Home

Rechtbank Amsterdam, 15-10-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:7730, 6510532 CV EXPL 17-28009

Rechtbank Amsterdam, 15-10-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:7730, 6510532 CV EXPL 17-28009

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
15 oktober 2019
Datum publicatie
28 oktober 2019
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2019:7730
Zaaknummer
6510532 CV EXPL 17-28009

Inhoudsindicatie

Uitzendkrachten in dienst van Randstad gedurende meerdere jaren achtereen in zelfde functie gedetacheerd bij derde.

Functie inschaling valt niet onder begrip inlenersbeloning van artikel 20 lid 2 cao ABU.

Artikel 20 lid 2 cao ABU toegestane afwijking Waadi? Geen toepassing met terugwerkende kracht van de inlenersbeloning.

Uitspraak

vonnis

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 6510532 CV EXPL 17-28009

vonnis van: 15 oktober 2019

fno.: 34109

I n z a k e

eisers

nader te noemen: eisers en ieder afzonderlijk bij de achternaam

gemachtigde: mr. G.J. Gerrits

t e g e n

gevestigd te Diemen

gedaagde

nader te noemen: Randstad

gemachtigde: mr. J.M. Caro

- dagvaarding van 24 november 2017 met producties
- antwoord met producties
- instructievonnis, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald.

De mondelinge behandeling is gehouden op 15 mei 2018. Eisers zijn in persoon verschenen, met uitzondering van [eiser 4] , [eiser 8] en [eiser 7] , bijgestaan door de gemachtigde. Voorafgaand aan de zitting hebben eisers en Randstad nog aanvullend producties in het geding gebracht. Namens Randstad zijn verschenen [naam 1] , (commercieel directeur), [naam 2] (bedrijfsjurist) en [naam 3] (manager arbeidsverhoudingen), vergezeld door de gemachtigde. Beide partijen hebben ter zitting een toelichting gegeven, aan de hand van een pleitnota, en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord.

Daarna zijn nog ingediend:
- een conclusie van repliek met producties

- een conclusie van dupliek met producties

- de akte uitlating producties zijdens eisers.

Bij e-mail van 18 juni 2019 is aan partijen medegedeeld dat de zaak wegens pensionering van mr. Van Buitenen is overgedragen aan mr. Pieters, waarna Randstad heeft laten weten voortzetting van de mondelinge behandeling te wensen. Deze heeft plaatsgevonden op 4 oktober 2019. Eisers waren aanwezig, met uitzondering van [eiser 3] , [eiser 4] , [eiser 8] en [eiser 11] , vergezeld van de gemachtigde. Namens Randstad zijn dezelfde personen verschenen als op 15 mei 2018, eveneens vergezeld van de gemachtigde. Op deze zitting hebben partijen hun standpunt bepleit aan de hand van pleitnotities en hebben opnieuw vragen van de kantonrechter beantwoord. Verder hebben eisers hun vorderingen verminderd. Hierna is uitspraak bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Bij de beoordeling van het geschil gaat de kantonrechter uit van de volgende feiten en omstandigheden:

1.1.

Eisers zijn allen gedurende een bepaalde periode of bepaalde periodes vanaf november 2009 in dienst van Randstad op basis van een uitzendovereenkomst werkzaam (geweest) ten behoeve van NXP Semiconductors Netherlands B.V. te Nijmegen (NXP). Zij waren werkzaam in een zogenaamd vijf-ploegenrooster bij NXP.

1.2.

Eisers waren werkzaam in de functie van machinebediende/operator en waren daarbij ingeschaald in vakgroep 15 of 20, waarbij [eiser 12] en [eiser 7] later nog ingedeeld zijn in vakgroep 25.

1.3.

Eisers hebben in de volgende periode werkzaamheden verricht bij NXP:

a. [eiser 1] , geboren op [geboortedag] 1977, heeft in wisselende perioden van voor 1 april 2011 tot en met 25 april 2016 gewerkt.

b. [eiser 2] , geboren op [geboortedag] 1989, van 10 april 2015 tot en met 31 december 2016.

c. [eiser 3] , geboren op [geboortedag] 1991, in wisselende perioden van mei 2014 tot en met 5 februari 2017, maar vanaf 28 oktober 2016 niet meer in ploegendienst maar in dagdienst.

