Home

Rechtbank Amsterdam, 25-09-2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:5948, C/13/738404 / KG ZA 23-769 EAM/LO

Rechtbank Amsterdam, 25-09-2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:5948, C/13/738404 / KG ZA 23-769 EAM/LO

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
25 september 2023
Datum publicatie
26 september 2023
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2023:5948
Zaaknummer
C/13/738404 / KG ZA 23-769 EAM/LO

Inhoudsindicatie

De Raad van Toezicht (RvT) van Pakhuis de Zwijger hoeft de schorsing van de directie niet op te heffen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat duidelijk is dat er al jarenlang een structureel probleem is tussen een substantieel aantal medewerkers en de directie, en dat de directie en de RvT een hele andere visie hebben over de ernst en de oplossing daarvan. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er een vertrouwensbreuk is ontstaan. De RvT heeft in de gegeven omstandigheden niet onzorgvuldig of onrechtmatig gehandeld, en een hervatting van de werkzaamheden zoals voorheen is op dit moment niet aan de orde. Ook het gevorderde publicatieverbod van een rapport naar de werkcultuur bij Pakhuis de Zwijger wordt afgewezen. De RvT heeft toegezegd dat alleen aan medewerkers ter inzage te zullen geven, onder de voorwaarde dat daarvan geen kopieën van worden gemaakt. Die medewerkers hebben daar recht op. Bij een verder publicatieverbod heeft de directie geen belang.

Uitspraak

vonnis

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/738404 / KG ZA 23-769 EAM/LO

Vonnis in kort geding van 25 september 2023

in de zaak van

1 [eiser 1] ,

wonende te [woonplaats] ,

2. [eiser 2],

wonende te [woonplaats] ,

eisers bij dagvaarding van 25 augustus 2023,

advocaat mr. M.C.J. van den Brekel te Rotterdam,

tegen

1. de stichting

STICHTING PAKHUIS DE ZWIJGER,

gevestigd te Amsterdam,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ZALEN PAKHUIS DE ZWIJGER B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagden,

advocaat mr. J.H. van Woudenberg te Amsterdam.

Eisers zullen hierna [eiser 1] en [eiser 2] worden genoemd, en gedaagden zullen worden aangeduid als de Stichting en Zalen, en gezamenlijk (in enkelvoud) Pakhuis de Zwijger worden genoemd.

1 De procedure

Ter zitting van 11 september 2023 hebben [eiser 1] en [eiser 2] de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. Pakhuis de Zwijger heeft verweer gevoerd.

Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend.

Ter zitting waren aanwezig: [eiser 1] en [eiser 2] met mr. Van den Brekel, en aan de kant van Pakhuis de Zwijger: [naam 1] , interim-directeur, [naam 2] , voorzitter van de Raad van Toezicht (RvT), [naam 3] en [naam 4] , leden van de RvT, met mr. Van Woudenberg en mr. J. van Hulst.

Vonnis is bepaald op heden.

2 De feiten

2.1.

Pakhuis de Zwijger is een maatschappelijk-cultureel podium en een platform voor stedelijke- en sociale ontwikkelingen. Jaarlijks vinden er ongeveer 600 gratis toegankelijke avondprogramma’s plaats. Om die te bekostigen worden overdag zalen commercieel verhuurd (met catering) en wordt er een café-restaurant geëxploiteerd.

2.2.

De Stichting is 100% aandeelhouder van Zalen en van Pakhuis de Zwijger Horeca Exploitatie B.V.

2.3.

[eiser 1] en [eiser 2] hebben Pakhuis de Zwijger opgezet en deels gefinancierd (vanuit andere vennootschappen van [eiser 1] ). Ook hebben zij Pakhuis de Zwijger jarenlang gerund; [eiser 1] als directeur (sinds 2021 op basis van een arbeidsovereenkomst met de Stichting) en [eiser 2] in eerste instantie als Hoofd Zaalreserveringen en later als adjunct-directeur (sinds 2021 op basis van een arbeidsovereenkomst met Zalen). [eiser 1] en [eiser 2] zijn echtgenoten.

2.4.

