Rechtbank Amsterdam, 23-10-2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:6727, 10684509 KK EXPL 23-524
Rechtbank Amsterdam, 23-10-2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:6727, 10684509 KK EXPL 23-524
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 23 oktober 2023
- Datum publicatie
- 27 oktober 2023
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2023:6727
- Zaaknummer
- 10684509 KK EXPL 23-524
Inhoudsindicatie
Een huurder die overlast veroorzaakt moet zijn huurhuis in Amsterdam ontruimen. Ook moet hij ruim 2.000 euro aan achterstallige huur betalen
Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10684509 KK EXPL 23-524
vonnis van 23 oktober 2023
vonnis van de kantonrechter in kort geding
I n z a k e
de stichting
Stichting Stadgenoot,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
nader te noemen Stadgenoot,
gemachtigde: mr. L. Hennink.
t e g e n
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
nader te noemen [gedaagde] ,
in persoon verschenen.
1 1. De procedure
Op de mondelinge behandeling van dit kort geding van 16 oktober 2023 heeft Stadgenoot de op 6 september 2023 uitgebrachte dagvaarding toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Op de mondelinge behandeling waren – voor zover van belang – aanwezig:
[naam medewerker] , medewerker Overlast en Zorg van Stadgenoot, mr. Hennink, [naam 1] van het Meldpunt Zorg en Woonoverlast van de gemeente Amsterdam, [naam 2] en [naam 3] , wijkagenten, en [gedaagde] .
Na verder debat is vonnis bepaald op 23 oktober 2023.
2 2. De feiten
Met ingang van 26 november 2015 huurt [gedaagde] de woning aan de [adres] van Stadgenoot. De huurprijs bedraagt op dit moment
€ 612,55 per maand, inclusief servicekosten. In artikel 7.9 van de algemene huurvoorwaarden is kort gezegd opgenomen dat de huurder geen overlast voor omwonenden mag veroorzaken en dat hij zich niet agressief en intimiderend mag gedragen jegens omwonenden en medewerkers van Stadgenoot.
Op 3 oktober 2022 heeft Stadgenoot een melding ontvangen van een omwonende dat [gedaagde] overlast veroorzaakte (hard schreeuwen, bedreigingen, beledigingen en het gooien van spullen richting omwonenden). Bij e-mail van 27 oktober 2022 heeft dezelfde omwonende een lijst toegezonden van zes overlastmeldingen, gedaan in de maand oktober 2022.
Bij brief van 27 oktober 2022 heeft Stadgenoot [gedaagde] dringend verzocht geen enkele overlast te veroorzaken en de buren met rust te laten. In die brief is tevens melding gemaakt van drie incidenten (met name beledigende uitlatingen) die zich hebben voorgedaan op 9 december 2021, 29 augustus 2022 en 30 september 2022.
Op 29 oktober 2022 heeft Stadgenoot wederom een melding van overlast ontvangen van dezelfde omwonende.
Op 18 november 2022 heeft Stadgenoot een buurtonderzoek gedaan en met twee andere omwonenden gesproken. Zij hebben verklaard dat [gedaagde] overlast veroorzaakt in de vorm van schreeuwen, stampen, brullen en slaan tegen de muren en het plafond.
Bij brief van 22 november 2022 heeft Stadgenoot [gedaagde] een waarschuwing gegeven. Stadgenoot heeft [gedaagde] tevens verzocht om hulp te aanvaarden met als doel de overlast te verminderen.
Bij e-mail van 27 november 2022 heeft Stadgenoot een overlastmelding ontvangen van een vierde omwonende (schreeuwen, slaan op de muren en harde muziek).
2.8. Bij e-mail van 4 december 2022 heeft weer een omwonende gemeld dat hij twee keer de politie heeft moeten bellen. Hij heeft een overzicht meegestuurd waaruit blijkt dat hij in november 2022 en begin december 2022 11 keer overlast heeft ervaren. Ook heeft hij bericht dat [gedaagde] tijdens een escalatie het balkontussenschot kapot heeft gemaakt.
Bij e-mail van 8 december 2022 heeft een huisgenoot van een van de omwonenden bij Stadgenoot gemeld dat [gedaagde] ernstige overlast veroorzaakte en schade toebracht aan het gebouw.
Op 9 december 2022 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen Stadgenoot en [gedaagde] . Er is toen onder meer afgesproken dat hij zorg moest aanvaarden van bijvoorbeeld de GGD of Mentrum.
Bij e-mails van 10, 12 en 13 december 2022 heeft de eerste omwonende wederom overlastmeldingen gedaan (schreeuwen en op de muren slaan). Bij e-mail van 13 december 2022 heeft een zesde omwonende overlast gemeld (schreeuwen, beledigen en een bonkend geluid). Op 2 januari 2023 heeft Stadgenoot gesproken met een omwonende die overlast meldde tijdens oud en nieuw (kabaal en dreigementen).
Bij brief van 5 januari 2023 heeft Stadgenoot [gedaagde] opnieuw gesommeerd om de overlast te staken en hulp te zoeken bij de GGD.
