Rechtbank Gelderland, 09-03-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:1644, 312351
Rechtbank Gelderland, 09-03-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:1644, 312351
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 9 maart 2017
- Datum publicatie
- 27 maart 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2017:1644
- Zaaknummer
- 312351
Inhoudsindicatie
Kort geding. Geschil binnen maatschap. Vordering jegens de maatschap alsnog toewijsbaar vanwege Roham-arrest? Vordering tot afgifte bankgaranties. Artikel 843a Rv.
Uitspraak
vonnis
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/312351 / KG ZA 16-562
Vonnis in kort geding van 9 maart 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MOCOMAR B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. M. de Vries te Naarden,
tegen
1. de maatschap
MAATSCHAP LODDER & CO.,
gevestigd te Arnhem, en
2. de maatschap
MAATSCHAP LODDER & CO. GOODWILL,
gevestigd te Arnhem,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. R. van Biezen te Den Haag,
en
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HASSEL HOLDING B.V.,
gevestigd te Arnhem, en
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VRIJHEID APELDOORN B.V.,
gevestigd te Hengelo (Ov.), en
5. [gedaagde in conventie sub 5],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaten mrs. J.E.M. Oude Kempers en R.J. Sark te Arnhem,
en
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LORO VIKING B.V.
gevestigd te Hengelo (Ov.), en
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BLUEBELLS B.V.
gevestigd te Gendringen,
gedaagden in conventie,
advocaat mr. J.T. Stekelenburg te Holten.
Partijen zullen hierna Mocomar, de Maatschap, de Goodwill-maatschap, Hassel Holding, Vrijheid Apeldoorn, [gedaagde in conventie sub 5] ., Loro Viking en Bluebells worden genoemd.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
de dagvaarding met productie 1 tot en met 44
- -
-
de nagezonden producties 45 tot en met 51 van Mocomar
- -
-
de nagezonden productie 52 van Mocomar
- -
-
de brief met daarin de eis in reconventie van de maatschappen Lodder & Co en Lodder & Co Goodwill
- -
-
de e-mail met productie 1 van de maatschappen Lodder & Co en Lodder & Co Goodwill
- -
-
de e-mail met producties 1 tot en met 5 tevens aankondiging van eis in reconventie van Hassel Holding, Vrijheid Apeldoorn en [gedaagde in conventie sub 5] .
- -
-
de nagezonden productie 6 en 7 en wijziging van eis in reconventie van Hassel Holding, Vrijheid Apeldoorn en [gedaagde in conventie sub 5] .
- -
-
de brief met productie A tot en met C van Loro Viking en Bluebells
- -
-
de mondelinge behandeling van 23 februari 2017
- -
-
de pleitnota van Mocomar
- -
-
de pleitnota van de maatschappen Lodder & Co en Lodder & Co Goodwill
- -
-
de pleitnota van Hassel Holding, Vrijheid Apeldoorn en [gedaagde in conventie sub 5] .
- -
-
de pleitnota van Loro Viking en Bluebells.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
Op 1 januari 1994 is Mocomar toegetreden tot de maatschap Lodder & Co (hierna: de Maatschap). Mocomar is een vennootschap van [aandeelhouder en bestuurder van Mocomar] , die haar aandeelhouder en bestuurder is. Naast de Maatschap bestaat de maatschap Lodder & Co Goodwill (hierna: de Goodwill-maatschap). Aan de Goodwill-maatschap nemen uitsluitend die maten van de Maatschap deel, die aanspraak kunnen doen gelden op goodwill. Deze maten hebben daardoor aanspraak op een extra aandeel uit de overwinst en bij uittreden uit de maatschap dient aan hen een zogenaamde exit-goodwill te worden betaald.
Op 29 juni 1999 is de deelname van Mocomar aan de Maatschap geëindigd door het uittreden uit de Maatschap en de Goodwill-maatschap. Van de beide Maatschappen maakten op dat moment deel uit de heren [gedaagde in conventie sub 5] . met zijn vennootschap Hassel Holding, [betrokkene A] met zijn vennootschap H. De Diemsche Beuk B.V., [betrokkene B] met zijn vennootschap Locotax B.V., [betrokkene C] met zijn vennootschap Behouden Huis B.V., [maat van de Maatschap] in persoon en [betrokkene D] met zijn vennootschap Esox Belastingadviesgroep B.V.
Bij het uittreden van Mocomar in 1999 is aan haar geen exit-goodwill uitgekeerd. Mocomar heeft daarna de zes voornoemde maten en de Maatschap en de Goodwill-maatschap in rechte betrokken, stellende dat zij aanspraak heeft op exit-goodwill. In het daarop volgende tussenvonnis van de toenmalige rechtbank Zutphen van 20 augustus 2008 (rolnummer [rolnummer] ) zijn de door Mocomar ingestelde vorderingen jegens de Maatschap en de Goodwill-maatschap afgewezen, kort gezegd omdat een maatschap als zodanig naar het oordeel van de rechtbank hiervoor niet in rechte kan worden betrokken. Hiertegen heeft de rechtbank tussentijds appel toegestaan. Bij arrest van 27 maart 2012 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden deze beslissing bekrachtigd. De procedure is vervolgens tegen de gedagvaarde maten voortgezet.