In 2019 is de directie een zogenoemd Code of Conduct-traject gestart, met als doel het komen tot een veilig podium en een veilige werkplek. Daarbij was [naam 5] ingeschakeld als ‘diversvaardigheidsadviseur’. In het kader daarvan hebben bijeenkomsten plaatsgevonden met [eiser 1] , [eiser 2] en de medewerkers. [naam 5] heeft na enige voorbereidende gesprekken met medewerkers laten weten niet te kunnen starten met diversvaardigheidstrainingen omdat hij in de voorbereiding problemen heeft geconstateerd die “een daadwerkelijk veilige, inclusieve en open werkcultuur beletten.”, zo blijkt uit een rapportage uit 2020. [passage uit vertrouwelijk rapport] [naam 5] heeft deze conclusie in een gesprek gedeeld met (in ieder geval) [eiser 2] , die daardoor overvallen was en [naam 5] heeft gevraagd waarom hij buiten de opdracht was getreden. [naam 5] heeft daarna de opdracht neergelegd, al dan niet op verzoek van [eiser 2] , maar heeft nog wel een Code of Conduct opgesteld. Kort daarna brak Covid uit en heeft dit traject enige tijd stilgelegen.

2.5.

In december 2022 hebben [eiser 1] en [eiser 2] van oud-medewerkers begrepen dat dagblad Het Parool bezig was met een artikel over grensoverschrijdend gedrag van [eiser 1] . [eiser 1] en [eiser 2] hebben daarover contact gehad met de RvT en gezamenlijk besloten hoe zij daarover zouden communiceren met medewerkers en journalisten.

2.6.

Op 16 februari 2023 zijn [eiser 1] en [eiser 2] in aanwezigheid van [naam 2] (RvT voorzitter) geïnterviewd door twee journalisten van Het Parool.

2.7.

Op 1 maart 2023 hebben [eiser 1] en [eiser 2] van Het Parool de citaten uit hun interview ontvangen die in het artikel zouden verschijnen. Zij hebben daarop gereageerd en onjuistheden aangepast. Ook die aanpassingen zijn in samenspraak met het RvT gedaan.

2.8.

[eiser 1] en [eiser 2] hebben met de RvT besproken wat er moest gebeuren na het verschijnen van het artikel. Zij hebben aangeboden tijdelijk terug te treden om de RvT de ruimte te bieden de situatie intern te onderzoeken en met de medewerkers te spreken naar aanleiding van het artikel. Zij hebben samen met de RvT een tekst opgesteld met deze boodschap, om op de website van Pakhuis de Zwijger te publiceren.

2.9.

Op 4 maart 2023 is het bewuste artikel, met de titel “Directie treedt terug om angstcultuur bij ‘inclusieve en veilige’ debatcentrum Pakhuis de Zwijger, personeel moest soms ‘kokhalzen’”, in Het Parool verschenen. Het Parool heeft gesproken met 33 oud-werknemers van Pakhuis de Zwijger en heeft het artikel zelf als volgt samengevat:

“In het kort
- Het Amsterdamse debatcentrum Pakhuis de Zwijger manifesteert zich als ‘inclusief en veilig’, maar op de werkvloer heerst een angstcultuur, zeggen oud-medewerkers tegen Het Parool.

- Directeur [eiser 1] gaat zich te buiten aan schreeuwpartijen en woede-uitbarstingen, aldus oud-medewerkers. Ze durfden jarenlang niet te klagen bij de interne vertrouwenspersoon, een functie die tot voor kort werd bekleed door de echtgenote van [eiser 1] .

- [eiser 1] herkent zich niet in de aantijgingen: ‘In mijn beleving waren mijn reacties nooit op een persoon gericht.’”

2.10.

Op 6 maart 2023 heeft een bijeenkomst plaatsgevonden tussen de RvT en ongeveer 60 à 70 medewerkers van Pakhuis de Zwijger, waar is gesproken over het Parool-artikel en de situatie bij Pakhuis de Zwijger.

2.11.

Op 8 maart 2023 heeft de RvT aan [eiser 1] en [eiser 2] laten weten dat er geen draagvlak was voor hun terugkeer. De RvT heeft voorgesteld dat [eiser 1] en [eiser 2] de eer aan zichzelf zouden houden en zelf zouden opstappen, waarbij er geen extern onderzoek zou hoeven worden uitgevoerd. De RvT heeft [eiser 1] en [eiser 2] tot 13 maart 2023 de tijd gegeven om hierover na te denken.

2.12.

In een gesprek op 13 maart 2023 met de RvT hebben [eiser 1] en [eiser 2] laten weten dat zij terug wilden keren zodra de eerste emotie zou zijn gezakt en zij hebben de RvT gevraagd om daarbij te helpen. De RvT heeft laten weten dat dat geen optie was. Ook is gesproken over het benoemen van een tijdelijke leidinggevende voor de dagelijkse gang van zaken.

2.13.

