reconventie:
6. Droomhuis360 vordert om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
[eiser] te gebieden zijn werkzaamheden voor Zien24 met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden en zich te onthouden van enige andere werkzaamheden die strijdig zijn met het overeengekomen concurrentiebeding, op straffe van verbeurte van een dwangsom voor iedere dag dat de overtreding voortduurt;
[eiser] te gebieden tot nakoming van c.q. zich te houden aan het geheimhoudingsbeding zoals opgenomen onder artikel 12 van de arbeidsovereenkomst en artikel 4 van de vaststellingsovereenkomst, op straffe van verbeurte van een dwangsom voor iedere dag dat de overtreding voortduurt;
[eiser] te veroordelen tot betaling van een voorschot op de verbeurde boetes tot een bedrag van € 20.000,00, dan wel een door de kantonrechter in redelijkheid te bepalen bedrag.
7. Droomhuis360 heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat zij met [eiser] een rechtsgeldig concurrentie- en relatiebeding is overeengekomen, waaraan [eiser] is gebonden. De gebondenheid aan het concurrentie- en relatiebeding is bovendien door [eiser] bevestigd door akkoord te gaan met de vaststellingsovereenkomst, waarin is opgenomen dat die bedingen onverkort van kracht blijven. Zien24 is net als Droomhuis360 een medialeverancier voor de woningmarkt. Haar klanten zijn, net als die van Droomhuis360, makelaars en partijen die zich bezighouden met de verkoop en verhuur van onroerend goed. Door in dienst te treden bij Zien24 heeft [eiser] niet alleen in strijd gehandeld met artikel 11.2. van de arbeidsovereenkomst, maar ook met de vaststellingsovereenkomst. Naast schending van het concurrentie- en relatiebeding, heeft [eiser] tevens het geheimhoudingsbeding uit artikel 12 lid 4 van de arbeidsovereenkomst en artikel 4.2. van de vaststellingsovereenkomst geschonden. [eiser] heeft een Whatsapp-groep aangemaakt om Droomhuis360 en haar bestuurders in het bijzijn van diverse (oud-)werknemers in een uiterst negatief daglicht te zetten, onder andere door de groeps-app de volgende benamingen te geven: nachtmerriehuis360, nachtmerrieosso, excrackhouse360 en exnachtmerrieosso. Op grond van artikel 14 van de arbeidsovereenkomst is [eiser] per overtreding van het concurrentie- en geheimhoudingsbeding een opeisbare boete verschuldigd van € 5.000,00 per overtreding, alsmede € 250,00 voor elke dag dat de overtreding voortduurt. Nu [eiser] vanaf 1 april 2019 in overtreding is van het concurrentiebeding, maakt zij per die datum aanspraak op de boete. Berekend tot 22 augustusus 2019 betekent dit een totale boete van € 40.750,00. Wegens overtreding van het geheimhoudingsbeding heeft [eiser] een boete verbeurd van € 5.000,00. Zij vordert in onderhavige procedure een voorschot op de boetes ter hoogte van € 20.000,00, aldus Droomhuis360.
8. [eiser] heeft verweer gevoerd. Op hetgeen hij naar voren heeft gebracht zal hierna worden ingegaan, voor zover dat voor de beoordeling van belang is.