Rechtbank Amsterdam, 20-05-2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:3360, 11543527
Rechtbank Amsterdam, 20-05-2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:3360, 11543527
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 20 mei 2025
- Datum publicatie
- 11 juni 2025
- ECLI
- ECLI:NL:RBAMS:2025:3360
- Zaaknummer
- 11543527
Inhoudsindicatie
Ontslag op staande voet blijft in stand. Werknemer is strafrechtelijk veroordeeld en heeft hiervan geen melding gedaan bij de werkgever. Bij eerdere vragen van de werkgever heeft de werknemer ook geen openheid van zaken gegeven. Werknemer ziet niet in dat het vonnis hem belemmert in de uitvoering van zijn werkzaamheden. Dit maakt dat er een dringende reden voor ontslag was.
Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer / rekestnummer: 11543527 \ EA VERZ 25-168
Beschikking van 20 mei 2025
in de zaak van
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. L. Oass,
tegen
de Stichting HVO-QUERIDO,
gevestigd te Amsterdam,
verwerende partij,
hierna te noemen: HVO-Querido,
gemachtigde: mr. L. Klumperink.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van [verzoeker] (binnengekomen op 14 februari 2025), met producties;
- het verweerschrift, met producties.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 april 2025. [verzoeker] is verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Namens HVO-Querido is de heer [naam 1] ( [naam functie] ) verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Partijen hebben aan de hand van spreekaantekeningen hun standpunt toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt.
De beschikking is bepaald op vandaag.
2 De feiten
[verzoeker] , geboren [geboortedatum] 1979, is per 1 januari 2022, voor onbepaalde tijd, in dienst getreden bij HVO-Querido.
[verzoeker] vervulde laatstelijk de functie ‘Begeleider B.’, waarbij hij verantwoordelijk was voor het (dagelijks) begeleiden en ondersteunen van (groepen) kwetsbare cliënten met psychiatrische of psychosociale problematiek of verslaving. Het loon bedroeg laatstelijk € 3.427,33 bruto per maand exclusief 8% vakantiegeld en overige emolumenten.
Medio 2023 heeft er op verzoek van HVO-Querido een gesprek met [verzoeker] plaatsgevonden, nadat er een anonieme melding was gedaan over [verzoeker] met daarin een aantal beschuldigingen. Bij dit gesprek waren [verzoeker] , mevrouw [naam 2] (de leidinggevende van [verzoeker] ) en nog een medewerker van HVO-Querido aanwezig. Van dit gesprek is geen verslag gemaakt.
Begin 2024 is [verzoeker] als verdachte aangemerkt in een strafrechtelijke zaak.
Op 2 augustus 2024 heeft [verzoeker] zich ziekgemeld, nadat er een zware mishandeling heeft plaatsgevonden in de privésfeer.
Op 26 september 2024 heeft [verzoeker] een dagvaarding ontvangen met daarbij de oproeping om op [datum] 2024 te verschijnen bij de rechter voor de inhoudelijke behandeling van de strafzaak.
In oktober 2024 heeft de reclassering, nadat [verzoeker] hier toestemming voor heeft gegeven, geprobeerd contact op te nemen met mevrouw [naam 2] met betrekking tot een uit te brengen reclasseringsadvies. Er is toen uiteindelijk geen contact geweest tussen de reclassering en mevrouw [naam 2] .
Op 14 november 2024 is [verzoeker] strafrechtelijk veroordeeld door de rechtbank Noord-Holland. Onder punt 4, het bewezenverklaarde staat het volgende:
“werkzaam in de maatschappelijke zorg, ontucht plegen met iemand die zich als cliënt aan zorg heeft toevertrouwd.”
Het bewezenverklaarde ziet op de tijdspanne dat [verzoeker] werkte bij zijn vorige werkgever.
Bij de beslissing over de sanctie overweegt de rechtbank onder punt 6.3 het volgende, voor zover relevant:
“(...) Alleen al het feit dat de verdachte een professionele en daartoe opgeleide begeleider was van [slachtoffer], had hem moeten weerhouden van elke seksuele handeling met hem. Een afhankelijkheid wordt in deze relatie verondersteld en juist vanwege die afhankelijkheid beoogt de onderhavige strafbaarstelling bescherming te bieden. De verdachte heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelingen en legt de oorzaak buiten zichzelf. Hiermee miskent de verdachte zijn eigen verantwoordelijkheid en de verwerpelijkheid van zijn handelen.”
Onder de beslissing onder punt 11, veroordeelt de rechtbank [verzoeker] tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden. Ook wordt een beroepsverbod opgelegd:
“veroordeelt de verdachte daarnaast tot een bijkomende straf, te weten ontzetting uit het recht tot directe en indirecte uitoefening van begeleider in de (geestelijke) gehandicaptenzorg voor de duur van 36 maanden.”
[verzoeker] heeft diezelfde dag hoger beroep ingesteld. Er is nog niet beslist over het hoger beroep.
