Rechtbank Den Haag, 17-11-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:12827, C/09/600708 / HA ZA 20-983
Rechtbank Den Haag, 17-11-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:12827, C/09/600708 / HA ZA 20-983
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 17 november 2021
- Datum publicatie
- 29 november 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2021:12827
- Zaaknummer
- C/09/600708 / HA ZA 20-983
Inhoudsindicatie
twee Nederlandse octrooien worden nietigverklaard bij gebrek aan nieuwheid
Uitspraak
vonnis
Team handel
Vonnis van 17 november 2021
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/09/600708 / HA ZA 20-983 van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DIENST WEGVERKEER (RDW),
te Zoetermeer,
eiseres,
advocaat mr. F.S.G. Tuinzing-Westerhuis te Amsterdam,
tegen
[gedaagde] ,
te [plaats],
gedaagde,
advocaat mr. R.P. Küffen te Kerkrade,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/09/600718 / HA ZA 20-984 van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DIENST WEGVERKEER (RDW),
te Zoetermeer,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. F.S.G. Tuinzing-Westerhuis te Amsterdam,
tegen
[gedaagde] ,
te [plaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. R.P. Küffen te Kerkrade.
Partijen zullen hierna RDW en [gedaagde] genoemd worden. Voor RDW is naast de advocaat voornoemd opgetreden mr. ir. F.A.T. van Looijengoed, octrooigemachtigde. Ter zitting trad voorts als advocaat voor RDW op mr. A.F. Kupecz, advocaat te Amsterdam.
1 De procedure in de zaak 20-983
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 7 juli 2020 waarbij aan RDW verlof is verleend [gedaagde] in een procedure volgens het versneld regime in octrooizaken te mogen dagvaarden;
- de dagvaarding van 16 juli 2020;
- de akte overlegging producties van 14 oktober 2020 met producties EP01 t/m EP20;
- -
-
de conclusie van antwoord van 23 december 2020 met producties GP01 en GP02;
- -
-
de akte houdende overlegging nadere producties zijdens RDW van 31 maart 2021 met producties EP21 en EP22;
- -
-
de akte houdende overlegging aanvullende kostenopgave van RDW ingekomen op 21 mei 2021;
- -
-
de akte houdende aanvullende kostenopgave van [gedaagde] ingekomen op 24 mei 2021;
- -
-
de schriftelijke pleitnotities van partijen, ingediend op 26 mei 2021 te 10.00 uur;
- -
-
de schriftelijke reactie van [gedaagde] op de pleitnotitie van RDW door [gedaagde], ingediend op 27 mei 2021 te 10.00 uur;
- -
-
de mondelinge behandeling per beeldverbinding op vrijdag 28 mei 2021 te 10.00 uur met de mogelijkheid van een mondelinge tweede termijn (re- en dupliek) voor beide partijen. RDW heeft afgezien van een nadere inhoudelijke reactie op de pleitnotities van [gedaagde] waardoor [gedaagde] niet aan een dupliek is toegekomen. Op de zitting zijn vragen gesteld door de rechtbank aan partijen.
Ten slotte is het vonnis nader bepaald op heden.
2 De procedure in de zaak 20-984
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 7 juli 2020 waarbij aan RDW verlof is verleend [gedaagde] in een procedure volgens het versneld regime in octrooizaken te mogen dagvaarden;
- de dagvaarding van 16 juli 2020;
- de akte houdende overlegging van producties van 14 oktober 2020 met producties EP01 t/m EP19;
- -
-
de conclusie van antwoord van 23 december 2020 met producties GP01 en GP02;
- -
-
de akte houdende overlegging van aanvullende producties zijdens RDW van 31 maart 2021 met productie EP20;
- -
-
de akte houdende overlegging aanvullende kostenopgave van RDW ingekomen op 21 mei 2021;
- -
-
de akte houdende aanvullende kostenopgave van [gedaagde] ingekomen op 24 mei 2021;
- -
-
de schriftelijke pleitnotities van partijen, ingediend op 26 mei 2021 te 10.00 uur;
- -
-
de schriftelijke reactie van [gedaagde] op de pleitnotitie van RDW door [gedaagde], ingediend op 27 mei 2021 te 10.00 uur;
- -
-
de mondelinge behandeling per beeldverbinding op vrijdag 28 mei 2021 te 10.00 uur met de mogelijkheid van een mondelinge tweede termijn (re- en dupliek) voor beide partijen. RDW heeft afgezien van een nadere inhoudelijke reactie op de pleitnotities van [gedaagde] waardoor [gedaagde] niet aan een dupliek is toegekomen. Op de zitting zijn vragen gesteld door de rechtbank aan partijen.
Ten slotte is het vonnis nader bepaald op heden.
3 De feiten in beide procedures
[gedaagde] 1 is houder van de Nederlandse octrooien NL 1042286 (hierna: NL 286) en NL 1042756 (hierna: NL 756) voor een ‘Kentekendocument met geïntegreerde RFID-chip’.
