Rechtbank Gelderland, 05-04-2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:1886, 298534
Rechtbank Gelderland, 05-04-2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:1886, 298534
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 5 april 2016
- Datum publicatie
- 5 april 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2016:1886
- Zaaknummer
- 298534
Inhoudsindicatie
Executiegeschil. Vraag of dwangsommen zijn verbeurd. Doel en strekking van door het hof gegeven bevel. Ongemotiveerde toewijzing van de gevorderde verstrekking van gewaarmerkte afrekeningen. Aan doel en strekking van het bevel is voldaan door verstrekking van fotokopieën van originele afrekeningen. Geen dwangsommen verbeurd.
Uitspraak
vonnis
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/298534 / KG ZA 16-105
Vonnis in kort geding van 5 april 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RESIDENCE TERGOUW BV,
gevestigd te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. P.J.M. Hermsen te Bemmel,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. H.J. Stehouwer te Amersfoort.
Partijen zullen hierna Tergouw en [gedaagde] worden genoemd.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
de dagvaarding met producties 1 tot en met 6;
- -
-
de akte van depot van 8 maart 2016, waaruit volgt dat Tergouw een doos met administratieve bescheiden bij de griffie van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem heeft gedeponeerd;
- -
-
de producties 1 tot en met 10 van [gedaagde] ;
- -
-
de mondelinge behandeling van 22 maart 2016;
- -
-
de pleitnota van Tergouw;
- -
-
de pleitnota van [gedaagde] .
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
Tergouw exploiteert aan de Oude [adres 7] in [woonplaats] (gemeente Over-Betuwe) een bungalowpark (hierna: het park).
[gedaagde] heeft op 28 november 2000 op het park een kavel gekocht en heeft vervolgens daarop een chalet geplaatst. In de Algemene Voorwaarden Recreatie- en bungalowpark Tergouw (hierna: de Algemene Voorwaarden) is in artikel 4 lid 6a het volgende bepaald:
‘Kosten verbonden aan het gebruik van gas, water en electriciteit (met een opslagpercetage), komen voor rekening van koper, alsmede de zuiveringslasten en zakelijke belastingen, zoals onder andere:
- onroerende-zaak-belasting;
- rioolrechten;
- waterschapslasten.’
In de Algemene Voorwaarden is onder IV een Parkreglement (hierna: het Parkreglement) opgenomen. Daarin is in artikel 10 onder meer het volgende bepaald:
‘(...)
Ten aanzien van de door de beheerder uitgevoerde werkzaamheden en verrichte diensten onder andere bestaande uit het ophalen van vuilnis op de centrale verzamelplaatsen en/of chalets in het park, het schoon- en vrijhouden van de wegen en paden in het park, de verlichting van de wegen en paden in het park, het algemeen toezicht op het park en het gebruik van de kosteloze faciliteiten van het park, alsmede voor de verzorging van ontvangst van televisie- en radiosignalen, zal door de eigenaar een vergoeding verschuldigd zijn, zoals is aangegeven in de akte van levering.
(...)’
Tergouw heeft aan [gedaagde] op 3 januari 2011 een factuur gezonden ter betaling van een bedrag van € 5.553,00 ter zake van ‘Beheervergoeding, verwijdering huisvuil, water, elektra voorschot en gas voorschot’. Van deze factuur is een bedrag van € 1.580,21 onbetaald gebleven.
Tergouw heeft [gedaagde] vervolgens in rechte betrokken en betaling gevorderd van het openstaande bedrag van € 1.580,21. [gedaagde] heeft in die procedure een eis in reconventie ingesteld. Bij vonnis van 25 mei 2012 heeft de kantonrechter van deze rechtbank de vordering van Tergouw in conventie afgewezen en Tergouw in reconventie onder meer bevolen om binnen 30 dagen na de datum van dat vonnis aan [gedaagde] gewaarmerkte afschriften te verstrekken van de originele afrekeningen die Tergouw heeft ontvangen van de leveranciers van Tergouw ter zake de levering van gas, water en elektra en van de zuiveringslasten, alles over de jaren 2005 tot en met 2011, en waaruit blijkt welke kosten Tergouw werkelijk heeft gemaakt voor de levering aan [gedaagde] , alles op verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag of een gedeelte daarvan dat Tergouw geheel of geheel in gebreke blijft om aan het bevel te voldoen, waarbij de dwangsom is gemaximeerd tot € 5.000,00.
