Home

Rechtbank Amsterdam, 11-01-2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:72, 8854929 CV EXPL 20-19977

Rechtbank Amsterdam, 11-01-2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:72, 8854929 CV EXPL 20-19977

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
11 januari 2022
Datum publicatie
12 januari 2022
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2022:72
Zaaknummer
8854929 CV EXPL 20-19977

Inhoudsindicatie

Geen sprake van een arbeidsovereenkomst, omdat gezagsverhouding ontbreekt. Geen schending geheimhoudingsbeding.

Uitspraak

vonnis

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 8854929 CV EXPL 20-19977

vonnis van: 11 januari 2022

I n z a k e

gevestigd te Den Haag

eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie

nader te noemen: de Stichting

gemachtigde: mr. R.E. Verkerke

t e g e n

wonende te [woonplaats]

gedaagde in conventie, eiser in (voorwaardelijke) reconventie

nader te noemen: [gedaagde]

procederend in persoon

- dagvaarding van 27 oktober 2020 met producties;
- antwoord/eis in (voorwaardelijke) reconventie met producties;
- instructievonnis;
- dagbepaling mondelinge behandeling.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 april 2021. Voor de Stichting is verschenen [penningmeester] (penningmeester) bijgestaan door de gemachtigde. [gedaagde] is verschenen in persoon, vergezeld door [naam 1] en [naam 2] . Stichting FvD heeft op voorhand een conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie ingediend. Partijen hebben hun standpunten aan de hand van pleitnotities toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord. Ten tijde van de zitting heeft [gedaagde] een kort videofragment getoond en na de zitting met instemming van de wederpartij nog een productie ingebracht. De behandeling van de zaak is aangehouden in verband met minnelijk overleg. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt.

Vervolgens zijn ingediend:

- repliek met producties;

- dupliek in conventie/repliek in (voorwaardelijke) reconventie, met producties;

- akte uitlating producties aan de zijde van de Stichting;

- ( na rolbericht van 21 september 2021) dupliek in reconventie.

Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

In conventie en in (voorwaardelijke) reconventie

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.

1.1.

Op 1 september 2016 heeft [gedaagde] samen met [naam 3] (hierna: [naam 3] ) en [naam 4] (hierna: [naam 4] ) de Vereniging Forum voor Democratie (de politieke partij FvD, hierna: FvD) opgericht. [gedaagde] is tot en met 25 april 2019 bestuurder (penningmeester) van FvD geweest.

1.2.

[gedaagde] is vanaf 1 juni 2015 tot juli 2019 lid geweest van het bestuur van de Stichting Forum voor Democratie. Bij bestuursbesluit van 24 september 2017 heeft [naam 3] handelend in hoedanigheid van enig bestuurder van de Stichting Forum voor Democratie de feitelijke benoeming van [gedaagde] en [naam 4] tot bestuurders van deze stichting per 1 juni 2015 bekrachtigd.

1.3.

Op 23 maart 2017 is door [naam 3] en [naam 5] de Stichting opgericht die ten doel heeft het in dienst nemen van personeelsleden ter ondersteuning van de Tweede Kamerfractie van FvD.

1.4.

Op 31 maart 2017 hebben [naam 3] en [gedaagde] de Stichting Forum for Democracy International opgericht. [gedaagde] was vice-voorzitter/penningmeester van deze stichting. Diezelfde dag hebben [naam 6] en [gedaagde] de Stichting Renaissance Instituut opgericht. [gedaagde] was bestuurder van deze stichting.

1.5.

Op 30 maart 2017 hebben partijen een schriftelijke arbeidsovereenkomst ondertekend, waarin staat dat [gedaagde] met ingang van 1 april 2017 voor onbepaalde tijd in dienst treedt van de Stichting als politiek adviseur tegen een salaris van € 7.705,27 bruto per maand exclusief overige emolumenten [hierna: de overeenkomst].

1.6.