NL 286 is verleend op 24 september 2018 op een aanvrage daartoe van 2 maart 2017. Op 10 mei 2017 diende [gedaagde] een nieuwe beschrijving en figuur in alsmede een nieuwe conclusie. Voor de aanvraag is op 6 februari 2018, op verzoek van [gedaagde] (op de voet van artikel 34 in verbinding met artikel 34 lid 1 ROW), een nieuwheidsonderzoek uitgevoerd door het Octrooicentrum Nederland (hierna: OCNL) waarbij vier documenten zijn genoemd die op zichzelf als van bijzonder belang voor de materie van NL 286 worden geacht. Tevens is op die datum een schriftelijke opinie afgegeven waarin wordt geconcludeerd dat de materie van de conclusies niet nieuw en/of niet inventief worden geacht ten opzichte van de gevonden documenten. De onderzoeker van OCNL constateerde bij het onderzoek dat “de conclusies veel extra informatie bevatten die geen beperkende invloed heeft op de reikwijdte van de conclusies”. Als gevolg daarvan heeft de onderzoeker die maatregelen buiten beschouwing gelaten bij het onderzoek. [gedaagde] heeft na ontvangst van het nieuwheidsrapport OCNL gevraagd NL 286 te verlenen, waarop dit is gebeurd
NL 286 heeft (ongenummerde) ‘conclusies’. In het navolgende zal de rechtbank het geclaimde aanduiden als ‘conclusie’ in enkelvoud. De Nederlandse tekst van de conclusie luidt als volgt2.
-Uitbreiding van het huidige kentekenbewijs/document met RFID-chiptechnologie en antenne. Een kentekencard/registratiecard van een voertuig/vaartuig is een officieel Overheid DOCUMENT, waarbij de voertuiggegevens(CVO)bij [sic] uitgifte van het kenteken gekoppeld worden aan de gegevens van de kentekenhouder/eigenaar. Het kenteken wordt gebruikt om de geregistreerde gegevens van het voertuig te kunnen controleren, indien dit deelneemt aan het verkeer. Een kentekendocument is opgebouwd uit een kentekencard en kentekenplaat. Daar het huidige kentekendocument fraudegevoelig is, kan men de veiligheid en gebruik van het kentekendocument sterk uitbreiden en verbeteren door het kenteken officieel en wettelijk te voorzien van unieke chiptechnologie. Vernietiging en/of frauduleuze handelingen zijn bij Wetgeving strafbaar gesteld. De uitvinding heeft betrekking op de mogelijkheden die de RFID-chiptechnologie in combinatie met de kentekenplaat van geregistreerde voertuig/vaartuig biedt om dit geregistreerde kenteken en de hieraan gekoppelde voertuiggegevens (CVO), - ook commercieel, - direct, zonder optische waarneming van de kentekenplaat, te controleren/en op het rechtmatig gebruik hiervan. RESUME: De unieke in het kentekendocument geïntegreerde chiptechnologie met RDW-opslaggegevens, maakt het mogelijk om, ook op afstand (middels readers), direct de bij de RDW geregistreerde CVO-gegevens van het voertuig en de kentekenhouder, zonder optische waarneming, te controleren. Door de benodigde readers software in licentie af te geven, maakt de Overheid het tevens mogelijk deze readers ook commercieel in te zetten en te gebruiken. Een “vals” kenteken kan dan direct automatisch door de gebruikers(readers) worden geconstateerd/gesignaleerd. Verder kunnen de gecontroleerde kentekengegevens, toegang geven tot databestanden van het CVO en de kentekenhouder, zonder directe tussenkomst van de Overheid, waardoor malafide praktijken met het kenteken zullen worden beperkt en de rechtmatige kentekenhouder en de Overheid hiermee gebaat zijn. De commerciële bedrijven kunnen met afgestemde software/readers hierop inspelen en directe materiële schade voorkomen die met een voertuig/vaartuig met vals kentekendocument/registratiecard gepleegd kunnen worden.
De conclusie van NL 286 kan, onderverdeeld in de volgende conclusie-elementen, als volgt worden weergegeven:
1a. Uitbreiding van het huidige kentekenbewijs/document met RFID-chiptechnologie en antenne.
1b. Een kentekencard/registratiecard van een voertuig/vaartuig is een officieel Overheid DOCUMENT, waarbij de voertuiggegevens(CVO)bij [sic] uitgifte van het kenteken gekoppeld worden aan de gegevens van de kentekenhouder/eigenaar.
1c. Het kenteken wordt gebruikt om de geregistreerde gegevens van het voertuig te kunnen controleren, indien dit deelneemt aan het verkeer.
1d. Een kentekendocument is opgebouwd uit een kentekencard en kentekenplaat.
1e. Daar het huidige kentekendocument fraudegevoelig is, kan men de veiligheid en gebruik van het kentekendocument sterk uitbreiden en verbeteren door het kenteken officieel en wettelijk te voorzien van unieke chiptechnologie.
1f. Vernietiging en/of frauduleuze handelingen met het kentekendocument zijn bij Wetgeving strafbaar gesteld.
1g. De uitvinding heeft betrekking op de mogelijkheden die de RFID-chiptechnologie in combinatie met de kentekenplaat van geregistreerde voertuig/vaartuig biedt om dit geregistreerde kenteken en de hieraan gekoppelde voertuiggegevens (CVO), - ook commercieel, - direct, zonder optische waarneming van de kentekenplaat, te controleren/en op het rechtmatig gebruik hiervan.
1h. RESUME: De unieke in het kentekendocument geïntegreerde chiptechnologie met RDW-opslaggegevens, maakt het mogelijk om, ook op afstand (middels readers), direct bij de RDW geregistreerde CVO-gegevens van het voertuig en de kentekenhouder, zonder optische waarneming, te controleren.
1i. Door de benodigde readers software in licentie af te geven, maakt de Overheid het tevens mogelijk deze readers ook commercieel in te zetten en te gebruiken.
1j. Een “vals” kenteken kan dan direct automatisch door de gebruikers(readers) worden geconstateerd /gesignaleerd.
1k. Verder kunnen de gecontroleerde kentekengegevens, toegang geven tot databestanden van het CVO en de kentekenhouder, zonder directe tussenkomst van de Overheid, waardoor malafide praktijken met het kenteken zullen worden beperkt en de rechtmatige kentekenhouder en de Overheid hiermee gebaat zijn.
