Rechtbank Den Haag, 09-11-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:11457, C/09/609567 / HA ZA 21-300
Rechtbank Den Haag, 09-11-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:11457, C/09/609567 / HA ZA 21-300
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 9 november 2022
- Datum publicatie
- 9 november 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2022:11457
- Zaaknummer
- C/09/609567 / HA ZA 21-300
Inhoudsindicatie
Beroep op volledige nadeelscompensatie (voor onevenredige schade door coronamaatregelen) horecaondermemers op grond van het égalitébeginsel slaagt niet.
Uitspraak
vonnis
Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/609567 / HA ZA 21-300
Vonnis van 9 november 2022
in de zaak van
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
KONINKLIJK VERBOND VAN ONDERNEMERS IN HET HORECA EN AANVERWANT BEDRIJF “HORECA NEDERLAND” te Woerden,
mede als lasthebber optredend voor
a. [Horecaondernemer 1] te [plaats 1] , handelend onder de naam [Handelsnaam 1],
b. [Horecaondernemer 2] te [plaats 2] ,
c. [Horecaondernemer 3] te [plaats 3] ,
d. [Horecaondernemer 4] te [plaats 4] ,
e. [Horecaondernemer 5] te [plaats 5] ,
f. [Horecaondernemer 6] te [plaats 6] , handelend onder de naam [Horecaondernemer 6],
g. [Horecaondernemer 7] te [plaats 7] ,handelend onder de naam [Handelsnaam 3],
h. [Horecaondernemer 8] te [plaats 8] ,
eiseres,
advocaat mr. P.D. Olden te Amsterdam,
tegen
DE STAAT DER NEDERLANDEN (MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN)
te Den Haag,
gedaagde,
advocaat mr. R.W. Veldhuis te Den Haag.
Partijen zullen hierna Horeca Nederland en de Staat genoemd worden. De ondernemingen (hiervoor onder a tot en met h) voor wie Horeca Nederland als lasthebber optreedt worden gezamenlijk aangeduid als ‘de acht horecaondernemers’, en afzonderlijk respectievelijk als ‘ [Horecaondernemer 1] ’, ‘ [Horecaondernemer 2] ’, ‘ [Horecaondernemer 3] ’, ‘ [Horecaondernemer 4] ’, ‘ [Horecaondernemer 5] ’, ‘ [Horecaondernemer 6] ’, ‘ [Horecaondernemer 7] ’ en ‘ [Horecaondernemer 8] ’.
1 De procedure
Het (verdere) verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
- -
-
het vonnis van 6 april 2022 en de daarin genoemde stukken,
- -
-
de nadere akte, tevens intrekking provisionele vorderingen en eiswijziging van Horeca Nederland van 18 mei 2022, met producties,
- -
-
de antwoordconclusie na tussenvonnis van de Staat van 20 juli 2022,
- -
-
de brief van Horeca Nederland aan de rechtbank van 19 september 2022.
Er is een mondelinge behandeling bevolen die is gehouden op 28 september 2022. Daarbij waren de acht horecaondernemers aanwezig en bestuursleden van Horeca Nederland, medewerkers van de Staat en advocaten. De advocaten hebben spreekaantekeningen voorgedragen en overgelegd en partijen hebben over en weer hun standpunten verder toegelicht en gereageerd. Aansluitend is vonnis bepaald op heden.
2 De feiten
Naar aanleiding van besmettingen met het covid-19 virus heeft de Staat sinds maart 2020 ingrijpende maatregelen getroffen (hierna: de coronamaatregelen). Hieronder (in 2.2 tot en met 2.28) wordt daarvan een overzicht gegeven.
Op 12 maart 2020 werd de samenleving via een persconferentie opgeroepen om onder meer zoveel mogelijk thuis te werken en thuis te blijven bij verkoudheidsklachten. Evenementen voor meer dan 100 personen werden afgelast, publieke locaties zoals musea, concertzalen en theaters gingen per die datum dicht. Op 15 maart 2020 vanaf 18.00 uur moesten eet- en drinkgelegenheden, sport- en fitnessclubs, sauna’s, sexclubs en coffeeshops hun deuren sluiten. Hotels bleven open en hotelgasten mochten daar ook eten. Met ingang van 16 maart 2020 werden scholen en kinderdagverblijven ook gesloten. Iedereen in Nederland werd gevraagd waar mogelijk anderhalve meter afstand te houden (hierna: de anderhalvemeterregel). Er golden uitzonderingen voor cruciale beroepen.
