Rechtbank Den Haag, 19-02-2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:2315, C/09/677449 / KG ZA 24-1185
Rechtbank Den Haag, 19-02-2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:2315, C/09/677449 / KG ZA 24-1185
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 19 februari 2025
- Datum publicatie
- 19 februari 2025
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2025:2315
- Zaaknummer
- C/09/677449 / KG ZA 24-1185
Inhoudsindicatie
Kort geding; Zorgverzekeringswet, zorgplicht, preferentiebeleid, SMR-zorg, rechtsverwerking. De vordering van Teva tot staking van de inkoopprocedure inzake varenicline wordt afgewezen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het niet uitgesloten dat bij de verstrekking van geneesmiddelen als onderdeel van de SMR-zorg ruimte is voor preferentiebeleid, mits vaststaat dat de verschillende geneesmiddelen onderling uitwisselbaar of gelijkwaardig zijn. In dit kort geding is aannemelijk geworden dat de varenicline van de verschillende fabrikanten gelijkwaardig en uitwisselbaar zijn. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het niet aannemelijk dat de zorg waarop verzekerden op grond van de Zvw aanspraak hebben wordt beperkt door het preferentiebeleid van Zilveren Kruis inzake varenicline. Gelet hierop is de inkoopprocedure inzake varenicline naar voorlopig oordeel niet in strijd met artikel 11 Zvw. De te maken belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel.
Uitspraak
Team handel - voorzieningenrechter
Zaaknummer: C/09/677449 / KG ZA 24-1185
Vonnis in kort geding van 19 februari 2025
in de zaak van
TEVA NEDERLAND B.V. te Haarlem,
eiseres,
hierna te noemen: Teva,
advocaten: mr. E.J.H. Gielen en mr. J.E. Kok te Amsterdam,
tegen
ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V. te Leiden,
gedaagde,
hierna te noemen: Zilveren Kruis,
advocaten: mr. H.J. Arnold en mr. M.A.A. Oostveen te Leiden.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 20 december 2024, met producties;- de conclusie van antwoord, met producties.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 5 februari 2025. De advocaten van Teva hebben ter zitting het woord gevoerd aan de hand van pleitnotities. Deze pleitnotities maken deel uit van het dossier. Vonnis is bepaald op vandaag.
2 De feiten
Teva is fabrikant van een geneesmiddel met de werkzame stof vareniciline.
Varenicline kan volwassenen helpen met het stoppen met roken, omdat het ervoor zorgt dat de zin in roken afneemt. Varenicline is een zogenoemd multisource geneesmiddel, het wordt in Nederland door meerdere fabrikanten op de markt gebracht.
Varenicline wordt uitsluitend vergoed uit de basisverzekering als farmacologische ondersteuning bij een Stoppen-met-rokenprogramma (hierna: SMR-programma). Varenicline wordt niet los vergoed en valt dus niet binnen het Geneesmiddelen Vergoedingssysteem (GVS).
Op 1 april 2024 heeft Zilveren Kruis een selectieve inkoopprocedure gehouden voor de nicotine-vervangende geneesmiddelen met de werkzame stoffen nortriptyline, bupropion en cytisinicline via de Inkoopprocedure Stoppen met Roken (SMR) 2025-2026. Hierbij heeft Zilveren Kruis apotheken gecontracteerd op basis van de door hen geboden korting op de apotheekinkoopprijs (AIP). Varenicline was op dat moment niet leverbaar.
In oktober 2024 heeft Zilveren Kruis onder de naam Inkoopprocedure Oktober 2024 (hierna: de Inkoopprocedure) een inkoopprocedure gehouden voor 32 geneesmiddelen, waaronder varenicline. Hierbij konden fabrikanten van varenicline een bieding doen conform de inkoopprocedure voor preferente geneesmiddelen. Met deze inkoopprocedure beoogt Zilveren Kruis dat na de definitieve gunning de voor SMR-medicatie gecontracteerde apotheken vanaf de startdatum van het preferentiebeleid varenicline afleveren van de door Zilveren Kruis aangewezen fabrikant. Hierbij vergoedt Zilveren Kruis de declaraties tegen de apotheekinkoopprijs, waarna Zilveren Kruis de bedongen korting incasseert bij de fabrikant.
De Inkoopprocedure is geregeld in de Leidraad voor het indienen van een inschrijving voor een contract levering Preferente Geneesmiddelen voor de periode 2025-2026 van 17 oktober 2024 (hierna: de Leidraad) en in de Nota van Inlichtingen van 15 november 2024 (hierna: de NvI).
In paragraaf 2.2. van de Leidraad is het volgende opgenomen:
“Zilveren Kruis verwacht een proactieve houding van de Inschrijver. Een Inschrijver kan geen rechtsgeldig beroep doen op onvolkomenheden, tegenstrijdigheden of vermeende onrechtmatigheden ten aanzien van onderwerpen die door hem niet binnen de hierna in de tabel in paragraaf 2.4 genoemde termijn aan de orde zijn gesteld terwijl dit redelijkerwijs wel mogelijk was geweest.