1l. De commerciële bedrijven kunnen met afgestemde software/readers hierop inspelen en directe materiele schade voorkomen die met een voertuig/vaartuig met vals kentekendocument/registratiecard gepleegd kunnen worden.
In de beschrijving van NL 286 is onder meer het volgende opgenomen:
Op pagina 1:
Kentekendocument met geïntegreerde RFID-chip
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een identiteitsdocument, zijnde een officieel kentekendocument, waarin een RFID-chip wordt geïntegreerd met hierop de door de RDW geverifieerde persoonsgegevens van de kentekenhouder/eigenaar en de voertuiggegevens(CVO). Een CVO is een Certificaat van Overeenstemming dat het voertuig voldoet aan de gestelde toelatingseisen, waarvoor het kenteken wordt afgegeven. De RFID-chip is een integraal deel van het kentekendocument, bestaande uit een kentekencard en kentekenplaat/registratieplaat. In de kentekenplaat is een antenne geïntegreerd die met de chip verbonden is, waardoor het "uitlezen" van de chip met een reader, ook op afstand mogelijk is. De aluminium kentekenplaat is met de antenne
verbonden en werkt als signaalversterker. Iedere geïntegreerde chip in het kentekendocument heeft een uniek ID nr., welk niet te manipuleren is. De RFID chip wordt zodanig bevestigd in de card en/of kentekenplaat dat indien men de chip tracht te verwijderen, deze vernietigd wordt. Het is van belang dat de antenne, die in de kentekenplaat gemonteerd wordt en op de chip is aangesloten, een bereik
van een aantal meters heeft, hetgeen door de RDW zal worden afgestemd. De RFID chip kan op afstand en dichtbij met mobiele en vaste readers worden uitgelezen. (…) Hieroor [sic] ontstaat een uniek geautoriseerd controlesysteem van het kenteken en voertuig, voor belanghebbenden derden, - mits gekoppeld aan een geautoriseerde licentie van de uitleesapparatuur-, welk commercieel kan worden toegepast. (…)
en op pagina 2:
De RFID-chip en geïntegreerde antenne maken officieel deel uit van het kentekendocument
en zijn hier onlosmakelijk mee verbonden. (…) De chip en de antenne zijn in een slagvaste behuizing in de kentekenplaat verwerkt en onlosmakelijk met elkaar verbonden. De antenne wordt via een
sleuf/uitsparing in de aluminium kentekenplaat geïntegreerd. Hierdoor fungeert de aluminium kentekenplaat als antenne. (…) De uitvinding heeft merendeels betrekking op de mogelijkheden die de RFID-chiptechnologie in combinatie met de kentekenplaat van geregistreerde voertuig/vaartuig biedt, om dit kenteken en de hieraan gekoppelde voertuiggegevens(CVO) ook commercieel te controleren/en op het rechtmatig gebruik hiervan. Dit deel van de uitvinding, zijnde de kentekenplaat, met hierin verwerkte RFID -chip en antenne/sleuf, wordt in een uitvoeringsvoorbeeld(Figuur 1) verduidelijkt Daarbij toont Figuur 1 - een RFID kentekenplaat, met antenne/sleuf en chip, die onderling met de kentekenplaat/antenne, verbonden zijn. Na het lezen van bovenstaande omschrijving en de mogelijkheden die dit biedt om hier met toestemming van de Overheid gebruik van te kunnen maken, zullen softwarefabrikanten commerciële varianten ontwikkelen die liggen binnen het bereik van onderhavige aanvraag, zoals beschreven. Daarbij worden de rechten gevraagd die in combinatie met de volgconstructies, bij toepassing van deze uitvinding, zijnde een commerciële ICT uitbreiding van een officieel kentekendocument, mogelijk zijn. Bedoeld hierbij zijn de software-besturingsprogramma’s die in licentie van de RDW ontwikkeld zullen worden, om het kentekendocument via de hiervoor bestemde mobiele en/of vaste readers te controleren. (…)
Bij NL 286 behoort (uitsluitend) de volgende figuur:
[gedaagde] 3 is, als gezegd, eveneens houder van NL 756. Dat octrooi is aangevraagd op 19 februari 2018 en verleend op 25 januari 2019. NL 756 roept prioriteit in van 2 maart 2017 op basis van NL 286.
NL 756 zoals verleend heeft 39 conclusies. De Nederlandse tekst van de conclusies luidt als volgt4.
1. Identeitsdocument [sic], omvattende een van een RFID chip voorziene drager, zoals een kentekenplaat/kentekencard, waarin de COV gegevens van het voertuig/vaartuig en de eigenaar/houder in het kenteken zijn verwerkt en die officieel in de kentekenregistratie datumbestand van de Overheid zijn opgeslagen. De genoemde RFID chip is voorzien van een unieke code.
2. Identiteitsdocument volgens conclusie 1, waarbij de kentekenplaat/registratiekaart voorzien is van een in de kentekenplaat/registratiekaart, geintegreerde [sic] antenne en RFID chip.
3. Identiteitsdocument volgens conclusie 2, met hierop een door de Overheid geregistreerde cijfer/letter combinatie.
4. De RFID-chips in het identiteitsdocument hebben dezelfde unieke code. Bij officiële uitgifte van het kenteken/registratiedocument, worden de CoC gegevens van het voertuig/vaartuig middels de unieke code van de RFID-chip gekoppeld aan de eigenaar houder van het identiteitsdocument.
5. De Overheid en de kentekencardhouder/eigenaar voertuig kan middels de op de kentekencard aanwezige RFID-technologie, volgens de vorenstaande conclusies 1 tot en met 4, het kentekendocument direct officieel koppelen aan de CoC gegevens van het voertuig en de hierin standaard aanwezige Event Data Recorder.
