Rechtbank Den Haag, 03-10-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:15705, 11149002 EJ VERZ 24-76753
Rechtbank Den Haag, 03-10-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:15705, 11149002 EJ VERZ 24-76753
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 3 oktober 2024
- Datum publicatie
- 3 oktober 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2024:15705
- Zaaknummer
- 11149002 EJ VERZ 24-76753
Inhoudsindicatie
Erfrecht. Verzoek ontslag executeur wegens gewichtige redenen. Rol executeur bij de vereffening van de door het overlijden ontbonden huwelijksgoederengemeenschap.
Uitspraak
Zittingsplaats 's-Gravenhage
NAV/c
Zaaknr.: 11149002 EJ VERZ 24-76753
3 oktober 2024
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van:
1 [kind 1] ,
2. [kind 2] ,
beiden wonende te 's-Gravenhage,
verzoekers in de zaak van het verzoek,
verweerders in de zaak van het tegenverzoek,
hierna gezamenlijk ook te noemen: de kinderen,
gemachtigde: mr. J.G. Schnoor,
en
[de executeur] ,
wonende te 's-Gravenhage,
verweerder in de zaak van het verzoek,
verzoeker in de zaak van het tegenverzoek,
hierna ook te noemen: de executeur,
gemachtigde: mr. W.N. Sardjoe,
met betrekking tot de nalatenschap van:
[erflater] ,
geboren op [geboortedatum] 1951 te Distrikt [district 1] (Suriname),
overleden op [overlijdensdatum] 2021 te [plaatsnaam 2] ,
laatstelijk wonende te [postcode] [plaatsnaam 1] , [adres 1] ,
hierna te noemen: erflater.
1 De procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- het verzoekschrift (met bijlagen), ontvangen op 14 mei 2024;
- het verweerschrift met tegenverzoek, ontvangen op 1 augustus 2024;
- de e-mail (met bijlage) van de kinderen, ontvangen op 5 augustus 2024.
Op donderdag 8 augustus 2024 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij zijn verschenen de kinderen, bijgestaan door hun gemachtigde mr. J.G. Schnoor, en de executeur, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. W.N. Sardjoe. Van hetgeen tijdens deze zitting is besproken zijn door de griffier zakelijke aantekeningen gemaakt, welke zich in het griffiedossier bevinden.
De zaak is daarna aangehouden om te kijken of partijen samen in onderling overleg tot een spoedige afwikkeling van de nalatenschap konden komen. In een brief (met bijlagen) van de kinderen van 28 augustus 2024 is de kantonrechter gevraagd uitspraak te doen. Nu de kinderen alleen in de gelegenheid zijn gesteld om zich uit te laten over de vraag of zij samen met de executeur tot een spoedige afwikkeling van de nalatenschap konden komen, zal geen acht worden geslagen op de verder door de kinderen in die brief ingenomen standpunten. De executeur heeft immers ook geen gelegenheid gehad daarop te reageren.
2 De feiten
Erflater was op het moment van overlijden in gemeenschap van goederen gehuwd met [de echtgenote] (hierna ook te noemen: de echtgenote).
Erflater heeft laatstelijk op 25 november 2004 bij testament over zijn nalatenschap beschikt en de echtgenote onterfd en de kinderen tot erfgenamen benoemd. Verder heeft hij aan zijn dochter (verzoeker sub 2.) een registergoed in [district 1] aan de [adres 2] , District [district 2] , tegen een inbreng van de waarde in het economische verkeer gelegateerd, en heeft hij een executeur benoemd.
In het testament van erflater staat met betrekking tot de executele onder andere het volgende:
“ Benoeming executeur
Ik benoem mijn broer, de heer [de executeur] , (…) tot executeur van mijn nalatenschap in de zin van afdeling 6 van titel 5 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek. Voor deze benoeming gelden naast de wettelijke bepalingen de volgende bepalingen.
Te gelde maken goederen
De executeur is bevoegd de door hem beheerde goederen te gelde te maken, voor zover dit nodig is voor de tot zijn taak behorende voldoening van schulden der nalatenschap. De executeur behoeft omtrent de keuze van de te gelde te maken goederen en de wijze van tegeldemaking niet in overleg
te treden met de erfgenamen. Hun toestemming is daarvoor ook niet vereist.”
De kinderen hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard. De executeur heeft zijn benoeming aanvaard en tevens verklaard dat de goederen van de nalatenschap ruimschoots toereikend zijn om alle schulden te voldoen.
In de verklaring van erfrecht van 7 december 2021 staat onder meer het volgende:
“ 11. Conclusie
Mitsdien is [de executeur], als executeur zelfstandig bevoegd om de nalatenschap te beheren.
Hij is niet zonder medewerking van de erfgenamen en ook niet zonder medewerking van Erflaters Echtgenote bevoegd om over de goederen van de nalatenschap te beschikken.”