De RvT heeft [eiser 1] gevraagd een mandaat te geven voor het benoemen van een tijdelijke directeur-bestuurder. [eiser 1] heeft geantwoord dat niet te willen doen zonder dat er duidelijkheid zou komen over zijn positie. In de mailwisseling daarover tussen [eiser 1] en [eiser 2] , schrijft [naam 2] in een e-mail van 21 maart 2023 onder meer het volgende.

“(…)

In de aanloop naar het Parool-artikel van 4 maart spraken we over mogelijke inhoud en consequenties van dat artikel. Wij dachten toen nog dat het mee kon vallen en dat we daar samen doorheen zouden kunnen komen. Het artikel van vele pagina’s was echter vele malen erger dan wij hadden verwacht op grond van de voorgesprekken met jou. (…)

Wij zijn de afgelopen twee weken dagelijks in het Pakhuis geweest met 1 of meer RvT-leden en hebben een eerste onderzoek gedaan onder de meest relevante stakeholders. Dat is ons niet meegevallen, zoals we je al eerder hebben medegedeeld:

medewerkers die veel met jou hebben gewerkt, bevestigden dat alles wat in het artikel staat waar is en een aantal gaf aan dit zelf ook mee te hebben gemaakt en het aan den lijve te hebben ondervonden. Ze gaven ook aan dat er weliswaar enige verbetering was in de situatie, mede vanwege jouw afwezigheid vanwege ziekte en na interne gesprekken, maar dat er nog steeds geen sprake was van een veilige werkomgeving. We zijn geschrokken van wat we hoorden van een belangrijk deel van de medewerkers. (…)

We menen dat jouw terugkomst het voortbestaan van Pakhuis serieus in gevaar zou brengen, vanwege zich terugtrekkende cruciale financiers.

Op basis van wat wij hebben gehoord en gelezen menen ze dat het voor het voortbestaan van Pakhuis niet verstandig is als je terug keert. Het logische gevolg hiervan zou zijn dat we je formeel schorsen en vervolgens hetzij je ontslaan, hetzij met wederzijdse instemming uit elkaar gaan. Dat is heel hard en niet wat we hadden gehoopt zo vlak voor je zou stoppen, maar wel wat wij op dit moment concluderen vanuit onze functie om het voortbestaan van het Pakhuis mogelijk te maken. Terugkeren is niet in het belang van Pakhuis en een belangrijk aantal van de medewerkers.

Je verwijt ons dat je geen contact kunt hebben met de medewerkers. Wij hebben dat niet verboden, maar het ligt wel gevoelig. Misschien dat je toch nog onderschat wat het effect van je gedrag is op mensen en hoe lang dat doorwerkt. (…)

We kregen signalen over de angstcultuur binnen Pakhuis de Zwijger die dermate concreet en ernstig zijn dat wij dit absoluut niet kunnen negeren. (…)


Of we het nu met een extern onderzoek doen, of in een prettiger scenario waarin we zo goed mogelijk afscheid nemen van jou als bestuurder, 1,5 jaar eerder dan wij allemaal hadden gewenst, het feit blijft dat wij nu de honneurs moeten waarnemen. (…)

Volgens de Statuten kan de RvT maar 1 ding doen en dat is jou schorsen. In de huidige situatie kunnen als RvT geen enkele rechtshandeling verrichten en (…) Dit is voor ons onwerkbaar.

We kunnen en zullen wel op grond van andere wettelijke grondslagen een interim bestuurder aan moeten stellen. We hebben iemand nodig die het Pakhuis leidt en dat kunnen wij niet blijven doen naast onze banen.

(…)

2.14.

In verdere correspondentie tussen (de advocaat van) [eiser 1] en [eiser 2] en (de advocaat van) de RvT hebben [eiser 1] en [eiser 2] gevraagd om concreet te maken wat hun door wie wordt verweten, zodat zij daarop kunnen reageren, en om betrokken te worden bij het proces van het inwerken van een tijdelijke directeur. De RvT heeft toegelicht welke constateringen zijn gedaan in de daaraan voorafgaande weken (dat medewerkers hebben gezegd de omstandigheden en gebeurtenissen in het Parool-artikel te herkennen en zelf te hebben meegemaakt, dat sommigen hebben meegemaakt dat ruig werd omgegaan met voorwerpen en dat ze op neerbuigende en intimiderende wijze tot de orde waren geroepen door [eiser 1] , dat hij vlak voor hun neus met stemverheffing sprak en dat hij boos kan uitvallen en dan heel intimiderend is).

2.15.