6. De Event Data Recorder wordt bij verkeersdeelname van het voertuig, aan het kentekendocument van het voertuig gekoppeld en kan als dusdanig door de Overheid en kentekencardhouder, al dan niet commercieel ingezet en gebruikt worden.
7. Alle toekomstige geregistreerde voertuigen worden voorzien van een standaard Event Data Recorder met hierop standaard de CoC gegevens van het voertuig. Deze CoC gegevens worden geregistreerd in het kentekendocument en opgenomen in het RDW-databestand. De Event Data Recorder verzamelt tijdens het rijden, alle benodigde rij-informatie(black box) en slaat deze via de aangesloten sensors van het voertuig op, - in het aanwezige databestand.
8. De benodigde rij-informatie/ongevalsdata (black box) welke in de EVD bij verkeersdeelname van het voertuig via de aangesloten censors worden opgeslagen, - wordt bepaald door de RDW.
9. De EVD maakt hierdoor officieel deel uit van het kentekendocument en voertuig en is derhalve, bij verkeersdeelname, onderworpen aan het APK-keurmerk. De Algemene Periodieke Keuring(APK) is een in Europa wettelijk verplichte keuring om de verkeersveiligheid te bevorderen en het milieu te beschermen.
10. De eigenaar van het voertuig, zijnde de kentekencardhouder, wordt zodoende ook eigenaar van de in het voertuig aanwezige Event Data Recorder.
11. De kentekencardhouder kan optioneel deze standaard gegevens uitbreiden met persoonlijke toevoegingen.
12. De EVD verzamelt via de in het voertuig aanwezige sensoren, de benodigde realdata over het verkeer, het rijgedrag van de bestuurder en het verkeer.
13. De standaard data van de black box/crashkaart wordt bepaald door de RDW en is onuitwisbaar.
14. De voor officiële controle bedoelde data van de crashkaart kan alleen uitgelezen worden door de daartoe bevoegde instanties(politie/brandweer).
15. Na uitlezing wordt deze data automatisch gewist.
16. De EVD kan eveneens de data verzamelen en verwerken die gekoppeld zijn aan de data van de CRM-vrachtbrief. De benodigde transportgegevens van de CRM-laadbrief, welke in de EVD worden opgeslagen, -wordt bepaald door de RDW.
17. De RDW kan de EVD bij transportvoertuigen gebruiken om tijdstip en aansluiting van de automatische tachograafschijf te registreren en te controleren(voertuig data).
18. De kentekencardhouder/eigenaar blijft zodoende de baas en aansprakelijk over en voor de Event Data Recorder en de hiermee verzamelde eigen voertuig data.
19. De Overheid maakt gebruik van de aan het kentekendocument gekoppelde EVD, door de black box en de CRM-vrachtbrief middels de CoC registratie van het voertuig aan het kentekendocument te koppelen.
20. Deze Event Data Recorder wordt voorzien van een COC-registratie die gekoppeld en verwerkt is in het kentekendocument. Hierdoor maakt de EDR standaard deel uit van het geregistreerde kentekenbewijs en voertuig.
21. De Overheid bepaalt de benodigde standaard data voor crashkaart en CRM-vrachtbrief/tachograaf aansluiting/welke in de EVD worden opgeslagen. Het kentekendocument met geïntegreerde chiptechnologie met RDW-databestanden-kunnen door de hiervoor bestemde readers worden uitgelezen.
22. Het RFID-kenteken-zie kentekenplaat- wordt bij deelname aan het openbaar verkeer, gebruikt om de geregistreerde gegevens van het voertuig, -dus ook de data van de EVD -geautoriseerd te kunnen controleren en/of bewerken.
23. De black box data treedt alleen in werking tijdens een crash van het voertuig en is alleen door de Overheid/bevoegde instanties uit te lezen.
24. De black-box data en de CRM-vrachtbrief data worden officieel door de Overheid in het kentekendocument verwerkt en als standaard data/programma, -in de Event Data Recorder opgenomen en geprogrammeerd.
25. Door de benodigde software(readers)slechts in licentie uit te geven creëert de Overheid de mogelijkheid het kentekendocument middels de sleutelcode van de unieke RFID/zie autorisatie software-gebruik(readers) besturingsprogramma’s te ontwikkelen die geautoriseerd het kentekendocument en de hieraan gekoppelde EVD kunnen controleren.
26. Vernietiging en/of frauduleuze handelingen met het Document (dus ook de geïntegreerde chip en de EVD) zijn bij Wetgeving strafbaar gesteld.
27. De commerciële bedrijven kunnen met de verstrekte licentie van de Overheid en/of kentekencardhouder, hierop inspelen door aangepaste software te ontwikkelen die de RFID-chip van de kentekencard toegankelijk maakt voor IT-netwerken en/of databestanden die met het voertuig/vaartuig/aan de kentekencard gekoppeld zijn of worden.
28. CRM-vrachtbrief staat voor “Convention Relative au Contract de Transport International de Merchandiser par la Route”Verdrag voor het Internationaal Vervoer van Zaken over de weg). Bij controles van douane en politie dient de standaard CRM-vrachtbrief verplicht aanwezig te zijn bij de vervoerde lading. Een vrachtbrief hoeft niet in het voertuig te liggen als er gebruik wordt gemaakt van een geautomatiseerd administratiesysteem.
29. Door de vrachtbrief op te nemen in de EVD maakt deze deel uit van het kentekendocument. De autorisatiecode van de RFID-chip/kenteken kan zodoende door de kentekencardhouder gebruikt worden om tijdstip en plaats van het voertuig/vaartuig en lading ICT-matig te registreren.