In de overeenkomst staat, voor zover hier van belang, vermeld:

OVERWEGENDE DAT:

(…)

Werknemer mede-oprichter is van FVD en tevens actief is als bestuurslid van FVD;

(…)

3.4

Het salaris van Werknemer is even hoog als de schadeloosstelling voor leden van de Tweede Kamer en zal op overeenkomstige wijze worden aangepast als er wijzigingen optreden in de schadeloosstelling voor leden van de Tweede Kamer als gevolg van wijzigingen in de bezoldiging van het rijkspersoneel.

(…)

Artikel 8 Geheimhoudingsplicht

8.1.

Werknemer verbindt zich zowel gedurende het bestaan van de overeenkomst als ook nadat de overeenkomst om welke reden dan ook zal zijn geëindigd, op geen enkele wijze aan wie dan ook (daarbij inbegrepen andere personeelsleden van Werkgever of van aan Werkgever gelieerde ondernemingen, tenzij deze in verband met hun werkzaamheden in dienst van Werkgever of aan Werkgever gelieerde ondernemingen van een en ander op de hoogte dienen te worden gesteld) enige mededeling te doen van gegevens van vertrouwelijke aard betreffende de onderneming van Werkgever, of van aan Werkgever gelieerde ondernemingen, waarvan Werknemer in het kader van zijn werkzaamheden bij Werkgever heeft kennisgenomen en waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of behoort te kennen [hierna: het geheimhoudingsbeding].

8.2.

Indien Werknemer in strijd met zijn verplichtingen uit hoofde van het bepaalde in artikel 1 van dit artikel handelt, zal hij in afwijking van artikel 7:650 leden 3,4 en 5 BW aan Werkgever, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, voor iedere overtreding een boete verbeuren ten bedrage van EUR 10.000. In plaats daarvan is Werkgever gerechtigd om volledige schadevergoeding te vorderen.

1.7.

Op 24 april 2019 heeft de [naam 3] (hierna: [naam 3] ) een ‘tweet’ geplaatst die luidt:

Vanmiddag heeft het partijbestuur [gedaagde] verzocht om na twee jaar intensieve samenwerking eervol terug te treden als medewerker van de Tweede Kamerfractie en zijn contract op te zeggen. We wensen hem alle succes in zijn nieuwe rol als beoogd Eerste Kamerlid!

Deze tweet is door @fvdemocratie geretweet.

1.8.

Bij e-mail van 30 april 2019 heeft [gedaagde] aan [naam 3] en [naam 5] geschreven:

Hierbij deel ik jullie, in jullie hoedanigheid van bestuurders van de Stichting Ondersteuning Tweede Kamerfractie FVD, mee dat ik mijn arbeidsovereenkomst (gesloten op 30 maart 2017) met de Stichting Ondersteuning Tweede Kamerfractie FVD per heden opzeg overeenkomstig de contractueel overeengekomen opzegtermijn voor werknemer van een maand. De arbeidsovereenkomst eindigt derhalve per 1 juni 2019.

Hierop is door [naam 3] per omgaande bevestigd dat het ontslag in goede orde is ontvangen.

1.9.

Op 30 augustus 2019 heeft [gedaagde] aangifte van smaad en laster gedaan tegen FvD. In deze strafzaak is nog geen uitspraak gedaan.

1.10.

In het verkiezingsprogramma 2020 van FvD staat, voor zover hier van belang:

Forum voor Democratie staat voor een open samenleving waarin alles dat niet oproept tot geweld, gezegd, gedacht en bediscussieerd kan worden.

1.11.

Bij brief van 13 oktober 2020 heeft de gemachtigde van de Stichting [gedaagde] geschreven dat hij minstens 16 keer het geheimhoudingsbeding heeft overtreden door vertrouwelijke informatie openbaar te maken en [gedaagde] gesommeerd de verbeurde boete per overtreding, totaal € 160.000,-, te betalen en verdere schending van het geheimhoudingsbeding te staken.

Vordering

Beoordeling

BESLISSING