Op 23 maart 2020 werden aanvullende maatregelen genomen. Vrijwel alle samenkomsten werden verboden en kappers, nagelsalons en andere dienstverleners in contactberoepen gingen dicht. Winkels en openbaar vervoer moesten er voor zorgen dat klanten afstand hielden. Op 24 maart 2020 gingen casino’s dicht. Deze maatregelen zijn vervolgens verlengd.
Met ingang van 11 mei 2020 kwamen er versoepelingen voor basisscholen, kinderopvang en buitensport.
Per 1 juni 2020 volgde openstelling onder voorwaarden van de cafés en restaurants, bioscopen, theaters en concertzalen en per 2 juni 2020 van middelbare scholen, eveneens onder voorwaarden.
Vanaf 1 juli 2020 waren de meeste sectoren open waarbij wel de volgende regels in acht moesten worden gehouden:
- -
-
binnen en buiten anderhalve meter afstand houden;
- -
-
in binnenruimtes maximaal 100 personen (exclusief personeel) met vaste zitplaatsen,tenzij vooraf gereserveerd en gezondheidscheck, dan geen maximum;
- -
-
in buitenruimtes maximaal 250 personen (exclusief personeel), tenzij vooraf gereserveerd en gezondheidscheck, dan geen maximum;
- -
-
in de horeca steeds vaste zitplaatsen;
- -
-
in doorstroomlocaties gold geen maximum;
- -
-
mondkapjesplicht in het openbaar vervoer.
Dit betekende dat cafés, restaurants, hotels, terrassen, musea en theaters weer volledig open konden, mits iedereen een verplichte vaste zitplaats had op anderhalve meter afstand en er maatregelen werden getroffen dat die afstand ook gehouden kon worden. Op buitenterrassen werd toegestaan dat er minder afstand werd gehouden als er schermen tussen de gasten stonden. Discotheken en nachtclubs bleven gesloten.
In augustus 2020 moesten alle eet- en drinkgelegenheden in aanvulling daarop en ongeacht het aantal gasten, gebruik maken van een reservering, de gezondheid van gasten checken en contactgegevens van gasten opnemen voor eventueel bron- of contactonderzoek.
Met ingang van 20 (voor een aantal regio’s 27) september 2020 moesten eet- en drinkgelegenheden en daarbij behorende terrassen om 01.00 uur sluiten. Afhalen kon tot 2:00 uur.
Per 14 oktober 2020 gold een gedeeltelijke lockdown met onder meer de sluiting van eet- en drinkgelegenheden (anders dan voor het afhalen van maaltijden). Hotels en eet- en drinkgelegenheden in hotels bleven open voor hotelgasten. Winkels moesten uiterlijk om 20:00 uur sluiten, de meeste evenementen waren verboden en sporten was alleen beperkt mogelijk.
In november 2020 werden de maatregelen voor twee weken aangescherpt, maar niet specifiek ten aanzien van de horeca.
Op 15 december 2020 ging een landelijke lockdown in met onder meer volledige sluiting van (fysiek) onderwijs, sluiting van publiek toegankelijke locaties waaronder niet-essentiële winkels , markten, casino’s, sauna’s, theaters en dierenparken, een verbod op het uitoefenen van contactberoepen en sluiting van binnensportlocaties. Groepsvorming op openbare plekken werd beperkt tot twee personen en de eet- en drinkgelegenheden in hotels (met inbegrip van roomservice) werden gesloten en vielen onder dezelfde regels als andere eet- en drinkgelegenheden. Afhalen bleef mogelijk.
Met ingang van 22 januari 2021 werden de maatregelen uitgebreid met een avondklok en in verband daarmee moesten afhaalmaaltijden bij eet- en drinkgelegenheden worden opgehaald voor 20:45 uur.
In maart 2021 zijn versoepelingen doorgevoerd maar het grootste deel van het maatregelenpakket bleef van kracht tot en met 28 april 2021, zij het dat het aanvangstijdstip van de avondklok (en daarmee het tijdstip tot wanneer eten afgehaald kon worden) per 31 maart 2021 verschoof naar 22:00 uur.
