Rechtbank Den Haag, 26-10-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:11669, 8975083 RL EXPL 21-881
Rechtbank Den Haag, 26-10-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:11669, 8975083 RL EXPL 21-881
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 26 oktober 2021
- Datum publicatie
- 11 november 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2021:11669
- Zaaknummer
- 8975083 RL EXPL 21-881
Inhoudsindicatie
Werkneemster mocht vertrouwen op de mededelingen van haar leidinggevende met betrekking tot het aanbieden van een vast dienstverband voor een andere functie. De vorderingen van werkneemster worden toegewezen.
Uitspraak
Zittingsplaats ’s-Gravenhage
FH/C
Zaak-/rolnr.: 8975083 RL EXPL 21-881
26 oktober 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiseres]
,
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M. Kokx,
tegen
De Staat der Nederlanden, Ministerie van Financiën, Directoraat-Generaal Belastingdienst,
zetelende te ’s-Gravenhage,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. B.J.M. Oenema.
Partijen worden hierna genoemd “ [eiseres] ” en “de Belastingdienst”.
1 Procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- -
-
de dagvaarding van 7 januari 2021, met productie 1 tot en met 20;
- -
-
de conclusie van antwoord, met productie 1 tot en met 25;
- -
-
de e-mail zijdens [eiseres] van 1 september 2021 met in de bijlage (de volledige) productie 11.
Op 2 september 2021 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij zijn verschenen [eiseres] in persoon, bijgestaan door haar gemachtigde, en namens de Belastingdienst mevrouw [betrokkene 1] ( [functie] van de Belastingtelefoon in Eindhoven), vergezeld van de gemachtigde. Van het verhandelde ter zitting zijn door de griffier aantekeningen gemaakt, die zich in het griffiedossier bevinden. Vervolgens is de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.
2 Feiten
[eiseres] , geboren op [geboortedag] 1967 en thans 54 jaar oud, is op 21 mei 2018 (voor bepaalde tijd) in dienst getreden bij YoungCapital Flex B.V. (hierna: YC) voor (aanvankelijk 20-28 uur per week en later) 16 uur per week (fase A). YC heeft [eiseres] gedetacheerd in de functie van [functie] bij de Belastingdienst, directie Klantinteractie & -services (hierna: KI&S), onderdeel van de BelastingTelefoon.
De uitvoeringsorganisatie Belastingdienst is een integraal onderdeel van het Ministerie van Financiën. De directie KI&S is één van de negen uitvoeringsdirecties binnen de Belastingdienst. De BelastingTelefoon levert telefonische informatie aan burgers en bedrijven die het antwoord op hun vraag niet online kunnen vinden of die niet digitaal vaardig zijn. Het managementteam van de BelastingTelefoon in Eindhoven bestaat uit de [functie] , [betrokkene 1] , [betrokkene 2] , [betrokkene 3] , [betrokkene 4] (hierna respectievelijk: [betrokkene 1] , [betrokkene 2] , [betrokkene 3] en [betrokkene 4] ) en [betrokkene 5] . De informanten werken in teams onder supervisie van een supervisor. De supervisor van [eiseres] was de heer [betrokkene 6] (hierna: [betrokkene 6] ).
Kort nadat [eiseres] haar werkzaamheden bij de Belastingdienst aanving, is voor haar op haar verzoek vanwege persoonlijke omstandigheden (een betere balans werk-privé) een tijdelijke uitzondering gemaakt op de te werken uren. De tijdelijke uitzondering betreft het inroosteren van (maximaal) drie dagen voor de periode van 27 augustus 2018 tot 1 maart 2019. Het contract van [eiseres] is niet aangepast omdat zij ter compensatie haar flexibiliteit heeft verhoogd en ook op de vrijdag beschikbaar was om ingeroosterd te worden. Daarvoor was [eiseres] niet beschikbaar op vrijdag.
Hierna is afgesproken dat [eiseres] per 1 juni 2019 maximaal 24 uur per week verdeeld over drie dagen zal worden ingezet.
Vervolgens zijn YC en [eiseres] overeengekomen dat zij een vast aantal van 16 uur per week zal werken, met de mogelijkheid om de vrijdag te blokkeren om ingezet te worden.
[eiseres] en YC hebben op 30 januari 2020 een arbeidsovereenkomst bepaalde tijd fase B gesloten. In deze arbeidsovereenkomst wordt de inzet van [eiseres] bij de Belastingtelefoon voortgezet voor de periode van 3 februari 2020 tot 15 november 2020. De overeengekomen arbeidsduur bedraagt 16 uur per week.