Tergouw heeft vervolgens om haar moverende redenen niet (correct) aan bovenstaand bevel voldaan en aan [gedaagde] een bedrag van € 5.000,00 aan verbeurde dwangsommen betaald.
Tergouw heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 25 mei 2012. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, heeft bij arrest van 27 januari 2015 uitspraak gedaan. Het hof heeft in zijn arrest voor zover thans van belang beslist:
‘4. De beslissing
Het hof, recht doende in hoger beroep:
In het principaal hoger beroep
bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter te Nijmegen van 25 mei 2012;
(...)
in het incidenteel hoger beroep
vernietigt het vonnis van de kantonrechter te Nijmegen van 25 mei 2012 uitsluitend voor zover de kantonrechter de vordering b) heeft afgewezen en voor zover hij in het slot van het dictum onder 5.4 de dwangsom heeft gemaximeerd op € 5.000 en doet op deze onderdelen opnieuw recht:
(...)
beveelt Tergouw om binnen 30 dagen na heden aan [gedaagde] gewaarmerkte afschriften te verstrekken van de originele afrekeningen die Tergouw heeft ontvangen van de leveranciers van Tergouw ter zake de levering van gas, water en elektra en van de zuiveringslasten, alles over de jaren 2005 tot en met 2011 en waaruit blijkt welke kosten Tergouw werkelijk heeft gemaakt voor de levering aan [gedaagde] , alles op verbeurte van een dwangsom van € 250 per dag of een gedeelte daarvan dat Tergouw geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft om aan het bevel te voldoen, waarbij de dwangsom zal worden gemaximeerd tot een bedrag van
€ 30.000,00;
(...)’
Een medewerker van Tergouw, de heer [naam 1] , heeft op 27 februari 2015 ten kantore van de advocaat van [gedaagde] , mr. H.J. Stehouwer, een doos met afrekeningen afgegeven die zien op de periode van 2005 tot en met 2011, met betrekking tot de levering van gas, water en elektra en zuiveringslasten. Deze stukken zijn niet gewaarmerkt.
[gedaagde] heeft het arrest van 27 januari 2015 bij exploot van 24 juni 2015 aan Tergouw laten betekenen.
Bij exploten van 18 januari 2016 en 19 januari 2016 heeft [gedaagde] derdenbeslag laten leggen onder respectievelijk [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 5] , [naam 6] en [naam 7] B.V. om € 25.000,00 aan volgens hem verbeurde dwangsommen vermeerderd met kosten te innen.
3 Het geschil
Tergouw vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I [gedaagde] te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis tot opheffing van de door hem op 18 januari 2016 onder [naam 2] , wonende te [woonplaats] aan de [adres 1] , [naam 3] , wonende te [woonplaats] aan de [adres 2] , [naam 4] , wonende te [woonplaats] aan de Oude [adres 3] , [naam 5] , wonende te [woonplaats] aan de [adres 4] , [naam 6] , wonende te [woonplaats] aan de [adres 5] en op 19 januari 2016 onder [naam 7] B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Nijmegen aan de [adres 6] ten laste van Tergouw gelegde beslagen, zulks op verbeurte aan Tergouw van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag of ieder gedeelte van een dag dat [gedaagde] in gebreke blijft aan de inhoud van het vonnis te voldoen;
II te bepalen dat [gedaagde] zich dient te onthouden van het – laten – ten uitvoerleggen van het arrest van 27 januari 2015 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden met zaaknummer 200.114.594, althans voor wat betreft de in het dictum onder “in het incidenteel hoger beroep” bepaalde dwangsom, zulks op verbeurte aan Tergouw van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag of ieder gedeelte van een dag dat [gedaagde] in gebreke blijft aan de inhoud van het vonnis te voldoen;
III te bepalen dat [gedaagde] de gelden die hij op grond van de door hem onder [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 5] , [naam 6] en [naam 7] B.V. gelegde beslagen heeft ontvangen dient af te dragen aan Tergouw, zulks op verbeurte aan Tergouw van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag of ieder gedeelte van een dag dat [gedaagde] in gebreke blijft aan de inhoud van het vonnis te voldoen;
IV [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.