d. [eiser 4] , geboren op [geboortedag] 1987, van 1 april 2011 tot en met 31 juli 2015;

e. [eiser 5] , geboren op [geboortedag] 1987, in wisselende perioden van september 2009 tot en met 2 oktober 2016;

f. [eiser 6] , geboren op [geboortedag] 1980, in de periode van 1 juli 2011 tot en met 26 mei 2015;

g. [eiser 7] , geboren op [geboortedag] 1986, in wisselende perioden vanaf januari 2011;

h. [eiser 8] , geboren op [geboortedag] 1991, in de periode van juni 2013 tot en met 25 april 2016;

i. [eiser 9] , geboren op [geboortedag] 1988, in de periode van november 2009 tot en met 4 december 2016 met een tussentijdse onderbreking van 25 januari 2014 tot en met 9 februari 2015;

j. [eiser 10] , geboren op [geboortedag] 1984, in de periode van 1 april 2011 tot en met 9 oktober 2015;

k. [eiser 11] , geboren op [geboortedag] 1987, in de periode van 18 april 2014 tot en met 1 augustus 2015;

l. [eiser 12] , geboren op [geboortedag] 1983, in de periode van april 2011 tot en met 2 februari 2014 en in de periode vanaf 9 februari 2015 tot en met 8 oktober 2017.

1.4.

Bij NXP geldt en gold in de periode dat eisers daar werkten, een ondernemings-cao (hierna cao-NXP).

1.5.

In de cao-NXP 2015-2018 is hoofdstuk 5 genaamd “beloning”, en is in artikel 5.1 het maandsalaris geregeld en in artikel 5.2 het Persoonlijk Budget. Hoofdstuk 7 is genaamd “toeslagen”, met de volgende indeling:
Artikel 7.1 Overuren

Artikel 7.2 Bijzondere uren bij dienstroosters

Artikel 7.3 Consignatie

Artikel 7.4 Feestdagen

Artikel 7.5 Beloning ploegendienstrooster

Artikel 7.6 Hindertoeslag

1.6.

Op de arbeidsovereenkomst met Randstad is de CAO voor Uitzendkrachten van de ABU (hierna CAO ABU) van toepassing.

1.7.

Begin 2016 is gebleken dat de beloning die Randstad gedurende de ter beschikking stelling van eisers aan NXP aan hen heeft betaald, in elk geval ten dele niet overeenkomstig de CAO van NXP was.

1.8.

Eveneens begin 2016 heeft Randstad aan haar bij NXP werkzame werknemers hiervan melding gemaakt.

Na overleg met de werknemers heeft zij op 2 februari 2016 een voorstel gedaan tot aanpassing van de ploegentoeslag en de berekeningsmethodiek van NXP op verschillende groepen werknemers (poolers en flexers) met ingang van 1 april 2016.

1.9.

Eisers hebben hiertegen kort na 2 februari 2016 bezwaar gemaakt en verklaard niet akkoord te gaan met de aangekondigde wijzigingen, waaronder het uurloon alsook de veranderingen in de ploegentoeslag.

1.10.

Vanaf die periode heeft Randstad (samen met Randstad Groep Nederland BV) onderhandeld met een aantal werknemers over de beloningselementen die onjuist zouden zijn vastgesteld. Ten behoeve daarvan is een Kernteam gevormd, bestaande uit [eiser 9] en [eiser 10] en een derde uitzendkracht, die namens eisers hebben onderhandeld met Randstad.

1.11.

Randstad heeft aan eisers aangeboden voor het verleden alsnog gemiste ploegentoeslag over het vloerbedrag over de periode april 2011 tot april 2016 en een compensatie van 40% in verband met gemiste toeslagen tijdens vakantie te betalen. Dit aanbod is eind 2016, begin 2017 aan hen gedaan.

1.12.

Eisers hebben dit aanbod niet aanvaard.

Vordering en verweer

2. Bij dagvaarding is gevorderd om Randstad bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot de verplichting om:

  1. an [eiser 1] te betalen het over de periode van 1 april 2011 tot en met 25 april 2016 rechtens (nog) aan hem toekomende loon van € 10.712,40 bruto;

  2. aan [eiser 2] te betalen het over de periode van 10 april 2015 tot en met 31 december 2016 rechtens (nog) aan hem toekomende loon van € 14.282,59 bruto;

  3. aan [eiser 3] te betalen het over de periode van 2014 tot en met 2015 rechtens (nog) aan haar toekomende loon van € 10.416,42 bruto;

  4. aan [eiser 4] te betalen het over de periode van 1 april 2011 tot en met medio 2015 rechtens (nog) aan hem toekomende loon van € 9.933,02 bruto;

  5. aan [eiser 5] te betalen het over de periode van 1 april 2011 tot en met 2 oktober 2016 rechtens (nog) aan haar toekomende loon van € 14.733,40 bruto;

  6. aan [eiser 6] te betalen het over de periode van 1 juli 2011 tot en met [geboortedag] 2015 rechtens (nog) aan hem toekomende loon van € 18.764,97 bruto;