Begin juli 2020 heeft de Belastingdienst 68 vacatures voor functie van medewerker BelastingTelefoon Eindhoven, [functie] (hierna: [functie] ) bij de Belastingdienst, directie KI&S opengesteld. [eiseres] heeft hierop op 6 juli 2020 gesolliciteerd. Op 9 juli 2020 volgde er aanvullende communicatie met betrekking tot de werving van C-informanten, waarin onder meer is opgenomen:
“Kandidaten die al minimaal 1 jaar werkervaring hebben bij de BelastingTelefoon hebben al laten zien dat zij geschikt zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden behorende bij de functie. Dit betekent dat, behoudens uitzonderingen, over het algemeen voor deze kandidaten geen voorselectie of assessment plaatsvindt. Ook is er voor hen geen selectiegesprek. (…)”
De vacaturetekst is later aangepast. Er is toen een minimum aantal te werken uren van 20 uur per week in de vacature opgenomen.
Op 13 juli 2020 heeft [betrokkene 6] een e-mail gestuurd aan [betrokkene 7] , met cc aan [eiseres] en aan [betrokkene 1] :
“Het liefst wil [eiseres] haar 16 uur behouden, aangezien dit een goede balans op levert tussen werk en prive. Echter als dit een reden vormt voor geen vaste aanstelling, dan wil zij toch graag meegenomen worden in deze ronde en kiest zij ervoor over te gaan naar 20 uur per week.
Ik zou je derhalve willen vragen om haar huidige 16 uur niet als belemmering te zien en haar mee te nemen in deze ronde.”
Op 14 juli 2020 heeft [betrokkene 6] een e-mail gestuurd aan de medewerkers ‘van zijn zaal’ waarin hij heeft medegedeeld dat hij, in goed overleg met [betrokkene 1] , heeft besloten om de Belastingdienst per 11 september 2020 te verlaten.
[eiseres] heeft op 21 juli 2020 om 8.29 uur een e-mail gestuurd naar [betrokkene 2] , die vanuit het managementteam contactpersoon was voor de selectieprocedure:
“Naar aanleiding van ons telefoongesprek gisteren middag […] We hebben gesproken over
mijn afwijzing omdat ik niet voldoe aan de gestelde diploma eisen”.
Bij deze e-mail heeft [eiseres] informatie over haar diploma’s gevoegd.
Op dezelfde dag heeft [betrokkene 2] op deze e-mail gereageerd:
“Ik heb inmiddels contact gehad met de kwalificatiecommissie en zij geven aan dat er een
verschil zit in het associate of vakorganisatie erkent diploma of volledig MBO diploma. (…)
Betekent dat je dus op basis daarvan niet meegenomen mag worden in de procedure voor de
vacature informant C. Ik wil je nog wel vragen om mij je diploma’s te mailen (…) omdat ik
deze nog graag wil laten checken voor wat betreft het niveau. (…)”
Vervolgens heeft [betrokkene 2] aan [betrokkene 6] gevraagd of hij met [eiseres] een
aanvraag wil doen voor diplomawaardering bij DUO.
Op 27 juli 2020 laat [eiseres] aan [betrokkene 2] weten dat herwaardering van haar
diploma’s helaas niet mogelijk is.
Op 29 juli 2020 heeft [betrokkene 3] mondeling aan [betrokkene 6] medegedeeld dat het diploma van [eiseres] is goedgekeurd en dat zij meegaat in de procedure voor een vaste aanstelling bij de Belastingdienst. [betrokkene 6] heeft hierover als volgt verklaard:
“Ik heb vervolgens aan de heer [betrokkene 3] gevraagd of er nog belemmeringen zijn voor het
geven van een vast contract. De heer [betrokkene 3] antwoordt hierop: nee. Ik heb vervolgens
aan de heer [betrokkene 3] gevraagd wie [eiseres] gaat informeren. De heer [betrokkene 3] geeft aan
dat ik, [betrokkene 6] , dit kan doen. De heer [betrokkene 3] heeft hierbij letterlijk benoemd: ik zou
haar gelijk bellen om haar te feliciteren.”
Op 29 juli 2020 heeft de volgende WhatsApp-conversatie tussen [betrokkene 6] en [eiseres] plaatsgevonden:
uur [betrokkene 6] :
“[…] en [betrokkene 2] gesproken. PROFICIAT!!!! Diploma is goedgekeurd!”
