Home

Rechtbank Den Haag, 06-06-2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:9309, 10471049 RL EXPL 23-7011

Rechtbank Den Haag, 06-06-2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:9309, 10471049 RL EXPL 23-7011

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
6 juni 2023
Datum publicatie
28 juli 2023
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2023:9309
Zaaknummer
10471049 RL EXPL 23-7011

Inhoudsindicatie

Vordering in kort geding om met terugwerkende kracht volledig hersteld gemeld te worden na een periode van arbeidsongeschiktheid wordt toegewezen. Na hersteld melding had werkgever werknemer niet nog voor 0,01% arbeidsongeschikt mogen houden. Alleen in gevallen van ‘situatieve arbeidsongeschiktheid kan een werkgever onder omstandigheden gedeeltelijk arbeidsongeschikt houden, maar daarvan was geen sprake.

Uitspraak

Zittingsplaats ’s-Gravenhage

CB/c

Rolnr.: 10471049 RL EXPL 23-7011

6 juni 2023

Vonnis van de kantonrechter als voorzieningenrechter in kort geding in de zaak van:

[eiser01] ,

wonende te [woonplaats01] ,

eisende partij,

hierna te noemen: werknemer,

gemachtigde: mr. J.W. Wijers (Achmea Rechtsbijstand),

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon Het Hoogheemraadschap van Delfland ,

gevestigd te Delft,

hierna te noemen: Delfland,

verwerende partij,

gemachtigde: mevr. mr. G.G.E.A. Frederix-Gianotten (Capra Advocaten).

1 De procedure

1.1

De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:

- de dagvaarding van 10 mei 2023 met 21 producties (nrs. 1 tot en met 21);

- de conclusie van antwoord, binnengekomen bij de griffie op 19 mei 2023 met acht producties (nrs. 1 tot en met 8).

1.2

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 mei 2023. Daarbij is werknemer in persoon verschenen, samen met zijn gemachtigde en zijn namens Delfland verschenen mevr. [naam01] en mevr. [naam02] , alsmede de gemachtigde van Delfland. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van werknemer zittingsaantekeningen overgelegd. Van hetgeen verder tijdens de mondelinge behandeling is besproken heeft de griffier zakelijke aantekeningen gemaakt, die zich in het griffiedossier bevinden.

1.3

Na de mondelinge behandeling is vonnis bepaald op heden.

2 De feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten:

2.1

Werknemer, geboren op [geboortedatum01] 1967, is op 1 augustus 2018 in dienst getreden bij Delfland op basis van een aanstelling voor bepaalde tijd in de functie van [functie01] bij de sector Zuivering en Technisch onderhoud. Per 1 augustus is de aanstelling omgezet naar een aanstelling voor onbepaalde tijd. Per 1 januari 2020 is de aanstelling van rechtswege (WNRA) omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Per die datum is het aantal contracturen met wederzijds goedvinden gewijzigd in 32 uur per week. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Waterschappen van toepassing.

2.2

Op 11 januari 2021 heeft werknemer zich ziek gemeld. Vanaf 18 februari 2021 is werknemer gaan re-integreren. De opbouw van werkzaamheden verliep vanaf 18 februari 2021 stapsgewijs van 12,50% naar 99,99% op 5 september 2022.

2.3

Tussen 5 september 2022 en 31 oktober 2022 is werknemer 99,99% hersteld gemeld door Delfland. Per 31 oktober 2022 heeft Delfland werknemer volledig hersteld gemeld.

2.4

Op 7 november 2022 heeft werknemer zich opnieuw ziek gemeld (met een andere ziekteoorzaak).

2.5

Delfland heeft bij het UWV een WIA-aanvraag gedaan met betrekking tot werknemer. Het UWV heeft nog niet op die aanvraag beslist.

3 De vordering

3.1

Werknemer vordert een voorlopige voorziening te treffen door bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, op de minuut en op alle dagen en uren, door: (1.) Delfland te veroordelen om werknemer met terugwerkende kracht per (uiterlijk) 8 september 2022 volledig hersteld te melden voor zijn eigen functie bij Delfland, op verbeurte van een dwangsom van € 500,= per dag, voor iedere dag dat Delfland na betekenis [betekening] van het vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen met een maximum van € 50.000,=; (2.) Delfland te veroordelen tot doorbetaling van het ingekorte loon vanaf de datum van hersteld melding in overeenstemming met artikel 6.2.1. van de CAO Waterschappen; (3.) met veroordeling van Delfland in de kosten van de procedure, waaronder begrepen een bedrag aan salaris gemachtigde.

3.2

Aan zijn vordering legt werknemer – kort zakelijk samengevat – ten grondslag dat na de rapportage van de bedrijfsarts van 8 september 2022, waarin de bedrijfsarts rapporteerde dat er geen medische beperkingen meer waren voor werknemer voor het verrichten van zijn eigen werkzaamheden, er geen redenen konden zijn voor Delfland om hem niet volledig arbeidsgeschikt te melden.

4 Het verweer

5 De beoordeling