Rechtbank Den Haag, 24-08-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:8531, SGR 21/3716
Rechtbank Den Haag, 24-08-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:8531, SGR 21/3716
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 24 augustus 2022
- Datum publicatie
- 7 september 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2022:8531
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2024:2326, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- SGR 21/3716
Inhoudsindicatie
Beroep ongegrond. verzoek vergoeding werkzaamheden. Verweerder is niet gehouden een niet tijdig ingediende aanvraag om vergoeding inhoudelijk te beoordelen, dan wel de hoogte van die vergoeding te berekenen of vast te stellen.
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 21/3716
[eiser], uit [woonplaats], eiser
en
het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, verweerder
(gemachtigde: mr. B.J. van Dorp).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn twee aanvragen om de vergoeding van zijn werkzaamheden vast te stellen.
Verweerder heeft deze aanvragen met de besluiten van 30 november 2020 en 14 december 2020 afgewezen. Met het bestreden besluit van 15 april 2021 op het bezwaar van eiser is verweerder bij de afwijzing van de aanvragen gebleven.
De rechtbank heeft het beroep op 27 juli 2022 op zitting behandeld. Hierbij was eiser aanwezig. De gemachtigde van verweerder heeft met behulp van een beeldverbinding aan de zitting deelgenomen.