  7. aan [eiser 7] te betalen het sinds 1 april 2011 rechtens (nog) aan hem toekomende loon van € 27.529,49 bruto;

  8. aan [eiser 8] te betalen het over de periode van juni 2013 tot en met 25 april 2016 rechtens (nog) aan hem toekomende loon van € 11.268,60 bruto;

  9. aan [eiser 9] te betalen het over de periode van 1 april 2011 tot en met 4 december 2016 rechtens (nog) aan haar toekomende loon van € 13.801,77 bruto;

  10. aan [eiser 10] te betalen het over de periode van 1 april 2011 tot en met 9 oktober 2015 rechtens (nog) aan hem toekomende loon van € 21.574,69 bruto;

  11. aan [eiser 11] te betalen het over de periode van 2014 tot en met 2015 rechtens (nog) aan haar toekomende loon van € 2.756,21 bruto;

  12. aan [eiser 12] te betalen het over de periode van april 2011 tot en met februari 2014, alsmede de periode van februari 2015 tot en met oktober 2017 rechtens (nog) aan hem toekomende loon van € 24.181,43 bruto;

ten aanzien van alle eisers vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente over alle gevorderde bedragen, zulks vanaf het moment der opeisbaarheid tot: aan de dag der algehele voldoening;

-voorts aan [eiser 10] , te betalen de buitengerechtelijke incassokosten ad € 990,75 en aan [eiser 12] te betalen de buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.016,81;

-een en ander met veroordeling van Randstad in de kosten van deze procedure.

3. Ter comparitie van 4 oktober 2019 zijn deze vorderingen verminderd met de volgende bedragen wegens door Randstad gedane betalingen:
- [eiser 1] : € 2.347,26 bruto
- [eiser 2] : € 2.555,47 bruto
- [eiser 3] : € 2.044,55 bruto
- [eiser 4] : € 1.978,78 bruto
- [eiser 5] : € 4.521,62 bruto
- [eiser 6] : € 3.571,05 bruto

- [eiser 7] : € 4.440,09 bruto
- [eiser 8] : € 2.694,85 bruto
- [eiser 9] : € 2.951,47 bruto
- [eiser 10] : € 4.219,37 bruto

- [eiser 11] : € 669,38 bruto
- [eiser 12] : € 4.313,23 bruto

4. Eisers leggen kort gezegd aan hun vorderingen ten grondslag dat Randstad eisers niet de inlenersbeloning heeft betaald, waarop zij ingevolge artikel 8 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (de Waadi), de cao ABU en de Europese Uitzendrichtlijn recht hebben. Eisers maken alsnog aanspraak op betaling overeenkomstig functiegroep 25 bij NXP, de ploegentoeslag van 42,9% rekening houdend met het vloerbedrag ex artikel 7.5. van de cao NXP, de hindertoeslag alsmede aanpassing van overwerktoeslag, feestdagentoeslag en vakantiebijslag over hetgeen als gevolg hiervan te weinig aan loon is uitbetaald en een vergoeding gebaseerd op het persoonlijk budget in de cao NXP.

5. Randstad voert verweer. Zij voert kort gezegd een verjaringsverweer ten aanzien van de eisers [eiser 1] , [eiser 4] , [eiser 5] , [eiser 6] , [eiser 7] , [eiser 9] , [eiser 10] en [eiser 12] voor zover het gaat om andere vorderingen dan de ploegentoeslag. Verder voert zij aan dat de indeling in de gestelde functiegroep niet onderbouwd is, terwijl de inschaling en indeling van eisers bij de bevestiging van de detachering aan hen (telkens) is bevestigd, waartegen zij geen bezwaar hebben gemaakt. Bij de schaalindeling en de berekening van de ploegentoeslag is gebruik gemaakt van de door de opdrachtgever verstrekte informatie, zodat op grond van artikel 22 lid 7 (vanaf 5 november 2012 lid 8) juncto artikel 20 cao ABU de inlenersbeloning nooit met terugwerkende kracht zal worden aangepast. Dit geldt ook voor de overige vorderingen (de hindertoeslag en het persoonlijk budget), maar deze zijn al niet toewijsbaar omdat ze niet vallen onder de in de cao ABU opgesomde loonbestanddelen (artikel 20, voorheen artikel 19) en deze een rechtsgeldige afwijking vormen van artikel 8 Waadi.

6. Op hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd, zal bij de beoordeling per onderdeel verder worden ingegaan.

Beoordeling

(Gedeeltelijke) verjaring

De vorderingen van eisers

Vormt artikel 20 lid 2 cao ABU een toegestane afwijking van artikel 8 Waadi?

De vorderingen betreffende hindertoeslag en persoonlijk budget

Vakantietoeslag en loon over vakantiedagen

Resumerend

BESLISSING