Bij e-mail van 31 januari 2023 heeft Stadgenoot de inhoud bevestigd van een op
30 januari 2023 met [gedaagde] gevoerd telefoongesprek. In die e-mail staat onder meer dat [gedaagde] heeft erkend dat hij dronken op straat door de politie is aangehouden toen hij softdrugs wilde kopen.
In februari 2023 heeft Stadgenoot wederom drie overlastmeldingen ontvangen van twee omwonenden. Eveneens in februari 2023 heeft de eigenaar van een van de buurwoningen zijn zorgen geuit over de veiligheid van zijn huurders. Volgens deze eigenaar gedraagt [gedaagde] zich al maanden agressief en bedreigend.
Op 2 maart 2023 heeft opnieuw een gesprek plaatsgevonden tussen Stadgenoot en [gedaagde] .
Op 24 april 2023 heeft de tweede omwonende telefonisch melding gemaakt van overlast tot midden in de nacht (brullen, schreeuwen, stampen op de trap). Eveneens in april 2023 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de GGD en [gedaagde] . Bij brief van 2 juni 2023 van Stadgenoot aan [gedaagde] heeft Stadgenoot over dit gesprek opgenomen dat [gedaagde] ontkende overlast te veroorzaken, dat hij geen zorgaanbod heeft geaccepteerd en dat hij het gebruik van alcohol en softdrugs niet als een probleem ziet. Ook heeft Stadgenoot hem er in de brief op gewezen dat een zogenoemde Einde Interventieverklaring zal worden aangevraagd.
Op 20 en 27 juni 2023 heeft de eerste omwonende wederom overlastmeldingen gedaan. Ook de onder 2.14 genoemde eigenaar heeft in juni 2023 bevestigd dat de overlast nog steeds voortduurt.
Op 28 juli 2023 heeft Stadgenoot van de politie een overzicht ontvangen van 52 overlastmeldingen in de periode van 13 januari 2022 tot heden. Volgens de politie hebben vijf verschillende omwonenden verklaard overlast te ervaren en/of te zijn bedreigd.
Bij brief van 15 augustus 2023 heeft de gemeente Amsterdam met betrekking tot [gedaagde] aan Stadgenoot een zogenaamde Einde Interventieverklaring met laatste kans toegezonden.
Op 21 augustus 2023 heeft Stadgenoot wederom vier overlastmeldingen ontvangen. Bij brief van diezelfde datum heeft de advocaat van Stadgenoot [gedaagde] bericht dat een ontruimingsprocedure tegen hem zal worden gestart.
Op 25 september 2023 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de GGD, Stadgenoot en [gedaagde] . Volgens een e-mail van Stadgenoot van 26 september 2023 heeft [gedaagde] tijdens dat gesprek ontkend dat hij overlast veroorzaakt en tegengesproken dat hij een drugs- of alcoholprobleem heeft. Ook heeft hij volgens die e-mail de door de GGD aangeboden hulp geweigerd.
Op 19 september 2023 en 8 oktober 2023 heeft Stadgenoot weer overlastmeldingen ontvangen.
Op het moment van de mondelinge behandeling van dit kort geding bestond met betrekking tot de woning van [gedaagde] een huurachterstand van € 2.006,87.
3 Het geschil 3.1. Stadgenoot vordert – kort gezegd – ontruiming van de woning aan de [adres] binnen acht dagen na betekening van dit vonnis, betaling van de huurachterstand van € 2.006,87, te vermeerderen met de wettelijke rente, betaling van de huurprijs van € 612,55 per maand tot aan de datum van ontruiming, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van dit geding en in de nakosten.
Stadgenoot stelt hiertoe – samengevat weergegeven – dat uit het dossier blijkt van talrijke en ernstige overlastklachten. Stadgenoot heeft een spoedeisend belang bij ontruiming omdat de belangen van de omwonenden ernstig worden geschaad. Stadgenoot dient de omwonenden het rustig woongenot te verschaffen. Van Stadgenoot kan in redelijkheid niet worden verwacht dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht. Bovendien kan enkel met een ontruimingsvonnis een “laatste kans woning” worden aangeboden door de GGD en de gemeente Amsterdam.
[gedaagde] voert – samengevat weergegeven – het verweer dat het niet klopt dat hij overlast veroorzaakt en buren bedreigt of uitscheldt. Het zijn juist zijn buren die psychisch gezien niet in orde zijn en die moeten worden onderzocht. Ook zijn het juist zijn buren, die elk weekend met 6 of 7 personen op het balkon zitten, die overlast veroorzaken. De aangiftes bij de politie zijn vals. [gedaagde] voelt zich gediscrimineerd door zijn buren en de politie. Hij voelt zich niet veilig, onder meer omdat buren gebruik maken van zijn wifi-verbinding en dus van alles over hem weten. Er hebben geen confrontaties op straat plaatsgevonden en er is evenmin sprake van een persoonlijk conflict. Een paar maanden geleden is hij gestopt met alcohol.