30. De CRM-vrachtbrief wordt geautoriseerd door de Overheid en/of kentekencardhouder via de RFID-chip van het kenteken als standaard en deel uitmakend van het kenteken/registratie aan het transportvoertuig/vaartuig aan de EVD gekoppeld, waardoor de vrachtbrief onlosmakelijk en onvervreemdbaar met het voertuig verbonden is en ICT matig geautoriseerd bewerkt en gecontroleerd kan worden. De CRM-gegevens kunnen worden opgeslagen en verwerkt in de Event Data Recorder(EDR) waar de black box deel van uitmaakt.
31. De verschillende vrachtbrieven van meerdere voertuigen kunnen ICT matig aan elkaar gekoppeld worden.
32. Na het lezen van bovenstaande omschrijving en de mogelijkheden die dit biedt om hier met toestemming/licentie van de Overheid en de kentekencardhouder commercieel gebruik van te kunnen maken, zullen softwarefabrikanten ICT-varianten ontwikkelen die liggen binnen het bereik van onderhavige aanvraag, zoals boven beschreven.
33. De octrooiaanvrager claimt de octrooirechten van het commerciële en geautoriseerde gebruik van het kentekendocument, -zoals bedoelt en omschreven in conclusie 32, in combinatie met het gebruik van de Event Data Recorder (black box) en de CRM-vrachtbrief.
34. De octrooiaanvrager claimt specifiek de octrooirechten op het commerciële gebruik van de CRM-vrachtbrief /Event Data Recorder/black box, - in combinatie met het kentekendocument – zoals bedoelt en omschreven in conclusie 30.
35. Bij de uitvoering van dit idee maakt de vrachtbrief altijd deel uit van de kentekencard van het voertuig en is als zodanig altijd in het voertuig aanwezig en sluit aan op elk geautomatiseerd geautoriseerd administratiesysteem.
36. De wettelijk verplichte vrachtbrief is bij uitvoering van het idee, altijd in het voertuig aanwezig. (EDR)Het laden en lossen van de vracht kan hierdoor direct ICT matig geautoriseerd verwerkt worden en gecontroleerd.
37. De uitvoering van dit idee (licentie Overheid) zal de transparantheid op het transport bevorderen waardoor de transportondernemer, binnen de geldende regelgeving, commercieel gezien gewin heeft en kosten kunnen worden uitgespaard; transparantheid van het transport plaats vindt en frauduleuze handelingen met de lading kunnen worden beperkt en/of voorkomen.
38. De gelijktijdige invoering van de Event Data recorder/black-box kan als er een ongeluk is gebeurd, snel en onpartijdig vaststellen wie er schuldig is. Ook kan de mogelijke(letsel)schade sneller worden afgehandeld.
39. De Event Data Recorder creëert de mogelijkheid om bij crashes van het voertuig, indien nodig en gewenst, de individuele belangen van de kentekencardhouder/bestuurder voor de hulpverleners uit te breiden-bijvoorbeeld: waarschuwingsadressen; medische achtergrond van de kentekencardhouder (bloedgroep; suikerziekte; hartpatiënt, etc.)
In de beschrijving van NL 756 is onder meer het volgende opgenomen:
Op pagina 1:
Kentekendocument met geïntegreerde RFID-chip.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een officieel kentekendocument/ registratiebewijs van een voertuig en/of vaartuig. De kentekenplaat en kentekencard maken deel uit van het kentekendocument. (…) Door het Document/kentekencard officieel en integraal uit te breiden met unieke RFID-technologie ontstaat de mogelijkheid om de kenteken databank van de Overheid communicatief en commercieel te bereiken en/of uit te breiden. De uitvinding heeft merendeels betrekking op de mogelijkheden die de RFID-chiptechnologie in combinatie met de kenteken/registratieplaat van de geregistreerde voertuigen/vaartuigen biedt om -via de kentekencard, - alle uitvoeringshandelingen van het voertuig/vaartuig al dan niet commercieel te controleren op rechtmatig gebruik.(…) Algemeen en officieel staan op de RFID-chip van de kentekencard/kentekenplaat, de door de Overheid geverifieerde persoonsgegevens van de eigenaar/kentekencardhouder en de CVO(CoC)gegevens van het voertuig. De in de kentekencard/kentekenplaat/registratieplaat, integraal verwerkte RFID-
Op pagina 2:
chip vormt als het ware een onvervreemdbare unieke toegangssleutel tot het bij het voertuig/vaartuig behorende officiële kenteken/registratiedocument en maakt hier officieel deel van uit. Met de door de Overheid geautoriseerde uitleesapparatuur kan de RFID-chip het Document(chip) openen en/of de hieraan gekoppelde Documentgegevens controleren. De Overheid heeft het beheer van het Document/kentekencard. Vernietiging en/of fraudeleuze handelingen met het officiële Document (dus ook de geïntegreerde chip) zijn bij Wetgeving strafbaar gesteld. (…) De Overheid registreert(databank) bij uitgifte van het kenteken(kentekencard) de op de kentekencard aanwezige unieke chipcode en koppelt deze aan de te naamstelling van de eigenaar/houder van de kentekencard en het CoC van het voertuig. Het Certificate of Conformity(CoC) is het "geboortebewijs "van het voertuig/vaartuig en verwijst naar alle relevante technische gegevens (chassisnummer en type) van het voertuig/vaartuig, welk aan de kentekencard/document gekoppeld zijn. (…) Het idee is om de geregistreerde voertuigen te voorzien van een Event Data Recorder, die standaard vanuit de fabriek in iedere auto verplicht voor verkeersdeelname moet worden ingebouwd. De datarecorder wordt gekoppeld aan de specifieke CoC code van het betreffende voertuig. De datarecorder is bedoeld om voertuig gegevens in de praktijk te verzamelen, -dus tijdens verkeersdeelname. De Overheid kan het kentekendocument via de COC-code van het voertuig verplicht koppelen aan de Event Data Recorder, waardoor de hierin tijdens het rijden opgeslagen gegevens onlosmakelijk
verbonden worden met het gebruik van het voertuig en dus de kentekencard.
