Home

Rechtbank Amsterdam, 17-10-2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:5925, 9988401

Rechtbank Amsterdam, 17-10-2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:5925, 9988401

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
17 oktober 2022
Datum publicatie
6 november 2022
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2022:5925
Zaaknummer
9988401

Inhoudsindicatie

Afwijzing ontbindingsverzoek gebaseerd op g-, h- of i-grond, wegens verband verzoek en arbeidsongeschiktheid werknemer.

Uitspraak

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 9988401 EA VERZ 22-410

beschikking van: 17 oktober 2022

func.: 25

I n z a k e

gevestigd te Amsterdam

verzoekster

nader te noemen: Nissan

gemachtigde: mr. J.L. van Schouten

t e g e n

wonende te [woonplaats]

verweerder

nader te noemen: [verweerder]

gemachtigde: mr. D. van den Bergh-Beck

Nissan heeft op 8 juli 2022 een verzoek ingediend, met producties, dat strekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

[verweerder] heeft een verweerschrift, met producties, ingediend.

Het verzoek is mondeling behandeld op 5 oktober 2022. Nissan is verschenen bij mevrouw [naam 1] (HR business partner), vergezeld door de gemachtigde. [verweerder] is in persoon verschenen, vergezeld door zijn broer, schoonzus en de gemachtigde. Partijen hebben ter zitting hun standpunten aan de hand van een pleitnota toegelicht. Na verder debat is beschikking gevraagd en is een datum voor beschikking bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.

1.1.

[verweerder] , geboren op [geboortedatum] 1960, is sinds 1 juli 1986 in dienst van (de rechtsvoorganger van) Nissan en is laatstelijk werkzaam in de functie van Warehouse Worker. Het bruto salaris uren bedraagt € 2.589,00 per maand exclusief vakantietoeslag. Op het dienstverband is het Employee Manual van toepassing verklaard.

1.2.

In de magazijnen van Nissan zijn alle mogelijke onderdelen voor Nissan-voertuigen opgeslagen. Hiervandaan vindt de distributie over heel Europa plaats.

1.3.

[verweerder] lijdt sinds langere tijd aan psychische problemen, in verband waarmee hij van 9 februari 2021 tot februari 2022 arbeidsongeschikt was.

1.4.

[verweerder] is in voormelde periode onder behandeling geweest en gebruikt de hem voorgeschreven medicatie.

1.5.

Op 8 juni 2022 heeft zich een incident voorgedaan. Dit was voor Nissan aanleiding om [verweerder] op 9 juni 2022 op non-actief te stellen.

1.6.

[verweerder] heeft zich na het incident ziek gemeld.

1.7.

Bij brief van 20 juni 2022 heeft Nissan verslag gedaan van het door haar verrichte onderzoek naar het incident. Nissan schrijft hierover – samengevat – dat [verweerder] met velgen aan het gooien was, wat door collega’s als bedreigend werd ervaren, en dat hij, toen hij hierop door de leidinggevende werd aangesproken, zich agressief en bedreigend heeft opgesteld, waarbij hij achter de leidinggevende aankwam met een elektrische (hand)pompwagen met vorken. Volgens Nissan werd de leidinggevende maar net op tijd gewaarschuwd door een collega, zodat hij opzij kon springen.

1.8.

[verweerder] heeft bij brief van 22 juni 2022 de hiervoor beschreven lezing van de gebeurtenissen betwist. [verweerder] erkent dat hij, nadat hij door een collega werd aangesproken omdat hij te veel lawaai zou hebben gemaakt bij het stapelen van velgen, met stemverheffing heeft gesproken, maar betwist het door Nissan beschreven voorval met de pompwagen. [verweerder] maakt bezwaar tegen de op non-actiefstelling.

1.9.

Bij brief van zijn gemachtigde van 29 juni 2022 heeft [verweerder] opnieuw bezwaar gemaakt tegen de op non-actiefstelling.

1.10.

Bij brief van 5 juli 2022 aan de broer van [verweerder] heeft de bedrijfsarts onder meer geschreven: “(...) in mijn functies als bedrijfsarts ken ik de heer [verweerder] meer dan tien jaar. Ik acht de heer [verweerder] op dit moment volledig arbeidsongeschikt op medische gronden. Ik heb begrepen dat er kennelijk op 8 juni een incident op de werkvloer heeft voorgedaan. Ik ben van mening dat dit incident een rechtstreeks gevolg is van een bij mij bekende chronische medische aandoening”.

Verzoek

2. Nissan verzoekt de kantonrechter bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de arbeidsovereenkomst met [verweerder] ex artikel 7:671b lid 1, sub a Burgerlijk Wetboek (BW) te ontbinden, met veroordeling van [verweerder] in de kosten van het geding. Nissan refereert zich daarbij aan het oordeel van de kantonrechter met betrekking tot toekenning van de transitievergoeding.

3. Nissan legt aan haar verzoek ten grondslag dat sprake is van een redelijke grond als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 jo lid 1 BW. Volgens Nissan is er als gevolg van het incident van 8 juni 2022 een verstoorde arbeidsverhouding ontstaan (artikel 7:669 lid 3 sub g BW), dan wel is er sprake van een andere redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst (artikel 7:669 lid 3 sub h BW) of kan van Nissan niet worden gevergd dat zij het dienstverband voortzet wegens het frequente ziekteverzuim van [verweerder] (artikel 7:669 lid 3 sub c BW).

4. Ter onderbouwing hiervan stelt Nissan – kort gezegd – dat zij als werkgever de plicht heeft om een veilige werkomgeving te creëren voor haar (overige) medewerkers en dat het door [verweerder] vertoonde gedrag daarin niet past en door haar dan ook niet wordt geaccepteerd, ondanks zijn lange dienstverband en het begrip dat er is voor zijn persoonlijke situatie. Nissan wijst erop dat [verweerder] gedurende een groot deel van 2021 arbeidsongeschikt is geweest en behandeld werd voor zijn klachten, maar dit heeft blijkbaar niet kunnen voorkomen dat hij toch ernstig uit de bocht kan vliegen zoals op 8 juni 2022 is gebeurd. Overplaatsing naar een andere afdeling, wat overigens al een aantal keren is gebeurd, is dan ook geen oplossing.

5. Nissan verwijst naar de verklaringen van [naam 2] (Keyman) en [naam 3] (Foreman), waarin wordt verklaard over het incident van 8 juni 2022.

Verweer

Beoordeling

BESLISSING