Op 29 maart 2023 heeft [eiser 1] een beperkte volmacht verleend aan [naam 1] om als interim-directeur de Stichting te vertegenwoordigen. Daarin staat onder meer:

“(…)

De volmacht ziet op de in artikel 6 van de Statuten van de Stichting weergegeven taken en verantwoordelijkheden en omvat nadrukkelijk niet de in artikel 5.2 van de Statuten van de Stichting genoemde bevoegdheden tot benoeming, schorsing en ontslag van het bestuur. De volmacht eindigt door intrekking van de volmacht door het bestuur, door terugtreding van de heer [naam 1] als interim-directeur en van rechtswege uiterlijk op 1 juli 2023, tenzij deze volmacht voor deze datum wordt verlengd.

(…)”

2.16.

[eiser 1] en [eiser 2] hebben verschillende keren laten weten te willen worden betrokken bij het onderzoek en de onderzoeksopzet (en eerder bij de keuze voor een onderzoeksbureau). [eiser 2] heeft verschillende keren laten weten terug te willen keren op de werkvloer.

2.17.

In een e-mail van 2 mei 2023 heeft de RvT aan [eiser 1] en [eiser 2] laten weten dat een onderzoek zal worden gedaan door adviesbureau Berenschot, naar de vraag: “Hoe wordt de huidige sociale veiligheid binnen de Stichting Pakhuis de Zwijger door de medewerkers beleefd? Welke aspecten hebben bijgedragen aan de signalen van sociale onveiligheid?”

2.18.

Op 31 mei 2023 heeft [eiser 2] een gesprek gehad met [naam 1] . Hij heeft haar medegedeeld dat haar functie zou komen te vervallen, dat in plaats daarvan een hoofd zaalverhuur, een hoofd marketing en een hoofd financiën zou worden aangesteld, dat de enige passende functie voor [eiser 2] zou zijn HR-manager, maar omdat dat een veel lagere functie zou zijn dan die zij voorheen had hij die niet passend achtte en dat dat volgens [naam 1] betekent dat zij boventallig is. [naam 1] heeft medegedeeld te hopen een vaststellingsovereenkomst te kunnen sluiten, bij gebreke waarvan Pakhuis de Zwijger bij het UWV een ontslagverzoek zou indienen.

2.19.

Op 6 juni 2023 heeft [eiser 1] de volmacht aan [naam 1] ingetrokken, kort gezegd omdat [naam 1] [eiser 1] overal buiten houdt en omdat hij een reorganisatie is gestart die zijn volmacht te buiten gaat.

2.20.

Bij besluit van 8 juni 2023 heeft de RvT [eiser 1] geschorst.

2.21.

Bij brief van 12 juni 2023 heeft het UWV [eiser 2] geïnformeerd dat haar werkgever een ontslagverzoek wegens bedrijfseconomische redenen heeft ingediend.

2.22.

In een e-mail van 13 juli 2023 is [eiser 2] door Berenschot uitgenodigd voor een gesprek in het kader van wederhoor, omdat uit de gesprekken naar [eiser 2] herleidbare informatie naar voren is gekomen. Berenschot stelt verder dat het geen persoonsgericht onderzoek is, maar een cultuuronderzoek en dat [eiser 2] zich niet hoeft voor te bereiden omdat het niet om feiten of waarheidsvinding gaat, maar om haar beleving.

2.23.

Op 18 en 25 juli 2023 hebben [eiser 2] en [eiser 1] ieder een gesprek gehad met Berenschot. Daarvan zijn gespreksverslagen opgemaakt die hen zijn toegestuurd. [eiser 2] en [eiser 1] hebben hun commentaar op de gespreksverslagen aan Berenschot gestuurd, die hebben toegezegd dit één-op-één aan het rapport te zullen toevoegen.

2.24.

Op 4 augustus 2023 heeft Berenschot de rapportage van het cultuuronderzoek afgerond, dat op 5 augustus 2023 met [eiser 1] en [eiser 2] is gedeeld.

In het rapport, dat is gebaseerd op gesprekken met 36 personen, wordt beschreven hoe medewerkers verschillende aspecten in de organisatie beleven. Er is gesproken over ontwikkeling, salaris, loopbaanperspectief en sociale veiligheid. Er worden positieve en negatieve ervaringen gedeeld. In het rapport staat onder meer het volgende.

[passage uit vertrouwelijk rapport]

2.25.

In de UWV-procedure ten aanzien van [eiser 2] wordt eind september 2023 een uitspraak van het UWV verwacht.

3 Het geschil

4 De beoordeling

5 De beslissing