Tegenstrijdigheden, onvolkomenheden, vermeende onrechtmatigheden of onjuistheden moeten kortom zo snel mogelijk, maar uiterlijk voor de sluitingsdatum van het indienen van vragen, met opgave van de correctievoorstellen en eventuele onderbouwing ingediend worden. Een gegadigde heeft zijn rechten verwerkt, indien hij niet tijdig aan deze vragenstelverplichting heeft voldaan, en later (al dan niet in rechte) een beroep
doet op een eventuele onvolkomenheid, tegenstrijdigheid of onrechtmatigheid.
In paragraaf 2.4 van de Leidraad is de sluitingsdatum voor het stellen van vragen bepaald op 1 november 2024.
Op 1 november 2024 heeft Teva een aantal vragen gesteld aan Zilveren Kruis, die in de NvI zijn beantwoord. In de NvI zijn onder meer de volgende vragen en antwoorden opgenomen:
Vraag 8:
“Varenicline wordt niet vergoed en valt dus niet binnen het GVS. De Nza heeft bepaald dat zorgverzekeraars geen preferentiebeleid mogen voeren op producten buiten het GVS (...). Hoe ziet Zilveren Kruis dit?”
Antwoord Zilveren Kruis:
“De beschreven informatie over het preferentiebeleid heeft betrekking op de farmaceutische zorg en het is logisch dat er daarmee een koppeling wordt gemaakt met het GVS. Naar het oordeel van Zilveren Kruis is daarmee het voeren van een preferentiebeleid op middelen buiten het GVS niet uitgesloten. Het is aan Zilveren Kruis – in relatie tot haar zorgplicht – hoe zij de zorg voor haar verzekerden vorm geeft. In het geval van varenicline is het
medicament op basis van stof, sterkte en toediening (SST) beschikbaar voor verzekerden.”
Vraag 9:
“Uw bepaling 3.4.1 Eisen ten aanzien van GVS-limiet vermeldt dat de AIP en dus de facto de nettoprijs niet boven de GVS limiet mag zijn. Hoe is dit te verenigen met uw voorgenomen preferentiebeleid op varenicline, aangezien de GVS limiet gelijk aan 0 is?”
Antwoord Zilveren Kruis:
“Deze specifieke bepaling is om genoemde reden niet van toepassing op varenicline.”
Op 26 november 2024 heeft Teva een bieding gedaan voor de levering van varenicline.
In december 2024 heeft Zilveren Kruis meegedeeld dat zij het contract voor varenicline (voorlopig) heeft gegund aan Faye Pharmaceuticals.
Bij brief van 13 december 2024 heeft Teva een melding gedaan aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) over de Inkoopprocedure. In deze brief heeft Teva zich op het standpunt gesteld dat het preferentiebeleid voor varenicline in strijd is met de Zorgverzekeringswet en aanverwante regelingen, omdat volgens Teva preferentiebeleid uitsluitend gevoerd mag worden voor geneesmiddelen die zijn opgenomen op Bijlage 1(A) van de Regeling zorgverzekering (waartoe varenicline niet behoort) en omdat er volgens Teva überhaupt geen preferentiebeleid gevoerd mag worden in het kader van de inkoop van de SMR-zorgprestatie.
De NZA heeft zich nog niet uitgelaten over de melding van Teva.
3 Het geschil
Teva vordert, samengevat om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,:
primair:
-
Zilveren Kruis te gebieden de inkoopprocedure te staken en gestaakt te houden;
-
Zilveren Kruis te gebieden om bij de inkoop van SMR-geneesmiddelen, waaronder vareniciline, geen preferentiebeleid te hanteren, althans te gebieden alle voorgeschreven SMR-geneesmiddelen te vergoeden zonder preferentiebeleid te hanteren;
zulks op straffe van een dwangsom;
subsidiair:
jegens Zilveren Kruis een in goede justitie te bepalen voorlopige voorziening te treffen die recht doet aan de belangen van Teva;
primair en subsidiair:
Zilveren Kruis te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 925,--;
Zilveren Kruis te veroordelen in de proceskosten, waaronder de nakosten, te vermeerderen met rente.
Teva legt aan de vordering het volgende ten grondslag.
De door Zilveren Kruis gehanteerde inkoopprocedure voor SMR-medicatie is in strijd met de Zorgverzekeringswet en aanverwante regelingen, waardoor de inkoopprocedure in deze vorm niet in stand mag blijven. Preferentiebeleid mag uitsluitend gevoerd worden voor geneesmiddelen die op Bijlage 1 staan van de Regeling zorgverzekering, en varenicline staat daar niet op. Verder is het niet toegestaan om preferentiebeleid te voeren op farmacotherapeutische ondersteuning in het kader van SMR-zorg. Door het preferentiebeleid van Zilveren Kruis lijdt Teva omzetschade. Zilveren Kruis handelt daarmee onrechtmatig jegens Teva.
Zilveren Kruis voert verweer. Zilveren Kruis concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Teva, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Teva in de proceskosten, waaronder de nakosten, te vermeerderen met rente.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.