Home

Rechtbank Den Haag, 18-12-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:21003, C/09/639976/HA ZA 22-1061

Rechtbank Den Haag, 18-12-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:21003, C/09/639976/HA ZA 22-1061

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
18 december 2024
Datum publicatie
18 december 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2024:21003
Zaaknummer
C/09/639976/HA ZA 22-1061

Inhoudsindicatie

volgt

Uitspraak

Team handel

zaaknummer: C/09/639976/HA ZA 22-1061

Vonnis van 18 december 2024

in de zaak van

1 de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid KUNSTENBOND ,

te Amsterdam ,

2. [eiser 1],

te [woonplaats 1] ,

3. [eiser 2],

te [woonplaats 2] ,

4. [eiser 3],

te [woonplaats 3] , gemeente [gemeente] ,

5. [eiser 4],

te [woonplaats 1] ,

6. [eiser 5],

te [woonplaats 4] ,

7. [eiser 6],

te [woonplaats 5] ,

8. [eiser 7],

te [woonplaats 6] ,

9. [eiser 8],

te [woonplaats 7] ,

10. [eiser 9],

te [woonplaats 7] ,

eisende partijen,

advocaat: mr. D. Sietses,

tegen

DE STAAT DER NEDERLANDEN,

te Den Haag,

gedaagde partij,

advocaat: mr. J.S. Procee.

De onder 1 genoemde eiser wordt verder ‘ Kunstenbond ’ genoemd. De onder 5 genoemde eiser heeft zijn vorderingen ingetrokken en is – met instemming van de gedaagde – geen partij meer in deze procedure. De eisers sub 2 t/m 4 en 6 t/m 10 worden hierna gezamenlijk aangeduid als ‘de individuele eisers’ en afzonderlijk als ‘ [eiser 1] ’, ‘ [eiser 2] ’, ‘ [eiser 3] ’, ‘ [eiser 5] ’, ‘ [eiser 6] ’, ‘ [eiser 7] ’, ‘ [eiser 8] ’ en ‘ [eiser 9] ’. De Kunstenbond en de individuele eisers worden gezamenlijk aangeduid als ‘eisers’. De gedaagde wordt aangeduid als ‘de Staat’.

1 Inleiding

De zaak in het kort

1.1.

Kunstenbond is een vakbond voor kunstenaars, cultuurmakers en andere werkenden in de culturele en creatieve sector. De individuele eisers zijn als zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) in die sector werkzaam. Eisers vinden dat de zzp’ers in de culturele en creatieve sector onevenredig hard getroffen zijn door de coronamaatregelen. Die maatregelen achten zij op zichzelf niet onrechtmatig. Zij verwijten de Staat dat deze de zzp’ers in de culturele en creatieve sector onvoldoende heeft gecompenseerd voor het onevenredige nadeel dat zij van de coronamaatregelen menen te hebben ondervonden. De Staat is het daar niet mee eens.

1.2.

De rechtbank stelt voorop dat niet ter discussie staat dat de individuele eisers ieder voor zich (fors) nadeel, ook in financiële zin, hebben ondervonden van de coronamaatregelen die de Staat heeft getroffen. Daarmee is echter de aansprakelijkheid van de Staat voor die schade nog niet gegeven. Uitgangspunt van het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht is dat een ieder zijn eigen schade draagt. Op dit uitgangspunt geldt een uitzondering als de nadelige gevolgen van een in het algemeen belang getroffen overheidsmaatregel, die buiten het normale maatschappelijke of bedrijfsrisico valt, onevenredig zwaar drukken op een beperkte groep burgers. Dan moet die beperkte groep aanspraak kunnen maken op nadeelcompensatie. Maar “de zzp’ers in de culturele en creatieve sector” vormen geen beperkte groep: zij vormen getalsmatig en wat verscheidenheid betreft een veel te grote groep. Het verdelen van gemeenschapsgelden over grote groepen mensen in de samenleving is de taak van het kabinet en de wetgever. Daar gaat veelal een politiek debat aan vooraf en de gemaakte keuzes worden vastgelegd in democratisch tot stand gekomen wet- en regelgeving. Zo is dat ook gegaan bij de coronamaatregelen (met inbegrip van de steunmaatregelen).

1.3.

Het is niet aan de rechter om die maatregelen en de daarmee samenhangende verdeling van gemeenschapsgelden naar eigen inzicht te veranderen, ook niet als de toepassing van die wet- en regelgeving meebrengt dat bepaalde groepen in de samenleving daarvan (meer) nadeel ondervinden (dan andere). Bovendien hebben eisers niet aangetoond in vergelijking met wie of welke andere (referentie)groep de individuele eisers onevenredige schade lijden als gevolg van de coronamaatregelen die alle Nederlanders hebben geraakt. Wat is de relevante referentiegroep? Dat kan niet de “gemiddelde” Nederlander of de “gemiddelde” zzp’er zijn. Het verwijt dat eisers de Staat maken dat andere groepen in de samenleving meer steun hebben gehad dan de zzp’ers in de culturele en creatieve sector, acht de rechtbank ongegrond. Voor zover de Staat bij het verstrekken van steunpakketten onderscheid heeft gemaakt tussen verschillende groepen in de samenleving, geschiedde dat op objectief te rechtvaardigen gronden. Dat leidt ertoe dat de rechtbank alle vorderingen van eisers afwijst.

De indeling van dit vonnis

1.4.

Dit vonnis is als volgt opgebouwd. Onder 2 geeft de rechtbank kort het formele verloop van de procedure weer. Vervolgens heeft de rechtbank onder 3 de feiten opgenomen die zij relevant acht voor de beoordeling van het geschil. Welke vorderingen de eisers hebben ingesteld, staat – samengevat – vermeld onder 4. De beoordeling van het geschil vindt plaats onder 5. Die beoordeling mondt uit in de beslissing die is opgenomen onder 6.

2 De procedure

Het procesdossier

2.1.

Het procesdossier bestaat uit de volgende stukken:

-

de dagvaarding van 13 december 2022, met 98 producties;

-

het bericht van de Staat van 26 januari 2023 met het verzoek de zaak aan te houden overeenkomstig artikel 1018c lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering, voor zover de dagvaarding volgens de rechtbank niet nietig is op basis van lid 2 van dit artikel;

-

de akte wijziging (vermindering) van eis van 10 februari 2023;

-

het bericht van eisers van 24 februari 2023 in reactie op het bericht van de Staat van 26 januari 2023;

-

de conclusie van antwoord, met producties 1 en 2;

-

de conclusie van repliek, tevens houdende akte wijziging van eis, met producties 99 t/m 111;

-

de conclusie van dupliek, met producties 3 en 4;

-

het tussenvonnis van 12 juni 2024, waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;

-

de akte van eisers van 8 november 2024 houdende producties 112 t/m 115.

Het verdere verloop van de procedure

2.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 20 november 2024. De advocaten hebben het woord gevoerd. De advocaten van eisers hebben dat gedaan aan de hand van spreeknotities die aan de rechtbank zijn overgelegd. Vrijwel alle eisers hebben een (persoonlijke) verklaring afgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de mondelinge behandeling is gezegd. De schriftelijke verklaringen van eisers zijn toegevoegd aan het griffiedossier.

2.3.

Ten slotte is vonnis bepaald.

3 De feiten

4 Het geschil

5 De beoordeling

6 De beslissing