Op 30 november 2024 heeft HVO-Querido een anonieme melding ontvangen, waarbij zij geïnformeerd werd over het feit dat een medewerker van haar strafrechtelijk zou zijn veroordeeld. Daarbij is geen naam genoemd; alleen de initialen van degene die het zou betreffen: [verzoeker] Deze initialen zijn ook gebezigd in het krantenbericht van [datum] 2024 van het [naam krant] .
Op 3 december 2024 heeft HVO-Querido de rechtbank Noord-Holland verzocht om de naam van de veroordeelde vrij te geven.
Op 7 december 2024 heeft de gemachtigde namens HVO-Querido [verzoeker] schriftelijk uitgenodigd voor een gesprek. In de uitnodiging staat, voor zover relevant, het volgende:
“Zeer recentelijk heeft HVO-Querido kennis genomen van het vonnis d.d. 14 november 2024 waarin een zorgmedewerker strafrechtelijk is veroordeeld voor het plegen van ontucht met een aan zijn zorg toevertrouwde cliënt. HVO-Querido heeft aanleiding om aan te nemen dat u de persoon bent die hiervoor is veroordeeld. HVO-Querido wil u hier graag over horen.
HVO-Querido is vanzelfsprekend erg geschrokken van het vonnis, mede in relatie tot de werkzaamheden waarvoor u bent aangesteld. Medio 2023 is er naar aanleiding van een anonieme melding met u gesproken over die melding die overeen komt met de inhoud van het vonnis. Gelet op uw verklaringen zijn daar toen geen vervolgacties gevolgd, waarbij u wel duidelijk is gemaakt dat HVO-Querido de beschuldigingen – welke u in een geheel ander perspectief plaatste – zeer ernstig vond. In dit licht acht HVO-Querido het bijzonder kwalijk dat u in de afgelopen tijd geen melding heeft gedaan van de lopende procedure en de inhoud van het vonnis.
HVO-Querido wil u in de gelegenheid stellen uitleg te verschaffen over bovenstaande en nodigt u daarom uit hierover te worden gehoord. Hierbij wordt in ieder geval ingegaan op de inhoud van het vonnis en de reden waarom u HVO-Querido niet heeft geïnformeerd over het strafrechtelijk onderzoek en de veroordeling, waaronder een beroepsverbod. Voorgaande mede gelet op de werkzaamheden die u verricht voor HVO-Querido. HVO-Querido wenst te benadrukken dat zij afhankelijk van de uitkomst van het gesprek mogelijk zal overgaan tot het nemen van arbeidsrechtelijke stappen waarbij een ontslag op staande voet niet is uitgesloten. (...)”
Op 12 december 2024 heeft HVO-Querido de bevestiging van de rechtbank Noord-Holland gekregen dat de naam van de veroordeelde in het strafrechtelijk vonnis [verzoeker] is.
Op 12 december 2024 heeft [verzoeker] , in afwachting van toewijzing van een gemachtigde vanuit zijn rechtsbijstandsverzekeraar, schriftelijk gereageerd op het schrijven van de gemachtigde van HVO-Querido van 7 december 2024. Hierin staat, voor zover relevant, het volgende:
“Ik wil u kenbaar maken dat ik vorig jaar een gesprek heb gevoerd met HR en mijn leidinggevende [naam 2] , betreft een anonieme melding welke naar HVO-Querido was verzonden.
In de anonieme brief stonden vele ernstige feiten betreft, huiselijk geweld, seksuele handelingen met kinderen, vernielingen etc. Ik heb u toen gevraagd voor inzage in het document echter gaf u daar geen toestemming voor.
(...)
Ik wil u aangeven dat het gesprek vorig jaar een open en eerlijk gesprek was alwaar beide partijen tevreden waren en er is besloten geen actie hierin te nemen. (...)”
Op 16 december 2024 heeft [verzoeker] zijn verklaring aangevuld, deze luidt als volgt:
“Vorig jaar heb ik in alle openheid gesproken met HR en [naam 2] mijn leidinggevende. Hier heb ik in alle openheid verklaart dat er meerdere zaken lopen en dat ik hiervoor in afwachting ben. Ik heb aangegeven dat het erg veel met mij doet en dat ik mij steeds moet verantwoorden over zaken die ik niet gedaan he. Een aantal maanden later heb ik wederom een gesprek gevoerd met mijn leidinggevende [naam 2] , zij begreep mijn standpunt en gaf mij enkele tips. In de zomer van 2024 hoorde ik dat ik bij reclassering moest komen. Ik ben hier twee maal geweest. Dit waren hele heldere en open gesprekken. Ik was behoorlijk geschrokken van alle aantijgingen. Ik herkende mij daar totaal niet in. Ik heb schriftelijk toestemming gegeven om contact met een vriendin van mij op te nemen en openheid te geven aan HVO [naam 2] . Ik ben vervolgens op 1 augustus 2024 enorm mishandeld waardoor ik opgenomen ben in het AMC voor een operatie aan mijn oog. Ik wist toen niet dat [naam 2] zich ook ziek had gemeld. Achteraf blijkt dat reclassering [naam 2] niet heeft kunnen bereiken.”