Op 28 april 2021 werd een aanvang gemaakt met de stapsgewijze opheffing van de maatregelen. Tijdens de eerste stap werd de avondklok afgeschaft, het thuisbezoekadvies werd verruimd en buitenterrassen konden weer open tussen 12:00 en 18:00 uur voor maximaal 50 gasten onder een aantal voorwaarden (gezondheidscheck, registratie contactgegevens, verplichte vaste zitplaats aan een tafel met maximaal twee gasten, anderhalve meter afstand (of kuchschermen), mondkapjes tijdens verplaatsen, reserveren verplicht en voor maximaal twee volwassenen van verschillende adressen).
De tweede stap volgde op 19 mei 2021 met versoepelingen voor onder meer sport, kunst, cultuur en recreatie. De openingstijd voor buitenterrassen werd verruimd naar de periode van 6:00 tot 20:00 uur.
Als derde stap werd per 5 juni 2021 het thuisbezoekadvies bijgesteld van twee naar vier personen, culturele instellingen mochten weer open en horeca(binnenruimtes) ook. Eet- en drinkgelegenheden mochten onder voorwaarden (onder andere een verplichte vaste zitplaats, maximaal vier gasten per tafel op anderhalve meter afstand, reservering en gezondheidscheck) binnen open tussen 6:00 uur en 20:00 uur voor maximaal 50 gasten per zelfstandige ruimte.
Vervolgens is op 26 juni 2021 als vierde stap een aantal versoepelingen doorgevoerd waarbij de basismaatregelen bleven bestaan. Eet- en drinkgelegenheden konden – met inachtneming van basisregels als de anderhalvemeterregel en verplichte vaste zitplaatsen na gezondheidscheck – weer open zonder maximum aantal gasten. Eet- en drinkgelegenheden met dansvoorzieningen (discotheken) konden zonder inachtneming van de anderhalvemeterregel open met de inzet van coronatoegangsbewijs.
Met ingang van zaterdag 10 juli 2021 golden voor de horeca aangescherpte regels: geen entertainment zoals live optredens en harde muziek, discotheken en nachtclubs sluiten (geen uitzondering meer op de anderhalvemeterregel met coronatoegangsbewijs), horeca sluit tussen middernacht en 6:00 uur met binnen verplichte vaste zitplaatsen op anderhalve meter en buiten mogen gasten dichter bij elkaar zitten als er schermen tussen hen staan. Ook voor evenementen, culturele locaties, professionele sportwedstrijden en sport- en jeugdactiviteiten werden de regels voor publiek aangescherpt. Deze maatregelen zijn verlengd tot 25 september 2021.
Met ingang van 25 september 2021 werd de anderhalvemeterregel afgeschaft en ook de regels voor de horeca, de cultuursector en evenementen die daarmee samenhingen zoals de bezoekersnorm, de verplichting om stromen van publiek te scheiden en de verplichte vaste zitplaats. Horeca bleef gesloten in de nacht (tussen 24:00 uur en 6:00 uur).
Met ingang van 6 november 2021 mochten in een aantal branches, waaronder de horeca, gasten alleen worden toegelaten met een coronatoegangsbewijs.
Op 12 november 2021 werden de maatregelen weer aangescherpt: de anderhalvemeterregel gold weer in de hele samenleving en er gold een thuisbezoekadvies van maximaal vier personen. Verder gold onder meer dat evenementen zonder vaste zitplaatsen waren verboden en er waren verplichte sluitingstijden voor verschillende sectoren. Horeca en essentiële detailhandel moesten gesloten zijn tussen 20:00 uur en 6:00 uur.
Met ingang van 28 november 2021 werd het pakket maatregelen van 12 november 2021 uitgebreid met een algemene sluiting tussen 17:00 uur en 5:00 uur. Alleen essentiële winkels en dienstverleners bleven tussen die tijdstippen open. Afhalen en bezorgen bleef voor de horeca mogelijk en professionele sportwedstrijden mochten doorgaan na 17:00 uur, zonder publiek. Dit uitgebreide pakket werd uiteindelijk verlengd tot in januari 2022.
Op 19 december 2021 werd een nieuwe landelijke lockdown ingesteld en werd de kerstvakantie met een week werd verlengd vanwege de sluiting van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs vanaf 20 december 2021 en de buitenschoolse opvang vanaf 21 december 2021. Onderdeel van de lockdown was onder meer een groepsvormingsverbod, een evenementenverbod en sluiting van niet-essentiële winkels , niet medische contactberoepen, kunst- en cultuurlocaties, horeca en sportlocaties. Afhalen en bezorgen bleef mogelijk.
