Home

Rechtbank Den Haag, 20-06-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:9425, 24-2841

Rechtbank Den Haag, 20-06-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:9425, 24-2841

Gegevens

Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak
20 juni 2024
Datum publicatie
20 juni 2024
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2024:9425
Zaaknummer
24-2841

Inhoudsindicatie

vovo tegen verlenging van de begunstigingstermijn die is verbonden aan de aan de tennisvereniging opgelegde last onder dwangsom omdat door het spelen van padel de geluidnormen van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer zouden zijn overtreden toegewezen. Het college heeft onvoldoende gemotiveerd dat de verlenging van de begunstigingstermijn voor de tennisvereniging nodig is om te kunnen voldoen aan de last.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 24/2841

[verzoeker 1] en 13 anderen, te [woonplaats] , verzoekers

en

het college van burgemeester en wethouders van Westland, het college

(gemachtigde: mr. J.C. Meijer).

Als derde-partij neemt aan de zaak deel: de vereniging [naam vereniging], te [vestigingsplaats] (de tennisvereniging)

(gemachtigde: mr. M.S. van der Hoek).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen verlenging van de begunstigingstermijn die is verbonden aan de aan de tennisvereniging opgelegde last onder dwangsom.

1.1.

Het college heeft op 15 februari 2024 aan de tennisvereniging een last onder dwangsom opgelegd, omdat door het spelen van padel de geluidnormen van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer zouden zijn overtreden.

1.2.

Met het bestreden besluit van 8 april 2024 heeft het college de begunstigingstermijn van de opgelegde last verlengd tot vier weken nadat op een verzoek van de tennisvereniging om herziening van de opgelegde last is beslist. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en hebben de voorzieningenrechter verzocht om dat besluit bij wijze van voorlopige voorziening te schorsen, zodat de tennisvereniging direct aan de last moet voldoen.

1.3.

Het college heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift. De tennisvereniging heeft ook schriftelijk gereageerd. Verzoekers hebben nadere stukken ingediend.

1.4.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 6 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekers [verzoeker 1] , [verzoeker 2] en [verzoeker 3] en de gemachtigde van het college, vergezeld door [naam 1] . Namens de tennisvereniging zijn verschenen [naam 2] en [naam 3] , bijgestaan door hun gemachtigde.

Totstandkoming van het besluit

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.