Rechtbank Den Haag, 19-04-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:5745, SGR AWB 23/6055
Rechtbank Den Haag, 19-04-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:5745, SGR AWB 23/6055
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 19 april 2024
- Datum publicatie
- 22 april 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2024:5745
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:RVS:2025:1276, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- SGR AWB 23/6055
Inhoudsindicatie
artikel 13b Opiumwet - bestuurlijke waarschuwing op grond van een beleidsregel - ECLI:NL:RVS:2018:1449 - ECLI:NL:CBB:2018:374 - waarschuwing i.c. is geen voorwaarde voor het toepassen van de sanctiebevoegdheid bij een toekomstige overtreding - geen besluit in de zin van artikel 1:3 Awb - beroep ongegrond.
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/6055
[eiser], uit [woonplaats], eiser
(gemachtigde: mr. V.C.D. Klaassen),
en
de burgemeester van Delft, verweerder.
Inleiding
1. In deze uitspraak oordeelt de rechtbank over het beroep van eiser tegen de aan hem gegeven bestuurlijke waarschuwing.
Bij brief van 24 mei 2023 heeft verweerder een bestuurlijke waarschuwing aan eiser gegeven op grond van de Beleidsregel bestuurlijke handhaving artikel 13B Opiumwet, Delft 2022 (waarschuwing).
Met het bestreden besluit van 15 augustus 2023 heeft verweerder het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij voor dit beroep een zitting niet nodig vindt en heeft gevraagd of partijen het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en doet zij uitspraak met toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).