Rechtbank Den Haag, 06-11-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:19070, 673620
Rechtbank Den Haag, 06-11-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:19070, 673620
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 6 november 2024
- Datum publicatie
- 2 december 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2024:19070
- Zaaknummer
- 673620
Inhoudsindicatie
Kort geding. Verstek. Vorderingen met betrekking tot uitvoering besluit om congres te houden in Madrid toegewezen. Vordering verstrekken stukken (843a Rv) deels afgewezen en deels toegewezen.
Uitspraak
Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/673620 / KG ZA 24-915
Vonnis in kort geding van 6 november 2024
in de zaak van
1 [eiser] te [woonplaats] , Spanje,
2. Sociedad Española de Neurocirugía te Madrid, Spanje
eisers,
advocaat mr. R. Taal te Nijmegen,
tegen:
World Federation of Neurosurgical Societies, ook genoemd WFNS,
statutair gevestigd te Den Haag, kantoorhoudend te Nyon, Zwitserland,
gedaagde,
niet verschenen.
Eisers worden hierna gezamenlijk aangeduid als SENEC c.s. en afzonderlijk respectievelijk als [eiser] en SENEC. Gedaagde wordt hierna aangeduid als WFNS.
1 De procedure
./. 1.1. SENEC c.s. hebben de dagvaarding doen uitbrengen overeenkomstig de aangehechte kopie en hebben ter zitting van 4 november 2024 bij de daarin opgenomen eis volhard.
WFNS is behoorlijk opgeroepen tegen de terechtzitting van 4 november 2024. Er heeft zich voor WFNS een advocaat gesteld, die zich echter voorafgaand aan de zitting weer heeft onttrokken. WFNS is niet ter zitting verschenen. Tegen haar is verstek verleend.
2 De beoordeling van het geschil
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Het geschil heeft een internationaal karakter, omdat SENEC c.s. gevestigd zijn in Spanje. De voorzieningenrechter zal daarom ambtshalve beoordelen of de Nederlandse rechter bevoegd is kennis te nemen van het geschil en welk recht daarop van toepassing is.
Nu WFNS statutair gevestigd is in Den Haag, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht.
Het geschil heeft betrekking op besluitvorming binnen WFNS op grond van haar statuten en nakoming van die besluitvorming. Omdat WFNS naar Nederlands recht is opgericht, zal de voorzieningenrechter Nederlands recht toepassen.
Vorderingen onder I tot en met V
De vorderingen in het petitum van de dagvaarding onder I tot en met V komen de voorzieningenrechter noch onrechtmatig noch ongegrond voor en worden daarom – op de wijze zoals hierna vermeld – toegewezen. Dat WFNS op dit moment gehouden is uitvoering te geven aan het besluit van 18 maart 2022 betekent niet dat dat besluit niet meer kan worden aangetast. Het staat de bevoegde organen van WFNS vrij om over de plaats van het congres alsnog een andere beslissing te nemen, indien daarbij de voorgeschreven procedures voor besluitvorming binnen WFNS worden gevolgd. De voorzieningenrechter zal daarom de vordering onder I en III toewijzen met bepaling dat het gebod geldt zolang niet rechtsgeldig anders is beslist. De voorzieningenrechter zal de termijn waarbinnen WFNS aan de veroordelingen onder I tot en met V moet voldoen bepalen op twee werkdagen na betekening van dit vonnis.
Vordering onder VI
Ten aanzien van de vordering onder VI overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Die vordering houdt in dat de WFNS wordt geboden afschriften van informatie en gegevens, zoals bedoeld in randnummer 64 van de dagvaarding, aan [eiser] af te geven. Dit betreft de volgende bescheiden:
-
een lijst met alle beschikbare informatie van WFNS waartoe WFNS en/of de (individuele) bestuursleden van WFNS toegang hebben;
-
de notulen van de vergaderingen en “executive” (besloten) sessies van het Bestuur vanaf de datum van benoeming van [eiser] als lid van het Bestuur;
-
alle (schriftelijke) besluiten vanaf de datum van benoeming van [eiser] als lid van het Bestuur;
-
digitale (video of audio) opnamen van alle vergaderingen en “executive” (besloten) sessies van het Bestuur, vanaf de datum van benoeming van [eiser] tot lid van het Bestuur;
-
alle agenda’s van vergaderingen en bijeenkomsten van WFNS, uitnodigingen voor vergaderingen van het Bestuur en “executive” (besloten) sessies, en alle andere informatie die gedeeld werd in verband met deze vergaderingen en ”executive” sessies, vanaf de datum van de benoeming van [eiser] als lid van het Bestuur;
-
alle boekhoudkundige en financiële bescheiden van WFNS;
-
alle correspondentie met adviseurs, waaronder advocaten, juridisch adviseurs en/of accountants die WFNS heeft ingeschakeld en/of waartoe WFNS toegang heeft, vanaf de datum van benoeming van [eiser] tot lid van het Bestuur, alsmede van een eerdere datum, indien het Bestuur daartoe toegnag heeft;
-
alle overeenkomsten die WFNS heeft gesloten met derden, waaronder begrepen maar niet beperkt tot de overeenkomst(en) met Guarant, gedurende de afgelopen vijf jaar, of die van eerdere datum zijn en nog steeds gelden;
-
alle toegangscodes voor alle digitale systemen waartoe het Bestuur toegang heeft, waaronder administratiesoftware, dropboxen, bankrekeningen en gedeelde bestanden;
-
toegang tot Whatsapp-groepen waar bestuurders in hun hoedanigheid van bestuurder van WFNS in deelnemen en transcripten van alle tekstberichten en gesprekken door middel van spraakberichten die daarin zijn gedeeld respectievelijk gevoerd, althans alle bestanden die daarin zijn gedeeld.