In januari 2022 werden versoepelingen ingezet. Op 10 januari 2022 gingen het basisonderwijs, de buitenschoolse opvang en het voortgezet onderwijs weer open. Verdere versoepelingen volgden op 25 januari 2022: Alles kon weer open tussen 5:00 uur en 22:00 uur, met op veel plekken een verplicht coronatoegangsbewijs, bezoekersnorm en verplichte zitplaatsen met inachtneming van de anderhalvemeterregel.
Op 15 februari 2022 gingen verdere versoepelingen in doordat de adviezen ten aanzien van thuisbezoek en binnenlandse reizen vervielen en het thuiswerkadvies werd versoepeld. Per 18 februari 2022 werd de algemene sluitingstijd verlaat van 22:00 uur naar 1:00 uur en vervielen de anderhalvemeterregel, de verplichte zitplaats en de mondkapjesplicht. De algemene bezoekersnorm van maximaal 125 personen per zelfstandige ruimte werd versoepeld naar maximaal 500 personen of – bij meer dan 500 personen per ruimte – met anderhalvemeterregel, verplichte vaste zitplaats en mondkapjesplicht bij verplaatsing.
Op 25 februari 2022 vervielen de algemene sluitingstijden en de anderhalvemeterregel, met de daarmee samenhangende maatregelen. Ook de inzet van het coronatoegangsbewijs verviel.
Per 23 maart 2022 vervielen de meeste van de overige maatregelen. Adviezen over thuiswerken, zelfisolatie en dergelijke bleven van kracht. Per 20 mei 2022 vervielen alle nog resterende maatregelen.
Op 1 december 2020 is de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Twm) in werking getreden. Daarmee is een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de Wet publieke gezondheidszorg (Wpg), namelijk hoofdstuk Va: ‘Tijdelijke bepalingen bestrijding epidemie covid-19’. Dit hoofdstuk bevat de wettelijke basis voor beperkende maatregelen specifiek ter bestrijding van de epidemie van covid-19 of een directe dreiging daarvan. Hoofdstuk Va Wpg is per 20 mei 2022 vervallen.
De steunmaatregelen
De Staat heeft vanaf medio maart 2020 steunmaatregelen ingesteld om getroffen ondernemers tegemoet te komen. Ook aan ondernemers in de horecasector is financiële steun verleend in de vorm van subsidies en tegemoetkomingen en er is liquiditeitssteun verstrekt in de vorm van borg- en garantstellingen, fiscale maatregelen en leningen of kredietfaciliteiten.
Tot de steunmaatregelen behoorden onder meer de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW)1, de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (TOZO)2, de Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren (TOGS)3 en de Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)4.
De NOW was bedoeld om ontslag van werknemers te voorkomen door aan werkgevers bij substantiële omzetdaling een subsidie te verstrekken tot maximaal 90 % van de loonkosten. De werkgever kon gedurende de periode dat subsidie werd verstrekt geen werknemers ontslaan om economische redenen. Er golden in de periode van de coronamaatregelen verschillende NOW-regelingen. Bij een verwacht omzetverlies van 20% of meer kon een tegemoetkoming worden aangevraagd. Bij een omzetdaling van 100% werd aanvankelijk maximaal 90% vergoed, gerelateerd aan de loonsom van januari 2020. Dat maximumpercentage is later afgebouwd. De berekening van de in aanmerking te nemen loonkosten is enigszins aangepast en de forfaitaire opslag voor de werkgeverslasten is verhoogd.
De TOZO bood algemene bijstand of bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal aan zelfstandigen, in de vorm van een aanvullende uitkering voor levensonderhoud en/of een lening voor bedrijfskapitaal. De TOZO was erop gericht zelfstandigen tijdelijk (gedurende drie maanden) te steunen zodat zij tijdens de coronacrisis kunnen voorzien in een levensonderhoud tot het sociaal minimum en daarna hun bedrijf kunnen voortzetten.
De TOGS was een eenmalige tegemoetkoming van € 4.000,00 voor MKB-bedrijven die naar verwachting in de periode tot 15 juni 2020 minimaal € 4.000,00 omzetverlies zouden lijden door de coronamaatregelen of in die periode – ook na steunmaatregelen – minimaal € 4.000,00 aan vaste lasten hadden.
