Rechtbank Gelderland, 04-03-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:2103, 273313
Rechtbank Gelderland, 04-03-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:2103, 273313
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 4 maart 2015
- Datum publicatie
- 26 maart 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2015:2103
- Zaaknummer
- 273313
Inhoudsindicatie
De rechtbank stelt vast dat sprake is van een onrechtmatig overheidsbesluit nu de gemeente ten onrechte op grond van de WWB aan eiseres verstrekte gelden zijn teruggevorderd.
Niet is echter komen vast te staan dat tussen dat dat besluit en de beëindiging van de schuldsaneringsregeling. (waardoor de schulden van eiseres herleefden) een causaal verband bestaat.
Door eiseres is immers de sollicitatieverplichting en de inlichtingenverplichting die aan de schuldsaneringsregeling zijn verboden, geschonden, waarna de regeling is beëindigd zonder dat eiseres een schone lei verkreeg. De gemeente is niet gehouden tot het betalen van de schadevergoeding aan eiseres.
Uitspraak
vonnis
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/273313 / HA ZA 14-630 /357/878
Vonnis van 4 maart 2015
in de zaak van
[eiseres] ,
wonende te Doesburg,
eiseres,
advocaat mr. C.W. Langereis te Zevenaar,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE DOESBURG,
zetelend te Doesburg,
gedaagde,
advocaat mr. R.D. Boesveld te Haarlem.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Gemeente Doesburg genoemd worden.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 januari 2015
- het proces-verbaal van comparitie van 10 februari 2015.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
[eiseres] exploiteerde een eenmanszaak, genaamd Café de Babbelaar. [eiseres] heeft de onderneming per 30 januari 2007 beëindigd.
Bij beslissing van 26 maart 2007 is door de Gemeente Doesburg aan [eiseres] met ingang van 6 februari 2007 een uitkering op grond van de Wet Werk en Bijstand (WWB) toegekend naar de norm voor een alleenstaande ouder.
[eiseres] is gehuwd geweest met [naam] (hierna te noemen: [naam]). Uit dit huwelijk is een zoon geboren. Op 27 september 2007 is het huwelijk door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand ontbonden.
Bij vonnis van de rechtbank Arnhem, sector civiel recht, van 14 mei 2009 is de wettelijke schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van [eiseres]. De schulden bedroegen op dat moment volgens de verklaring ex artikel 284 Fw € 96.111,54 aan preferente schuldeisers en € 120.619,75 aan concurrente schuldeisers.
Naar aanleiding van een anonieme tip, inhoudende onder meer dat [naam] al bij [eiseres] inwoonde voordat zij een uitkering op grond van de WWB ontving, heeft de sociale recherche De Liemers een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de aan [eiseres] verleende bijstand. De sociale recherche heeft [eiseres] en [naam] verhoord, waarvan processen-verbaal zijn opgemaakt en heeft een rapport uitgebracht, gedateerd 9 november 2009.
Bij besluit van 20 oktober 2010 heeft de Gemeente Doesburg het recht van [eiseres] op een uitkering ingevolge de WWB over de periode van 6 februari 2007 tot en met 7 juni 2010 ingetrokken, omdat [eiseres] een gemeenschappelijke huishouding voerde met [naam] en heeft de Gemeente Doesburg een bedrag van € 53.083,92 aan ten onrechte verleende bijstand teruggevorderd van [eiseres].
[eiseres] heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Gemeente Doesburg van 20 oktober 2010. De Gemeente Doesburg heeft bij beslissing op bezwaar van 24 mei 2011 het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard, in zoverre dat de conclusie luidt dat [eiseres] en haar ex-partner [naam] gedurende de periode van 1 september 2009 tot en met 7 juni 2010 een gezamenlijke huishouding hebben gevoerd. De Gemeente Doesburg heeft het recht op bijstand over deze periode ingetrokken en als gevolg daarvan het van [eiseres] terug te vorderen bedrag verlaagd tot een bedrag van € 11.206,64.
[eiseres] heeft beroep ingesteld van de beslissing van de Gemeente Doesburg van 24 mei 2011. Bij beslissing van de rechtbank Arnhem, sector bestuursrecht, van 12 januari 2012 is het beroep ongegrond verklaard.
Bij vonnis van de rechtbank Arnhem, sector civiel recht, van 8 maart 2012, is de toepassing van de schuldsaneringsregeling ten aanzien van [eiseres] tussentijds beëindigd.
[eiseres] heeft hoger beroep ingesteld van het vonnis van 8 maart 2012. Bij arrest van het Gerechtshof Arnhem, sector civiel recht, van 19 april 2012 is het vonnis van de rechtbank van 8 maart 2012 bekrachtigd.
[eiseres] heeft hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 12 januari 2012. De Centrale Raad van Beroep heeft bij beslissing van 1 oktober 2013 de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 12 januari 2012 vernietigd, het beroep gegrond verklaard, het besluit op bezwaar van de Gemeente Doesburg van 24 mei 2011 vernietigd en het besluit van de Gemeente Doesburg van 20 oktober 2010 herroepen.
[eiseres] heeft de Gemeente Doesburg bij brief van 16 januari 2014 aangesproken tot vergoeding van de schade die zij lijdt door het onrechtmatige besluit van de Gemeente Doesburg om de WWB uitkering terug te vorderen, omdat als gevolg van deze terugvordering de toepassing van de schuldsaneringsregeling tussentijds is beëindigd. [eiseres] houdt de Gemeente Doesburg aansprakelijk voor de hoogte van de schulden waarvoor zij weer wordt aangesproken door schuldeisers na de beëindiging van de schuldsaneringsregeling.
De gemeente Doesburg heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen.
3 Het geschil
[eiseres] vordert samengevat - te bepalen dat de Gemeente Doesburg aansprakelijk is voor de schade die door haar geleden is en zal worden, met veroordeling van de Gemeente Doesburg tot betaling aan haar van een bedrag van € 2.500,00 wegens immateriële schade, vermeerderd met rente, en voorts de Gemeente Doesburg te veroordelen tot betaling aan haar van een schadevergoeding nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met veroordeling van de Gemeente Doesurg in de kosten van de procedure.
[eiseres] voert daartoe aan dat zij schade lijdt door het onrechtmatige overheidsbesluit waarbij de WWB uitkering werd teruggevorderd, omdat de door die terugvordering ontstane nieuwe schuld tijdens de looptijd van de schuldsaneringsregeling de enige reden was voor het hof om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen. Als dat onrechtmatige besluit niet was genomen, was de schuldsanernigsregeling met een schone lei geëindigd en was zij schuldenvrij geweest. Door de beëindiging van de schuldsaneringsregeling herleefden haar schulden en wordt zij thans met vorderingen van haar oude schuldeisers geconfronteerd. Voor de schade die zij hierdoor lijdt houdt [eiseres] de Gemeente Doesburg aansprakelijk.
Daarnaast vordert [eiseres] immateriële schadevergoeding, waartoe zij aanvoert dat zij ernstig heeft geleden onder de valse beschuldigingen van de Gemeente Doesburg en de inbreuk op haar privéleven, alsmede de aantasting van haar eer en goede naam in de kleine gemeente waar zij woont.
De Gemeente Doesburg voert verweer.