Rechtbank Den Haag, 08-01-2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:87, AWB - 18 _ 7155
Rechtbank Den Haag, 08-01-2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:87, AWB - 18 _ 7155
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 8 januari 2020
- Datum publicatie
- 22 januari 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2020:87
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2021:1421, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 18 _ 7155
Inhoudsindicatie
Bestuurlijke boete overtreding Gmw. Online te koop aanbieden geneesmiddelen door niet-geregistreerd aanbieder. Zie ook zaak SG 18/5258. Website bevat geen common logo (vastgesteld gemeenschappelijk Europees logo).
Uitspraak
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 18/7155
(gemachtigde: mr. J.A. Lisman),
en
de minister voor Medische Zorg; ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), verweerder
(gemachtigde: mr. M. Snoeks).
Procesverloop
Bij besluit van 20 augustus 2018 (bestreden besluit) heeft verweerder een boete van
€ 12.000,- opgelegd aan eiseres wegens overtreding van artikel 67a van de Geneesmiddelenwet (Gmw).
Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, dat vervolgens als rechtstreeks beroep als bedoeld in artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is doorgezonden naar deze rechtbank.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 oktober 2019.
Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde en mr. M. Fiers.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en [A] .
Overwegingen
Eiseres, handelend onder de namen [handelsnaam] , [handelsnaam] , [handelsnaam] en
[handelsnaam] , is gevestigd te Curaçao. [handelsnaam] is een dochtervennootschap van [B.V.] , gevestigd te [vestigingsplaats] .
Eiseres houdt zich onder meer bezig met het uitoefenen van internationale e-commerce activiteiten, waaronder mede begrepen bemiddeling in de medische zorg, verschaffen van een professioneel platform voor online consultatie en voorschrijving van medicijnen via het internet alsmede de ontwikkeling en begeleiding van de daarvoor benodigde processen in de ruimste zin.
Op 7 juli 2017 heeft een senior-inspecteur van de Inspectie voor de Gezondheidszorg
(inspectie) een boeterapport opgemaakt naar aanleiding van een inspectie van de website [handelsnaam] in de periode 11 november 2016 tot en met 20 maart 2017. Naast overtredingen die thans in het beroep met nummer SGR 18/5258 BESLU aan de orde zijn, is geconstateerd dat sprake is geweest van overtreding van artikel 67a van de Gmw. Op grond van dit artikel en artikel 6.12, eerste lid, onder d, van de Regeling Gmw, eerste lid, onder d, van de Regeling dient de website van online aanbieders van geneesmiddelen het vastgestelde gemeenschappelijk Europees logo te bevatten. Uit onderzoek is gebleken dat de drie op [handelsnaam] genoemde [apotheek] , [apotheek] en [apotheek] noch eiseres beschikken over een dergelijk logo voor [handelsnaam] . Bij brief van 11 september 2017 is eiseres een waarschuwing gegeven en is de gelegenheid geboden om tot drie maanden na dagtekening van deze brief alsnog aan de wettelijke eisen te voldoen. Bij herhaalde constatering van de overtreding zal een bestuurlijke boete worden opgelegd.
Eiseres heeft op 18 oktober 2017 en 20 oktober 2017 gereageerd op de waarschuwing en meegedeeld dat de website is aangepast.
Op 12 maart 2018 heeft een senior-inspecteur van de inspectie een boeterapport
opgemaakt naar aanleiding van een inspectie van de website [handelsnaam] op
9 januari 2018.
2. Bij het bestreden besluit is eiseres naar aanleiding van dat boeterapport een boete
opgelegd van in totaal € 12.000,- voor het volgende beboetbare feit.
De verkoop van geneesmiddelen via internet (op afstand) is verboden, tenzij aan de eisen van de Regeling Gmw is voldaan. Gebleken is dat eiseres via de website [handelsnaam] UR-geneesmiddelen te koop heeft aangeboden op de Nederlandse markt. De website maakte het mogelijk dat één of meer van de UR-geneesmiddelen Cialis, Victoza en Viagra konden worden besteld en betaald, waarna een in het buitenland gevestigde apotheker de UR-geneesmiddelen naar de Nederlandse patiënt stuurde. Van enige betrokkenheid van een apotheker bij de wijze van presentatie van de geneesmiddelen op de website, dan wel de verstrekte gegevens over de geneesmiddelen via [handelsnaam] , is niet gebleken. Het is op grond van de Gmw niet mogelijk dat een apotheker aan een ander platform de mogelijkheid biedt om geneesmiddelen te koop aan te bieden. Eiseres stond niet als aanbieder via internet geregistreerd en de website beschikte niet over het door de Europese Commissie ontworpen gemeenschappelijk logo. Er is sprake van overtreding van artikel 67a van de Gmw.
3. Eiseres heeft op hierna te bespreken gronden beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
4. Een overzicht van de relevante wettelijke bepalingen is in de bijlage opgenomen.
Is de Gmw van toepassing?