De TVL is een subsidie aan MKB-bedrijven in bepaalde sectoren waaronder de horeca, om bij te dragen aan de financiering van de vaste lasten. Sinds juni 2020 golden er verschillende TVL-regelingen. De hoogte van de subsidie werd gebaseerd op het omzetverlies (van tenminste 30%) en een berekening van de (hypothetische) vaste lasten van de onderneming, afgezet tegen 2019. De subsidie was een percentage van het omzetverlies en op een bepaald bedrag gemaximeerd. In de loop van de tijd werden de berekeningswijze en de hiervoor bedoelde percentages bijgesteld.
Tot het eerste steunpakket behoorden ook maatregelen ten behoeve van de liquiditeit van ondernemingen. Zo kon bij betalingsproblemen uitstel van belastingbetaling worden aangevraagd, is de invorderingsrente en de belastingrente verlaagd en kon op verzoek de voorlopige aanslag worden verlaagd als lagere winst werd verwacht door de coronamaatregelen. Er zijn daarnaast geldleningen en kredietfaciliteiten aangeboden.
Tot en met 21 september 2021 is 31 miljard euro aan steun toegekend op grond van de NOW en de TVL, waarvan 5,9 miljard euro aan de horeca.
De acht horecaondernemers
[Horecaondernemer 1] is een eetcafé in [plaats 9] met een restaurantgedeelte en een terras. Het bestaat sinds 2007.
[Horecaondernemer 2] is een horecacomplex met restaurant, kookstudio en zalenverhuur in [plaats 10] . Het werd na een verbouwing van negen maanden geopend in december 2019.
[Horecaondernemer 3] is een bed & breakfast met vier kamers, een restaurant voor koffie, ontbijt, lunch, borrel, feesten en vergaderingen in [plaats 11] . Het opende (na uitgebreide voorbereidingen en een verbouwing) op 1 juni 2020.
[Horecaondernemer 4] is een hotel in [plaats 4] met 38 luxe kamers, drie suites, twee restaurants voor 60 respectievelijk 30 personen en twee zalen voor bijeenkomsten tot 100 personen. Het (her)opende in december 2019.
[Horecaondernemer 5] is een grand café, restaurant en hotel in [plaats 5] dat werd opgericht in 2006. Het heeft 18 hotelkamers, een restaurant met 150 zitplaatsen, een terras met 120 zitplaatsen en een feestzaal voor 200 personen.
[Horecaondernemer 6] is sinds dertien jaar het dorpscafé in [plaats 6] , met ruimte voor 75 personen en een aparte zaal voor 400 personen voor bijeenkomsten.
[Horecaondernemer 7] is een klein buurtcafé in [plaats 7] dat ruim tien jaar in handen is van de huidige eigenaren.
[Horecaondernemer 8] is een Italiaans restaurant in [plaats 8] dat startte in 2006 en in 2011 aanzienlijk werd uitgebreid. Door een verbouwing in 2019 was het restaurant een maand dicht.
3 Het geschil
Horeca Nederland vordert na wijziging van eis dat de rechtbank, bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I in het incident op grond van art. 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
de Staat gebiedt binnen veertien dagen na vonnis in het incident, althans binnen een door de rechtbank redelijk geachte termijn, de hierna onder 4.20 nader omschreven bescheiden te verstrekken aan Horeca Nederland;
II in de hoofdzaak
-
voor recht verklaart dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld en handelt jegens de acht horecaondernemers en aan hen volledige nadeelcompensatie dient te betalen, en aldus de schade dient te vergoeden die zij als gevolg van de sluitingen en beperkende maatregelen hebben geleden en zullen lijden;
-
de Staat veroordeelt tot schadevergoeding aan [Horecaondernemer 1] , [Horecaondernemer 5] , [Horecaondernemer 6] en [Horecaondernemer 7] over de periode van 15 maart 2020 tot en met 31 december 2021 begroot op respectievelijk € 191.550,40, € 127.831,32, € 51.962,01 en € 29.191,01, althans nader op te maken bij staat, en vanaf 1 januari 2022 tot en met 24 februari 2022 nader op te maken bij staat, en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding;
-
de Staat veroordeelt tot schadevergoeding aan [Horecaondernemer 8] over de periode van 15 maart 2020 tot en met 31 december 2020 begroot op € 272.019,31, althans nader op te maken bij staat, en vanaf 1 januari 2022 tot en met 24 februari 2022 nader op te maken bij staat, en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding;
-
