Home

Rechtbank Amsterdam, 01-07-2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:5316, 11388040 CV EXPL 24-14145

Rechtbank Amsterdam, 01-07-2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:5316, 11388040 CV EXPL 24-14145

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
1 juli 2025
Datum publicatie
25 juli 2025
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2025:5316
Zaaknummer
11388040 CV EXPL 24-14145

Inhoudsindicatie

Voormalig werknemer en voormalig werkgever verwijten elkaar over en weer de gesloten vaststellingsovereenkomst te schenden. Voormalig werknemer wordt gedeeltelijk in het gelijk gesteld. Voormalig werkgever heeft vso geschonden door – kort gezegd – (i) de proceskosten te betalen van een derde, in een door die derde tegen de voormalig werknemer aangespannen procedure en (ii) aan die derde een getuigenverklaring af te geven, welke verklaring door die derde wordt ingebracht in zijn procedure tegen de voormalig werknemer. Verklaring voor recht dat werkgever is tekortgeschoten en veroordeling tot schadevergoeding, nader op te maken bij staat. Geen sprake van bestuurdersaansprakelijkheid. Vordering tegen de bestuurder dus afgewezen. Gevorderde rectificaties ook afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Civiel recht

Kantonrechter

fno.: 58865

zaaknummer: 11388040 CV EXPL 24-14145

vonnis van 1 juli 2025

I n z a k e

[eiser]

wonend in [woonplaats 1]

eiser in conventie

gedaagde in reconventie

nader te noemen: [eiser]

gemachtigde: mr. J. Hagers

t e g e n

gevestigd in [vestigingsplaats]

gedaagde in conventie

eiseres in reconventie

nader te noemen: [gedaagde 1]

wonend in [woonplaats 2]

gedaagde in conventie

nader te noemen: [gedaagde 2]

gemachtigde: mr. R.I. Loosen

[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hierna gezamenlijk aan te duiden als ‘gedaagden’.

De procedure

De volgende stukken bevinden zich in het procesdossier:

-

de dagvaardingen van 9 en 10 oktober 2024, met 17 producties;

-

de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van 7 januari 2025, met 24 producties;

-

het instructievonnis van 21 januari 2025, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;

-

de conclusie van antwoord in reconventie, met productie 18;

-

de aanvullende productie 19 van de zijde van [eiser] ;

-

de aanvullende producties 25 en 26 van de zijde van gedaagden;

-

de aanvullende producties 20 t/m 22 van de zijde van [eiser] .

Op 18 april 2025 heeft de mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt. [eiser] verscheen in persoon, vergezeld van zijn gemachtigde en mr. L.A.H. Jie Sam Foek. [gedaagde 2] verscheen ook in persoon, voor zichzelf en namens [gedaagde 1] , vergezeld van de gemachtigde en mr. R.W.J. Janssen. Partijen zijn gehoord en hebben hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord. Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

De feiten

Het geschil

De beoordeling

De beslissing