14:44 uur [eiseres] : “[…] Weet jij ook per wanneer ik dan in dienst kom of nog niet”
[betrokkene 6] : “Ik verwacht dat dit voor jou per 1 dec zal zijn, maar wacht nog op bevestiging. (…)”
[betrokkene 6] heeft voorts aan [eiseres] en haar collega’s een e-mail gestuurd op 29 juli
2020 om 14.48 uur:
“Hoi allen,
Goed nieuws! Het was een zware bevalling met lichte complicaties….: )
Maar voor ons team zijn alle contractperikelen over! Ik verwacht hier in ook geen rare
zaken meer.
Dit houdt in dat ik met veel plezier de volgende mensen kunnen feliciteren met de te komen
vaste aanstelling: [eiseres] […]”
Op 4 augustus 2020 heeft [betrokkene 6] een e-mail aan [eiseres] en twee andere collega’s
gestuurd:
“Jullie zijn meegenomen in de derde ronde. Dit houdt in dat je per 01-12-2020 een vaste aanstelling krijgt. De gesprekken voor de derde ronde vinden plaats eind augustus/begin september.
Jullie ontvangen op korte termijn hier de uitnodigingen voor. Ik verwacht uiterlijk over twee weken. […]”
Vervolgens heeft [betrokkene 6] op 18 augustus 2020 zijn medewerkers per e-mail als volgt bericht:
“Ik dacht oprecht dat binnen ons team alle contractperikelen tot een goed einde is gebracht, echter ik verneem nu dat een aantal contracten on hold zijn geplaatst.
Degenen die dit betreffen zal ik apart informeren. (…)”
Op 24 augustus 2020 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen [eiseres] , [betrokkene 4] , [betrokkene 8] ( [functie] ) en [betrokkene 9] ( [functie] ). Aanleiding voor dat gesprek was het aantal contracturen van [eiseres] . In de notulen van dat gesprek is
vermeld:
“[…] Er is geen vertrouwen in jouw duurzame inzetbaarheid en flexibiliteit op het moment dat je structureel meer uren moet gaan werken. De Belastingdienst KI&S heeft daarom besloten dat je jouw contract mag uitwerken tot aan 15-11-2020. Daarna loopt je contract van rechtswege af en zal het niet worden verlengd.”
[eiseres] heeft de Belastingdienst in kort geding gedagvaard en, bij wege van voorlopige voorziening, (kort samengevat) veroordeling van de Belastingdienst gevorderd om aan [eiseres] een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in de functie van [functie] voor 20 uur per week aan te bieden en haar weer toe te laten tot de werkzaamheden op de locatie Eindhoven vanaf 1 december 2020, op straffe van een dwangsom. De kantonrechter heeft in haar vonnis van 4 december 2020 met zaaknummer 8788881 RL EXPL 20-17489 de vorderingen van [eiseres] afgewezen omdat deze zich niet voor behandeling in kort geding leenden.
3 Vordering, grondslag en verweer
[eiseres] vordert veroordeling van de Belastingdienst bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. om aan [eiseres] een schriftelijke arbeidsovereenkomst in de functie van [functie] aan te bieden voor 20 uur per week per 1 december 2020 voor onbepaalde tijd op basis van de bij gedaagde geldende arbeidsvoorwaarden ingevolge de Cao Rijk in deze functie, onder betaling van het daarbij behorende loon en emolumenten en onder het verstrekken van deugdelijke loonstroken;
II. tot het toelaten van [eiseres] tot de werkzaamheden in de hiervoor genoemde functie in Eindhoven vanaf 1 december 2020, althans vanaf een in goede justitie te bepalen datum;
III. tot het voldoen van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte daarvan waarop de Belastingdienst in gebreke blijft integraal aan deze veroordelingen onder I en/of II te voldoen;
IV. in de kosten van deze procedure, vermeerderd met nakosten en de wettelijke rente wanneer niet tijdig betaald wordt.
[eiseres] legt aan deze vordering, naast voormelde feiten, het navolgende ten grondslag. [eiseres] heeft er vanwege de diverse uitlatingen van [betrokkene 6] gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat zij in aanmerking kwam voor de functie van [functie] . Zij voldeed aan het urencriterium. [eiseres] mag de Belastingdienst aan de toezegging houden, ook omdat er op geen enkel moment enig voorbehoud is gemaakt. [eiseres] heeft zich bereid en beschikbaar getoond om vanaf 1 december 2020 werkzaamheden te verrichten maar is niet opgeroepen of toegelaten tot haar werkzaamheden.