Rechtbank Den Haag, 02-03-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:2029, 8951983 / EJ VERZ 20-86365
Rechtbank Den Haag, 02-03-2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:2029, 8951983 / EJ VERZ 20-86365
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 2 maart 2021
- Datum publicatie
- 8 maart 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2021:2029
- Zaaknummer
- 8951983 / EJ VERZ 20-86365
Inhoudsindicatie
Verzoek tot vernietiging van de opzegging arbeidsovereenkomst wordt afgewezen, omdat werknemer daar geen belang meer bij heeft. Werkgever heeft voor de mondelinge behandeling het ontslag op staande voet ingetrokken. Weliswaar kan werkgever het ontslag op staande voet niet eenzijdig intrekken, maar door te persisteren in zijn vordering tot vernietiging heeft werknemer aangegeven dat hij wenst dat de opzegging wordt teruggedraaid en dus feitelijk met de intrekking van het ontslag op staande voet instemt. Er is geen aanleiding de wettelijke verhoging op het achterstallige salaris te matigen, nu de vertraging in de betaling volledig aan werkgever is toe te rekenen. Er bestaat geen aanleiding tot een schriftelijke rehabilitatie nu niet, dan wel onvoldoende is gebleken van een aantasting van de eer en goede naam van werknemer. Toekenning van een ruimere proceskostenveroordeling dan het liquidatietarief omdat werknemer door het ontslag op staande voet genoodzaakt was een verzoekschrift in te dienen, en dus kosten te maken, en werkgever eenzijdig tot het oordeel is gekomen dat het ontslag op staande voet moest worden ingetrokken.
Uitspraak
Zittingsplaats Gouda
PF
Zaaknr.: 8951983 / EJ VERZ 20-86365
Uitspraakdatum: 2 maart 2021
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. J.W. Stam,
tegen
Juizz,
gevestigd te Alphen aan den Rijn ,
verwerende partij,
gemachtigde: mr. C. de Bruin .
Partijen worden aangeduid als “ [verzoeker] ” en “ Juizz ”.
1 Procesverloop
[verzoeker] heeft op 30 december 2020 een verzoekschrift ex artikel 7:681 BW ingediend tevens houdende verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening. Op 1 februari 2021 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling hebben beide partijen producties toegezonden en heeft [verzoeker] zijn verzoek vermeerderd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van [verzoeker] aantekeningen overgelegd en het verzoek gewijzigd.