e Staat veroordeelt tot schadevergoeding aan [Horecaondernemer 2] , [Horecaondernemer 3] en [Horecaondernemer 4] over de periode van 15 maart 2022 tot en met 24 februari 2022 nader op te maken bij staat, en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding;
-
voor recht verklaart dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld en handelt jegens alle horecaondernemers voor wie Horeca Nederland op de voet van artikel 3:305a van het Burgerlijk Wetboek in de procedure opkomt en aan hen volledige nadeelcompensatie dient te betalen, en aldus de schade dient te vergoeden die zij als gevolg van de sluitingen en beperkende maatregelen hebben geleden en zullen lijden;
-
de Staat veroordeelt tot schadevergoeding aan alle horecaondernemers voor wie Horeca Nederland op de voet van artikel 3:305a van het Burgerlijk Wetboek in de procedure opkomt, op te maken bij staat en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding;
-
de Staat veroordeelt in de kosten van deze procedure, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na het vonnis, indien en voor zover de Staat deze kosten niet voordien heeft voldaan;
-
de Staat veroordeelt in de nakosten ten bedrage van € 163,00 te vermeerderen met de wettelijke rente indien en voor zover de Staat dit bedrag niet binnen veertien dagen na aanschrijving heeft voldaan en – indien dat het geval is en vervolgens betekening van het vonnis plaatsvindt – te vermeerderen met € 85,00 en de kosten van bedoelde betekening, de twee laatstbedoelde bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente indien en voor zover de Staat deze niet binnen twee dagen na betekening van het vonnis voldoet.
In het vonnis van 6 april 2022 is Horeca Nederland niet ontvankelijk verklaard ten aanzien van de vorderingen onder e en f. Horeca Nederland noemt deze vorderingen in haar gewijzigd petitum omdat zij hoger beroep heeft ingesteld tegen de beslissing van 6 april 2022, maar het hoger beroep neemt niet weg dat deze vorderingen nu niet meer ter beoordeling voorliggen.
Horeca Nederland legt namens de acht horecaondernemers aan de vorderingen (a tot en met d) ten grondslag dat de coronamaatregelen die ten bate van de gehele maatschappij zijn getroffen horecaondernemers onevenredig zwaar hebben getroffen. Die onevenredigheid heeft een rechtsplicht voor de Staat doen ontstaan om de acht horecaondernemers adequaat te compenseren. Volgens de acht horecaondernemers heeft de Staat hen niet (voldoende) gecompenseerd. Zeker in het licht van de gebrekkige feitelijke en wetenschappelijke onderbouwing van de maatregelen en het ontbreken van deugdelijk onderzoek naar de effectiviteit ervan, handelt de Staat daarom onrechtmatig jegens de acht horecaondernemers. Bovendien levert het ontbreken van adequate compensatie aan de acht horecaondernemers voor het onevenredige nadeel dat zij ondervinden als gevolg van de getroffen maatregelen een schending op van artikel 1 van het Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 20 maart 1952, op grond waarvan de Staat jegens hen tot schadevergoeding verplicht is.
Horeca Nederland berekent de schade van de acht horecaondernemers door de resultaten van de jaren 2020 en 2021 (uit de periode met coronamaatregelen) af te zetten tegen de voor die jaren op grond van het resultaat van het jaar 2019 te verwachten resultaten, rekening houdend met het gemiddelde percentage groei of krimp van het jaar 2020 ten opzichte van het jaar 2019. Daarmee is volgens Horeca Nederland het verschil in kaart gebracht tussen de resultaten die de ondernemers zouden hebben gehad als de lasten gelijkelijk over alle sectoren van de economie waren verdeeld (de hypothetische situatie) en de feitelijke situatie waarbij de horecaondernemers veel meer nadeel ondervonden. Dat verschil noemt zij ‘de onevenredigheidsdelta’. Voor ondernemingen zonder referentiecijfers van het jaar 2019 is volgens Horeca Nederland geen simpele adequate berekeningswijze voorhanden. Dat zou in een schadestaatprocedure verder uitgewerkt moeten worden. Voor de berekening van die schade en de schade van de acht horecaondernemers over de periode van 31 december 2021 tot aan het einde van de beperkende maatregelen op 25 februari 2022 vordert Horeca Nederland ook verwijzing naar de schadestaatprocedure.
De Staat voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Horeca Nederland in de proceskosten.