Uit de bijgevoegde toestemmingsverklaring, gedateerd op 23 april 2024, blijkt het volgende:
“Ik verklaar dat de genoemde instantie/persoon ( [naam 2] , kantonrechter) informatie over mij mag uitwisselen met de reclassering voor één reclasseringsadvies. Deze toestemming geldt voor het krijgen en geven van de volgende informatie over mij:
‘Niet over t.l.g. feiten spreken, vooral over afstand-nabijheid (met pen geschreven op het formulier, kantonrechter)’
Dat ik met het strafrecht in aanraking ben gekomen en dat ik bekend ben bij justitie en de reclassering. (...)”
Uiteindelijk heeft geen gesprek plaatsgevonden. Op 18 december 2024 is [verzoeker] per brief op staande voet ontslagen. De brief vermeldt het volgende:
“Geachte heer [verzoeker] , beste [verzoeker] ,
In het vervolg op de e-mail van HVO-Querido d.d. 7 december 2024, jouw verklaring 12 december 2024, de aanvullende verklaring welke je advocaat heeft doorgestuurd op 16 december 2024 deel ik je hierbij mede dat HVO-Querido zich genoodzaakt ziet jouw arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen. De dringende reden(en) die aan dit ontslag op staande voet ten grondslag liggen, worden jou in deze brief medegedeeld en aan je toegelicht.
(...)
Ontslag op staande voet
HVO-Querido heeft besloten dat je op basis van de beschikbare informatie met onmiddellijke ingang niet houdbaar bent in je functie. Naast de inhoud van het vonnis acht HVO-Querido het verwijtbaar dat jij – gezien de inhoud van je verklaring – de ernst van de omstandigheden niet lijkt in te zien. In je functie als begeleider bij HVO-Querido kom je dagelijks in contact met kwetsbare cliënten. HVO-Querido acht het onacceptabel dat je – rekening houdend met de samenhang tussen je werk met kwetsbare cliënten en de inhoud van het onderzoek – je (nog steeds) van mening bent dat je HVO-Querido niet hoefde te informeren over het strafrechtelijk onderzoek. Ook is het voor HVO-Querido onbegrijpelijk dat je het vonnis geen belemmering vindt om je functie te blijven oefenen. Indien HVO-Querido niet zelf op de hoogte was geraakt van de inhoud van het vonnis, had jij je (re-integratie) werkzaamheden voorgezet/gestart, hetgeen grote negatieve gevolgen had kunnen hebben. Daarbij stelt HVO-Querido – gezien de feitelijkheden zoals die zijn opgenomen in het vonnis – dat je in de gesprekken medio 2023 geen volledige openheid van zaken hebt gegeven.
In het besluit om je arbeidsovereenkomst met directe ingang te beëindigen heeft HVO-Querido jouw verklaring, je persoonlijke omstandigheden, alsmede het feit dat een ontslag op staande voet maakt dat je per direct geen werk en geen inkomen meer hebt, meegewogen. Wij hebben onder andere in aanmerking genomen dat je het niet eens bent met het vonnis en hoger beroep hebt aangetekend. HVO-Querido dient echter te handelen op basis van informatie die op dit moment beschikbaar is. er is een vonnis waarin je tot ernstige misdrijven bent veroordeeld, deze misdrijven die je hebt gepleegd in je rol als zorgverlener bij je vorige werkgever. HVO-Querido kan het zich – gezien de inhoud van het vonnis – niet permitteren dat jij nog in contact staat met onze cliënten.”
3 Het verzoek en het verweer
[verzoeker] verzoekt – kort gezegd en na eisvermindering op de zitting – de kantonrechter om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
-
voor recht te verklaren dat het ontslag op staande voet niet voldoet aan de wettelijke vereisten, zodat in strijd met artikel 7:671 BW is opgezegd;
-
HVO-Querido te veroordelen tot overdracht van een positief getuigschrift onder straffe van een dwangsom ad € 500,00 per dag;
en HVO-Querido te veroordelen om aan [verzoeker] te betalen:
€ 8.568,33 aan vergoeding wegens onregelmatige opzegging;
€ 3.910,54 aan transitievergoeding;
€ 20.563,98 aan billijke vergoeding;
€ 2.775,00 aan buitengerechtelijke kosten;
de wettelijke rente over de onder c t/m e gevorderde bedragen;
de proceskosten.
[verzoeker] voert – kort gezegd – het volgende aan. Volgens [verzoeker] is het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig. Het ontslag is namelijk niet onverwijld verleend en de in de ontslagbrief vermelde (dringende) redenen rechtvaardigen niet het ontslag op staande voet. [verzoeker] berust zich in het ontslag, hierom verzoekt hij om uitbetaling van de onder 3.1 vermelde bedragen.
HVO-Querido voert verweer en stelt dat het verzoek moet worden afgewezen. Dit verweer zal hierna – voor zover relevant – worden besproken.