Op pagina 4:
(…) Kentekenplaat: In de kentekenplaat_is een antenne geïntegreerd, die met de chip verbonden is, waardoor het "uitlezen" van de chip met een geautoriseerde reader, ook op afstand mogelijk is. De aluminiumplaat is met de antenne verbonden en werkt als signaalversterker. (…) De RFID-chip wordt zodanig bevestigd in de card en/of kenteken/registratieplaat dat zodra men de chip tracht te verwijderen, deze vernietigd wordt. Vernietiging en/of fraudeleuze handelingen met het Document (dus ook de geïntegreerde chip en de aangesloten EVD) zijn bij Wetgeving strafbaar gesteld. Het is van belang dat de antenne, die in de kenteken/registratieplaat gemonteerd wordt en op de chip is aangesloten, een bereik van een aantal meters heeft, hetgeen door de Overheid zal worden bepaald en afgestemd. De RFID chip kan op afstand en dichtbij met mobiele en vaste readers worden uitgelezen. Daar het hier een officieel Document betreft, welk gekoppeld is aan het gebruik van dit voertuig of vaartuig, verstrekt de Overheid slechts in licentie de benodigde software die nodig is om de toegang tot de uitleesapparatuur(readers) te verkrijgen. Softwarefabrikanten kunnen zodoende in licentie softwareprogramma's ontwikkelen welke middels de hiervoor bestemde readers gecontroleerd toegang verkrijgen tot het databestand van de Overheid van de geregistreerde voertuig/vaartuigen die met voornoemde kentekenregistratie-techniek zijn uitgerust. Hierdoor ontstaat een uniek geautoriseerd controlesysteem van het kenteken/registratiecard en voertuig/vaartuig/ en de via de RFID-chip hieraan gekoppelde databestanden(EVD), - voor belanghebbenden derden, welk commercieel kan worden toegepast. De uitvinding heeft merendeels betrekking op de mogelijkheden die de RFID-chiptechnologie in combinatie met de kenteken/registratieplaat van de geregistreerde voertuigen/vaartuigen biedt om variabele toegevoegde data, -via de RFID-chip, - ook commercieel te controleren op het rechtmatig gebruik
Op pagina 5:
hiervan. (…) Dit deel van de uitvinding, zijnde de kenteken/registratie, met hierin verwerkte RFID-chip en
antenne/sleuf, wordt in een uitvoeringsvoorbeeld (Figuur 1) verduidelijkt. Daarbij toont Figuur 1, een RFID-kentekenplaat, met antenne/sleuf en chip, die onderling met de kentekenplaat/antenne, verbonden zijn. Na het lezen van bovenstaande omschrijving en de mogelijkheden die dit biedt om hier met toestemming van de Overheid en/of kentekencardhouder gebruik van te kunnen maken, zullen softwarefabrikanten commerciële varianten ontwikkelen die liggen binnen het bereik van onderhavige aanvraag, zoals beschreven. Daarbij worden de rechten gevraagd die in combinatie met de volgconstructies, bij toepassing van deze uitvinding, zijnde een commerciële ICT-uitbreiding van een officieel kentekendocument, - mogelijk zijn. Bedoeld hierbij zijn de software-besturingsprogramma's en het commerciële gebruik hiervan, die in licentie van de RDW ontwikkeld
zullen worden, om het kentekendocument en de hieraan gekoppelde voertuiggegevens, - via de hiervoor bestemde mobiele en/of vaste readers te controleren en/of te volgen. (…)
Bij NL 756 behoort de volgende (aan de figuur van NL286 vrijwel identieke) figuur:
Een Nederlands octrooi wordt niet verleend voordat een onderzoek naar de stand van de techniek met betrekking tot het onderwerp van de aanvrage is verricht (artikel 32 ROW5). Op verzoek van [gedaagde] is voor NL 756 een onderzoek van internationaal type gedaan (als bedoeld in artikel 34 lid 2 ROW). De onderzoeker van het Europees Octrooibureau (aan wie het onderzoek was uitbesteed) heeft alleen een nieuwheidsonderzoek uitgevoerd naar de conclusies 1 t/m 3 van NL 756. De onderzoeker meldt hierover het volgende:
Dit verslag van het onderzoek heeft geen betrekking op bepaalde conclusies omdat deze betrekking hebben op delen van de nationale aanvrage die niet voldoen aan de voorgeschreven vereisten, en wel in die mate dat geen zinvol nieuwheidsonderzoek verricht kan worden, in het bijzonder:
Volledig onderzoekbare conclusie(s):
1-3
Niet onderzochte conclusie(s):
4-39
Reden voor de beperking van het onderzoek:
The claims contain many acronyms which are not standard terms and are not defined. The claim also relate to many features which have no antecedent and/or no previously defined relation to other features.
These formulations thereby leave the reader in doubt as to the meaning of the technical features to which they refer, thereby rendering the definition of the subject-matter of said claims unclear.
Only claims 1, 2 and 3 are formatted in an acknowledged format for patent claims, all the other claims are formulated as mere “statements” without defining any relation to or dependency on other claims. As such, these other claims are considered to be independent claims.
When attempting to use the description to interpret the claims, a similar observation is made, in that the the [sic] description as a whole is vague and unclear, due to containing, to a large amount, mere statements without a clear relational structure, and due to the use of often inconsistent terminology for presumably the same feature, the use of various inconsistent formatting, such as terms in bold, terms underlined, terms in parentheses, terms separated by slashes, terms separated by hyphens, the use of undefined acronyms, etc.
This renders it extremely difficult for the skilled person to grasp the exact scope and intent of the application from the description when trying to determine the subject-matter for which protection is sought.
Consequently, there being doubt on the precise subject-matter for which protection is sought, there being no clear distinction between the independent claims because of overlapping scope, there being so many independent claims, and these claims being drafted in such a way that the claims as a whole are not in compliance with the provisions of clarity and conciseness, as it is particularly burdensome for a skilled person to establish the subject-matter for which protection is sought, the non-compliance with the substantive provisions is to such an extent, that the search was performed taking into consideration the non-compliance in determining the extent of the search.
The search was based on the subject-matter that, as far as can be understood, could reasonably be expected to be claimed later in the procedure, and the corresponding claims, namely 1-3.
In het nieuwheidsonderzoek zijn conclusies 1 t/m 3 van NL 756 niet nieuw en/of inventief bevonden ten opzichte van, onder andere, de documenten/octrooiaanvragen FR 2 902 385 A1 en US 5,657,008 A (zie 3.29. en 3.30. hierna). OCNL heeft aan [gedaagde] geen mededeling gedaan als bedoeld in artikel 35 ROW over de (gevolgen van de) onduidelijk bevonden en derhalve niet onderzochte conclusies 4 t/m 39 van de aanvrage. [gedaagde] heeft na ontvangst van het nieuwheidsrapport gevraagd NL 756 te verlenen. OCNL heeft daarop het octrooi verleend inclusief de onduidelijk bevonden conclusies.
RDW is een publiekrechtelijke rechtspersoon die op grond van artikel 4(b) Wegenverkeerswet 1994 onder meer belast is met het uitgeven van kentekens van motorrijtuigen, het inschrijven en tenaamstellen van motorvoertuigen in het kentekenregister, en het afgeven van kentekenbewijzen.
De specificaties en beveiligingsmaatregelen waaraan kentekenbewijzen moeten voldoen zijn in detail gereguleerd op Europees en nationaal niveau. In 2003 is een Europese richtlijn6 aangenomen op grond waarvan lidstaten de mogelijkheid wordt geboden om het papieren kentekenbewijs te vervangen door een ‘chipkaart’. In Nederland is op 1 januari 2014 een kentekencard ingevoerd (hierna ook: de card). Op deze card is een microprocessor chip aangebracht waaruit informatie kan worden uitgelezen met bijbehorende leesapparatuur (reader). Het betreft een zogenoemde contact chip die (alleen) kan worden uitgelezen door (contactpunten op) de card met een reader in aanraking te brengen. Dit ter onderscheiding van een RFID (Radio-frequency identification)-chip die op afstand (contactloos) kan worden uitgelezen.
Ook de vereisten waaraan een kentekenplaat dient te voldoen zijn in detail gereguleerd.7 De huidige kentekenplaten bevatten geen chips.
In 2004 heeft [gedaagde] RDW benaderd met het idee voor een digitaal kentekendocument. RDW heeft aan [gedaagde] uitgelegd dat hij een uitvoerende overheidsinstantie is die kentekens en kentekenbewijzen afgeeft en niet zelf technologie daarvoor ontwikkelt maar Europese richtlijnen en nationale wet- en regelgeving volgt waarin is bepaald waaraan kentekens en kentekenbewijzen moeten voldoen (vgl. 3.14. en 3.15.).
Naar aanleiding van berichten in de media over tests met kentekenplaten met RFID chips in 2012 en de invoering van de kentekencard in 2014, heeft [gedaagde] RDW aangeschreven en aangegeven dat hij betrokken wenste te worden bij RFID-ontwikkelingen. [gedaagde] was van mening dat RDW althans de overheid zijn idee gebruikte en aldus inbreuk maakte op zijn rechten.
RDW heeft aangegeven dat niet duidelijk is welke rechten [gedaagde] aan het idee kan ontlenen en op welke manier RDW daarop inbreuk zou maken. Desalniettemin heeft [gedaagde] vastgehouden aan zijn standpunt dat RDW zijn idee gebruikt en heeft hij een financiële genoegdoening voor elke afgegeven en nog af te geven kentekencard gevorderd. RDW heeft [gedaagde] in september 2015 verwezen naar de formele procedure voor een verzoek om schadevergoeding.
Na verlening van NL 286 heeft [gedaagde] bij brieven van 21 november 2018 en 27 december 2018 RDW aangeschreven wegens inbreuk op dat octrooi.
Bij brief van de advocaat van RDW van 27 mei 2019 is aan [gedaagde] uitgelegd dat de kentekencard die de RDW sinds 1 januari 2014 als deel I van het tweedelig kentekenbewijs uitgeeft geen RFID technologie bevat. Voorts is uitgelegd dat de tests die de RDW ruim voor de aanvraagdata van de octrooien heeft uitgevoerd met RFID-chips op kentekenplaten, technologie betrof die niet door of in opdracht van de RDW zijn ontwikkeld. Daarom kan van inbreuk op EP 286 en NL 756 geen sprake kan zijn. Voorts heeft RDW, onder verwijzing naar de nieuwheidsonderzoeken, erop gewezen dat de octrooien van [gedaagde] nietig zijn wegens gebrek aan nieuwheid en inventiviteit. In de brief is verder uitgelegd dat OCNL ten aanzien van een Nederlands octrooi niet toetst of aan de materiële vereisten voor octrooibescherming is voldaan en de aanvrager ondanks een negatief nieuwheidsonderzoek toch octrooi verleend kan krijgen.
[gedaagde] heeft op de brief van de advocaat van RDW gereageerd, onder meer bij brief van 6 juni 2019 en e-mail van 8 juni 2019. In deze correspondentie stelt [gedaagde] dat zijn octrooien geldig zijn en dat RDW daarop inbreuk maakt. [gedaagde] geeft aan dat als RDW niet aan zijn wensen tegemoet komt, hij een inbreukprocedure aanhangig zal maken.
Naast correspondentie met RDW heeft [gedaagde] zich over deze kwestie een aantal keren gewend tot de Nationale Ombudsman en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. In 2019 heeft [gedaagde] ook marktpartijen aangeschreven.
Nadat [gedaagde] bleef volharden in zijn standpunt dat RDW inbreuk maakt op NL 756 en NL 286 heeft hij bij verzoekschriften van 18 juli 2019 OCNL verzocht advies uit te brengen volgens artikel 84 ROW omtrent de toepasselijkheid van de in artikel 75, eerste lid, ROW genoemde nietigheidsgronden op beide octrooien.
In haar adviezen van 28 februari 2020 (NL 286) en 6 maart 2020 (NL 756) concludeert OCNL dat beide octrooien vernietigbaar zijn wegens toegevoegde materie, gebrek aan nieuwheid en gebrek aan inventiviteit. OCNL heeft, voorts, ten aanzien van NL 756 ook advies uitgebracht over de conclusies 4 t/m 39.
Bij brief van 20 maart 2020 heeft RDW [gedaagde] in de gelegenheid gesteld vrijwillig afstand te doen van de octrooien bij gebreke waarvan hij aankondigt een nietigheidsprocedure aanhangig te zullen maken bij deze rechtbank. Bij e-mail van 15 april 2020 aan de advocaat van RDW heeft [gedaagde] aangegeven niet vrijwillig afstand te willen doen en op zijn beurt RDW in een procedure te zullen betrekken mocht de RDW daadwerkelijk een procedure tot vernietiging (de rechtbank begrijpt: of een nietigheidsprocedure) aanhangig maken.
Bij brief van 2 april 2020 heeft [gedaagde] bezwaar gemaakt tegen de adviezen van OCNL. Daarbij stelt [gedaagde] zich onder meer op het standpunt dat RDW de hoorzitting bij OCNL zou hebben verstoord.
Bij brief van 20 mei 2020 heeft OCNL [gedaagde] te kennen gegeven dat zijn bezwaarschrift niet-ontvankelijk is omdat een advies van OCNL niet is aan te merken als een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb.8
Bij brief van 30 juni 2020 heeft [gedaagde] bij monde van zijn advocaat beroep ingesteld bij de sector bestuursrecht van deze rechtbank tegen de beslissing van OCNL om zijn bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren.
Op de prioriteitsdatum (2 maart 2017) behoorde de Franse octrooiaanvrage
FR 2 902 385 (gepubliceerd op 21 december 2007), voor een ‘Systeme d’identification pour vehicule automobile et methode de controle de l’identification d’un tel verhicule’, tot de stand van de techniek. De octrooiaanvrage (hierna: FR 385) beschrijft een systeem en werkwijze voor het identificeren van een voertuig. Figuur 1 van FR 385 is hieronder weergegeven:
In de beschrijving is onder meer het volgende opgenomen:
p.1, r.11-12 :
Le propriétaire de chaque véhicule dispose généralement de documents officiels, par exemple dénommées « carte grise » en France, comportant des informations techniques et administratives sur le véhicule.
p. 1, r.28-33 :
Pour vérifier l'identification d'un véhicule, les forces de l'ordre doivent se connecter à une base de données contenant les informations relatives à l'ensemble des véhicules équipés de telles puces. Une telle procédure requiert un matériel complexe et onéreux.
p.2, r.11-14 :
A cet effet, l’invention a trait à un système d’identification pour un véhicule automobile équipé d’une plaque minéralogique caractérisé en ce qu’il comprend :
p.2, r.22- p.3, r. 4
- au moins un dispositif électronique de lecture de de données stockées dans les mémoires, ce dispositif étant apte à comparer automatiquement entre elles des données d’identification lues dans chacune des mémoires pour déterminer si ces données concernent le même véhicule et à indiquer que les données sont cohérentes uniquement si les données lues dans toutes les mémoires concernent le même véhicule.
Les forces de l’ordre peuvent, grâce au dispositif électronique de lecture, vérifier l’authenticité et la cohérence des informations portées respectivement sur la plaque d’immatriculation du véhicule et/ou sur la vignette apposée sur la partie vitrée. L’utilisation d’étiquettes électroniques passives, qui peuvent être basées sur la technologie RFID (Radio Frequency Identification ou Identification par Radio Fréquence) (…)
p.7, r.1-3 :
Le propriétaire du véhicule 1 dispose d’un document officiel 3 qui est le plus souvent dénommé « carte grise » en France.
p.7, r.20-31:
L’étiquette 25 comprend une puce ou mémoire 26 connectée à une bobine inductive 27, les éléments 26 et 27 étant réalisés sous une forme plane. Les étiquettes 35 et 45 sont du même type que l’étiquette 25 et comprennent respectivement une mémoire, 36 ou 46, et une bobine, 37 ou 47, permettant d’alimenter de cette mémoire lorsqu’elle se trouve dans un champ magnétique d’intensité suffisante.
Les étiquettes 25, 35 et 45 peuvent être fabriquées selon la technologie RFID, cette technologie étant notamment utilisée dans les domaines de la logistique et de l’emballage. Les coûts de fabrication des étiquettes 25, 35 et 45 sont ainsi bien maîtrisés.
Het Amerikaanse octrooi US 5,657,008 (US 008), op 12 augustus 1997 verleend voor een ‘Electronic license plate having a secure identification device’, behoorde op de prioriteitsdatum eveneens tot de stand van de techniek.