Ten aanzien van al deze bescheiden vordert [eiser] deze voor zover deze zich onder het Bestuur, dan wel individuele bestuursleden bevinden, dan wel waarbij het in de macht van het Bestuur dan wel bestuursleden ligt om deze in handen te krijgen door deze bij derden op te vragen dan wel anderszins.
Deze vordering is gebaseerd op het bepaalde in artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). En vordering op grond van dat artikel is toewijsbaar als aan de volgende cumulatieve voorwaarden wordt voldaan:
-
[eiser] moet een rechtmatig belang hebben bij gevorderde bescheiden;
-
het moet gaan om bepaalde bescheiden waarover de andere partij beschikt; en
-
[eiser] moet partij zijn bij een rechtsbetrekking waarop de gevorderde stukken zien.
Ook als aan al deze voorwaarden is voldaan, kan de verstrekking van de gevorderde stukken worden geweigerd als (d.) daarvoor gewichtige redenen zijn of (e.) redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder die gegevensverschaffing is gewaarborgd.
Ten aanzien van de bescheiden onder a overweegt de voorzieningenrechter dat deze vordering te breed en onbepaald is. Dat sprake is van een gerechtvaardigd belang en dat de vordering betrekking heeft op ‘bepaalde” bescheiden kan niet worden vastgesteld. De vordering is dan ook ongegrond en zal worden afgewezen.
Voor zover de vordering betrekking heeft op de bescheiden genoemd onder b tot en met e is deze onrechtmatig noch ongegrond en daarom toewijsbaar op de in het dictum te vermelden wijze. [eiser] heeft aan de termijn waarover de stukken moeten worden verstrekt geen einddatum verbonden. De voorzieningenrechter zal (ook bij de hierna nog te bespreken bescheiden) bepalen dat WFNS de stukken over de periode vanaf de benoeming van [eiser] als lid van het Bestuur (7 december 2023) tot heden moet verstrekken. Dat WFNS ook gehouden is toekomstige stukken aan [eiser] te verstrekken kan op dit moment niet worden vastgesteld, zodat een veroordeling daartoe niet op zijn plek is.
Voor zover de vordering betrekking heeft op de bescheiden genoemd onder f overweegt de voorzieningenrechter dat voorshands niet aannemelijk is geworden dat [eiser] rechtmatig belang heeft bij álle boekhoudkundige en financiële informatie van WFNS. In zoverre is de vordering dan ook ongegrond. De voorzieningenrechter acht echter wel aannemelijk dat [eiser] rechtmatig belang heeft bij de boekhoudkundige en financiële informatie van WFNS voor zover deze betrekking heeft op de (organisatie van) het internationale congres van WFNS in 2025 over de periode vanaf zijn benoeming als lid van het Bestuur tot heden. In zoverre zal deze vordering daarom worden toegewezen.
Voor zover de vordering betrekking heeft op de bescheiden genoemd onder g overweegt de voorzieningenrechter dat de vordering in zoverre onvoldoende bepaald is. Zonder nadere concretisering betreft dit niet ‘bepaalde’ bescheiden en [eiser] heeft ook niet onderbouwd welk (afzonderlijk, naast alle andere bescheiden ten aanzien waarvan de vordering wel wordt toegewezen) rechtmatig belang hij bij de hier omschreven bescheiden heeft.
De vordering met betrekking tot de bescheiden onder h zal worden toegewezen voor zover deze betrekking heeft op (de) overeenkomst(en) met Guarant, nu de vordering voor het overige onvoldoende bepaald is en op geen enkele wijze is geconcretiseerd dat van andere overeenkomsten sprake is. Ten aanzien van de overeenkomsten met Guarant zal de veroordeling worden beperkt tot overeenkomsten die betrekking hebben op of invloed hebben op (de organisatie van) het internationale congres van WFNS in 2025. Bij andere overeenkomsten heeft [eiser] geen rechtmatig belang.
De vordering zoals omschreven onder i is niet toewijsbaar, alleen al omdat [eiser] ter zitting heeft verklaard dat hij nooit over toegangscodes voor digitale systemen heeft beschikt, ook niet in de periode dat hij nog als bestuurder van WFNS kon functioneren. Dan valt ook niet in te zien welk rechtmatig belang hij nu bij die codes heeft, nog daargelaten de vraag of een vordering tot afgifte van toegangscodes kan worden gegrond op artikel 843a Rv.
Tot slot is de vordering onder j evenmin toewijsbaar. Ter zitting heeft [eiser] – nadat hem is voorgehouden dat een vordering om toegang te krijgen tot Whatsapp-groepen niet kan worden gebaseerd op artikel 843a Rv – kenbaar gemaakt dat het hem gaat om de informatie die in de Whatsapp-groepen is gedeeld. Omdat [eiser] op geen enkele wijze heeft geconcretiseerd dat via Whatsapp-groepen relevante informatie werd uitgewisseld tussen bestuursleden is deze vordering onvoldoende bepaald en komt deze niet voor toewijzing in aanmerking.
De termijn waarbinnen WFNS de gevorderde bescheiden moet verstreken zal in redelijkheid worden bepaald op twee weken na betekening van het vonnis. Gelet op de hoeveelheid bescheiden kan van WFNS niet worden gevergd dat zij die – zoals gevorderd – binnen 48 uur na dit vonnis is gewezen, verstrekt.
Dwangsom en proceskosten
Oplegging van een dwangsom, als stimulans tot nakoming van de te geven beslissing, is aangewezen. De op te leggen dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd.
WFNS is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van SENEC c.s. worden begroot op:
- twee dagvaardingen € 227,49
- griffierecht € 688,00
- salaris advocaat € 715,00
- nakosten € 178,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de
beslissing)
Totaal € 1.808,49
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.