5. Eiseres heeft bevestigd dat [handelsnaam] onder meer op consumenten in Nederland is gericht. Zij meent echter dat de verwijzing van verweerder naar het arrest van de Hoge Raad van 18 februari 2005 inzake Ladbrokes (ECLI:NL:HR:2005:AR4841) onvoldoende is voor de conclusie dat de Gmw op de hier aan de orde zijnde activiteiten van toepassing is. De rechtbank overweegt dat, hoewel het ziet op de toepassing van andere regelgeving, het Ladbrokes-arrest en de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling, uitspraak van 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:484) voldoende aanknopingspunten bieden voor de conclusie dat de Gmw van toepassing is. Dit is het geval wanneer aan een consument uit Nederland door middel van een op Nederland gerichte website de mogelijkheid wordt geboden om handelingen te verrichten die zijn gereguleerd met de Gmw.
6. Eiseres heeft bevestigd dat zij geen aanbieder van geneesmiddelen is in de zin van de Gmw. Zij betwist dat zij geneesmiddelen te koop heeft aangeboden via de website. De rechtbank verwijst voor de uitleg van het begrip “te koop aanbieden” naar de rechtsoverweging 6 uit de uitspraak van heden in de andere zaak van eiseres onder nummer SGR 18/5258.
De rechtbank stelt allereerst vast dat het boeterapport ziet op de bevindingen bij de inspectie op 9 januari 2018 en niet, zoals eiseres heeft betoogd, op de situatie tot 12 juli 2018.
De rechtbank overweegt dat eiseres de bevindingen van het onderzoek, zoals vermeld in het boeterapport, niet heeft betwist. Geconstateerd is dat UR-geneesmiddelen op de website van eiseres, al dan niet na het doorklikken van diverse opties, werden aangeboden met de knop “Regel een behandeling voor mij” en de tekst “kosten product+consult+servicekosten”. Er was een bestelmogelijkheid, er werd een winkelwagentje getoond en de bestelling kon onder meer worden betaald via het Nederlands betaalsysteem iDeal. Eiseres heeft voorts niet aannemelijk gemaakt dat de transactie rechtstreeks met een andere partij dan eiseres werd gesloten. Er was aldus sprake van het te koop aanbieden van de genoemde geneesmiddelen, zodat artikel 61 van de Gnw van toepassing is. Nu de website van eiseres mede op de Nederlandse markt is gericht, kan worden getoetst aan artikel 67a van de Gmw.
Het op afstand te koop aanbieden van geneesmiddelen is alleen toegestaan indien de betreffende natuurlijke persoon of rechtspersoon op grond van de Gmw bevoegd is geneesmiddelen ter hand te stellen. Niet in geschil is dat eiseres daartoe niet bevoegd is.
7. Niet in geschil is dat de website niet het gemeenschappelijk logo, vastgesteld krachtens artikel 85quater, derde lid, van de Richtlijn 2000/31/EG, bevat.
Eiseres stelt zich op het standpunt dat er voor haar geen verplichting bestaat om zich in Nederland te registreren voor het common logo. Indien voor haar een registratieplicht zou gelden, dan zou deze alleen bestaan in het land van vestiging. Dit is Curaçao en niet Nederland. De rechtbank overweegt dat eiseres via haar website geneesmiddelen in Nederland te koop heeft aangeboden (zie rechtsoverweging 6.). Voor het online mogen aanbieden van geneesmiddelen in Nederland zijn vereisten opgenomen in de Gmw en in de Regeling Gmw, onder meer de registratie als aanbieder en het hebben van een common logo. Nu op de website van eiseres geen common logo is opgenomen, is sprake van een overtreding van artikel 67a van de Gmw.
Dat eiseres niet is gevestigd in een lidstaat en mogelijk niet in aanmerking kan komen voor het common logo, maakt dit niet anders. Gelet hierop was verweerder in beginsel bevoegd om eiseres een bestuurlijke boete op te leggen.
8. Eiseres heeft aangevoerd dat zij heeft meegewerkt aan de procedure tot nu toe en vraagt dit mee te wegen bij het beoordelen van de hoogte van het vastgestelde boetebedrag.
Verweerder heeft de boete vastgesteld aan de hand van de Beleidsregels bestuurlijke boete Minister VWS, Bijlage Gmw. Verweerder heeft reeds rekening gehouden met de in de Beleidsregels vastgestelde boetenormbedragen en de differentiatie hierop. Daarbij wordt rekening gehouden met het risico dat een overtreding oplevert voor de volksgezondheid (in het normbedrag), de ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid van de overtreder, de medewerking die een overtreder heeft geleverd aan het onderzoek en de vraag of de overtreder een natuurlijke persoon betreft, dan wel een natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft en de omvang van die onderneming.
Naar het oordeel van de rechtbank is de hoogte van de boete in overeenstemming met de aard en de ernst van de overtredingen en de overige hiervoor genoemde omstandigheden. Eiseres heeft geen omstandigheden naar voren gebracht die oplegging van een lagere boete rechtvaardigen.
9. Het beroep dient ongegrond te worden verklaard.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.H. Smits, voorzitter, en mr. G. van Zeben-de Vries en mr. A.E. Dutrieux, leden, in aanwezigheid van A.J. van Rossum, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 januari 2020.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: