Home

Rechtbank Den Haag, 22-08-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:10292, 6104483 RP VERZ 17-50372

Rechtbank Den Haag, 22-08-2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:10292, 6104483 RP VERZ 17-50372

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
22 augustus 2017
Datum publicatie
16 oktober 2017
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2017:10292
Formele relaties
Zaaknummer
6104483 RP VERZ 17-50372

Inhoudsindicatie

Is als gevolg van een arbeidsongeval de uitzendovereenkomst geëindigd? Eigenrisicodragers. Vangnetters. Art. 13 NBBU-CAO. Ziektewet.

Uitspraak

Zittingsplaats ’s-Gravenhage

CB

Zaaknr.: 6104483 RP VERZ 17-50372

Uitspraakdatum: 22 augustus 2017

Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoekende partij,

verder te noemen: werknemer,

gemachtigde: mevr. mr. drs. D. Vaničková,

tegen

Uitzendbureau Solutions B.V.,

gevestigd en kantoorhoudende te De Lier,

verwerende partij,

verder te noemen: werkgever,

gemachtigde: mr. D.A.M. Lagarrigue (Advocaten van Nu).

1 Het procesverloop

1.1.

Werknemer heeft de kantonrechter bij verzoekschrift (met 21 producties), bij de griffie ingekomen op 22 juni 2017, verzocht -kort gezegd- werkgever te verplichten werknemer toe te laten tot passende werkzaamheden, te veroordelen tot doorbetalen van loon en tot betaling van ziektegeld en tot nabetaling van ten onrechte niet uitgekeerd loon, dan wel het betalen van de transitievergoeding en een billijke vergoeding.

1.2.

Na ontvangst van het verzoekschrift is als datum en tijd voor de mondelinge behandeling bepaald 8 augustus om 14.30 uur.

1.3.

Op 1 augustus 2017 is bij de griffie het verweerschrift van werkgever ingekomen, met 30 producties.

1.4.

Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van werknemer bij akte van 1 augustus nog acht aanvullende producties (nrs. 22 tot en met 29) ingebracht en heeft de gemachtigde van werknemer bij akte van dezelfde datum het verzoek gewijzigd.

1.5.

Bij brief van 3 augustus 2017 heeft de gemachtigde van werkgever nog productie 6 in het geding gebracht, daar die in het verweerschrift ontbrak.

1.6.

Bij brief van 6 augustus 2017 heeft de gemachtigde van werknemer nog aanvullende producties 30 en 31 ingebracht.

1.7.

Op 8 augustus 2017 heeft de mondelinge behandeling van het verzoek van werkgever plaatsgevonden. Daarbij is werknemer in persoon verschenen, samen met zijn gemachtigde en is namens werkgever de heer [JB] verschenen, samen met de gemachtigde van werkgever. Van het verhandelde ter zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt die zich in het procesdossier bevinden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van werknemer pleitaantekeningen overgelegd, waarvan de inhoud als volledig voorgedragen zal worden aangemerkt, en heeft gemachtigde van werkgever een pleitnota overgelegd.

1.8.

Van het oorspronkelijke verzoek maakte een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening (overlegging van bepaalde stukken) deel uit. Doordat werkgever voorafgaand aan de mondelinge behandeling alle stukken, met uitzondering van loonstrook 20, reeds had overgelegd, zag de voorlopige voorziening alleen nog op de genoemde loonstrook 20. Tijdens de mondelinge behandeling is besproken dat werkgever deze loonstrook alsnog aan de gemachtigde van werkgever zou toesturen, in welk geval, behoudens tegenbericht voor 15 augustus 2017 van de zijde van de gemachtigde van werknemer aan de rechtbank, het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening als ingetrokken kon worden beschouwd. De rechtbank heeft geen tegenbericht van de gemachtigde van werknemer ontvangen.

1.9.

Uitspraak op het verzoek is bepaald op 22 augustus 2017.

2 De feiten

2.1.

Werknemer is geboren op [1988] en hij is vanaf 12 mei 2014 op twee aansluitende uitzendovereenkomsten (Fase 1 en Fase 2) als uitzendkracht door Solution bij De Jong Eco Cups B.V. te Westmaas werkzaam geweest als [functie] . Als zodanig bediende hij een machine, die papieren/kartonnen bekertjes produceert.

2.2.

Op 24 maart 2016 is werknemer een arbeidsongeval overkomen, waarbij twee vingers van zijn rechterhand deels werden geamputeerd. Als gevolg van dat ongeval is werknemer meerdere keren geopereerd, voor de eerste maal op 25 maart 2016.

2.3.

Op de uitzendovereenkomsten is de NBBU-CAO voor Uitzendkrachten van toepassing verklaard. In artikel 13 lid 3 van die CAO staat:

De uitzendovereenkomst komt ten einde doordat de inlener om welke reden dan ook de

uitzendkracht niet langer wil of kan inlenen en voorts doordat de uitzendkracht om

welke reden dan ook, daaronder begrepen arbeidsongeschiktheid, de bedongen arbeid

niet langer wil of kan verrichten, alsmede door de vervulling van enige voorwaarde in de uitzendovereenkomst. In geval van ziekte of ongeval van de uitzendkracht wordt de terbeschikkingstelling in Fase 1 en 2 direct na de melding als bedoeld in artikel 25 lid 2 geacht met onmiddellijke ingang te zijn beëindigd op verzoek van de inlener.

2.4.

Werkgever is eigenrisicodrager in de zin van de Ziektewet.

2.5.

Vanaf 15 mei 2016 heeft werknemer, al dan niet voor een volledige werkweek, en al dan niet in zijn oorspronkelijke functie bij De Jong Eco Cups B.V. dan wel in aangepast werk bij andere inleners, werkzaamheden verricht.

2.6.

Werknemer is nog niet volledig arbeidsgeschikt. Volgens de behandelend plastisch chirurg zal definitief herstel nog zeker een half jaar op zich laten wachten.

3 Het verzoek

3.1.

Werknemer verzoekt, na wijziging van het verzoek, samengevat, (primair) het ontslag van werknemer te vernietigen, werkgever te verplichten werknemer toe te laten tot passende werkzaamheden en werkgever te veroordelen tot betaling van loon, werkgever te veroordelen tot betaling van ziekengeld en tot nabetaling van te weinig betaald ziekengeld, te vermeerderen met emolumenten, de wettelijke verhoging en wettelijke rente, voor recht te verklaren dat het uurloon van werknemer verloond dient te worden conform de CAO Kartonnage en als gevolg daarvan betaling en nabetaling van te weinig betaald loon en toeslagen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente, (subsidiair) werkgever te verplichten werknemer toe te laten tot passende werkzaamheden en werkgever te veroordelen tot betaling van loon, werkgever te veroordelen tot betaling van ziekengeld en tot nabetaling van te weinig betaald ziekengeld, te vermeerderen met emolumenten, de wettelijke verhoging en wettelijke rente, voor recht te verklaren dat het uurloon van werknemer verloond dient te worden conform de CAO Kartonnage en als gevolg daarvan betaling en nabetaling van te weinig betaald loon en toeslagen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente, werkgever te veroordelen tot het betalen van een billijke vergoeding, de aanzegvergoeding en een transitievergoeding, en het primair en subsidiair verzochte uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

3.2.

Aan het verzoek legt werknemer - kort gezegd - ten grondslag dat zijn uitzendovereenkomst in Fase 2 is overgegaan in een uitzendovereenkomst in Fase 3, dat die overeenkomst niet op geldige wijze is geëindigd, waardoor deze nog doorloopt. Daarnaast heeft werknemer steeds werkzaamheden verricht, die onder de algemeen verbindend verklaarde CAO Kartonnage vallen, waardoor werknemer steeds te weinig loon dan wel ziekengeld heeft ontvangen. Daarvan verzoekt hij thans nabetaling.

4 Het verweer

5 De beoordeling

6 De beslissing