In 2009 heeft Loda Holding B.V. (hierna: Loda Holding), waarvan [gedaagde in conventie sub 5] . bestuurder was, de aandelen in drie dochtervennootschappen verkocht aan Vrijheid Apeldoorn. De koopprijs van deze aandelen heeft Loda Holding aan Vrijheid Apeldoorn geleend. Enige tijd later heeft Vrijheid Apeldoorn 25% van de aandelen verkocht aan Loro Viking en 25% van de aandelen aan Bluebells. De koopprijs van deze aandelenpakketten is door Vrijheid Apeldoorn ten tijde van de verkoop aan Loro Viking en Bluebells geleend. Loro Viking en Bluebells hebben deze koopprijs op enig moment daarna aan (crediteuren van) Vrijheid Apeldoorn betaald.
Hangende de onder 2.3. bedoelde bodemprocedure met rolnummer [rolnummer] heeft Mocomar een voorlopige voorziening gevraagd op de voet van artikel 223 Rv. Deze rechtbank heeft hierop bij tussenvonnis van 14 september 2016 beslist. In dit vonnis zijn Hassel Holding, H. de Diemsche Beuk, Esox Belastingadviesgroep, [maat van de Maatschap] en Locotax bij wijze van voorlopige voorziening veroordeeld om ieder aan Mocomar een bedrag van € 150.000,00 te betalen, binnen twee weken na de datum van dat vonnis. De veroordeelde partijen zijn vervolgens niet tot betaling van voornoemd bedrag overgegaan.
Mocomar is vervolgens de onderhavige kort gedingprocedure gestart. Tijdens de mondelinge behandeling van het onderhavige kort geding is tussen Mocomar, de Maatschap, de Goodwill-maatschap en Hassel Holding, Vrijheid Apeldoorn en [gedaagde in conventie sub 5] . een gedeeltelijke schikking getroffen. Deze schikking houdt in dat Mocomar een totaalbedrag van € 195.000,00 zal ontvangen, na ontvangst waarvan Mocomar aan Locotax een kwijting verleent voor een bedrag van € 52.000,00, aan de heer [maat van de Maatschap] voor een bedrag van € 65.000,00 een aan Hassel Holding voor een bedrag van € 78.000,00. Overeengekomen is dat deze kwijting tussen de Maatschap, de Goodwill-maatschap en Hassel Holding onderling geen effect heeft.
3 Het geschil in conventie
in conventie
Mocomar vordert na vermindering van eis bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, samengevat:
I de Maatschap en de Goodwill-maatschap hoofdelijk te veroordelen om binnen twee weken na betekening van dit vonnis een bedrag van € 800.000,00 aan Mocomar te voldoen, onder aftrek van hetgeen uit hoofde van het provisioneel vonnis van deze rechtbank van
14 september 2016 reeds is voldaan;
II Hassel Holding, Vrijheid Apeldoorn en [gedaagde in conventie sub 5] . hoofdelijk te veroordelen om binnen twee weken na betekening van dit vonnis een bedrag van € 800.000,00 aan Mocomar te voldoen, onder aftrek van hetgeen uit hoofde van het provisioneel vonnis van deze rechtbank van 14 september 2016 reeds is voldaan;
III primair alle gedaagde partijen, op straffe van een dwangsom, hoofdelijk te veroordelen om binnen twee weken na betekening van dit vonnis aan Mocomar een onvoorwaardelijke en onherroepelijke bankgarantie te verstrekken tot een bedrag van
€ 1.100.000,00, althans € 572.000,00, ter verzekering van de nakoming van de verplichtingen van de Maatschap en de Goodwill-maatschap op basis van voornoemd provisioneel vonnis van 14 september 2016;
IV subsidiair alle gedaagde partijen, op straffe van een dwangsom en subsidiair met het toepassen van lijfsdwang op de persoon van [gedaagde in conventie sub 5] . indien noodzakelijk, hoofdelijk te veroordelen om binnen één week na betekening van dit vonnis aan Mocomar opgaaf te doen van:
-
de (mutaties in de) samenstelling van de Maatschap en de Goodwill-maatschap vanaf 2011,
-
de structuur van de Maatschap en de Goodwill-maatschap en de aan haar verbonden ondernemingen en van de wijzingen daarin sinds het uittreden van Mocomar,
V alle gedaagde partijen hoofdelijk te veroordelen om binnen één week na betekening van dit vonnis aan Mocomar inzage te geven in alle stukken met betrekking tot de transactie inzake de verkoop van de aandelen van de dochtervennootschappen van Loda Holding . aan Vrijheid Apeldoorn c.q. Lodder-Dales DAZ Beheer B.V.;
VI alle gedaagde partijen, op straffe van een dwangsom en subsidiair met het toepassen van lijfsdwang op de persoon van [gedaagde in conventie sub 5] . indien noodzakelijk, hoofdelijk te veroordelen om binnen één week na betekening van dit vonnis aan Mocomar inzage te geven in alle stukken met betrekking tot de transactie inzake de overeenkomst met ETL Nederland waarbij de door de maatschap gedreven onderneming is verkocht;
VII alle gedaagde partijen, op straffe van een dwangsom, te verbieden onder Mocomar beslag te leggen op aan Mocomar verrichte betalingen of meer in het algemeen op haar vermogensbestanddelen;
VIII alle gedaagde partijen hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten.
Alle gedaagden voeren verweer en concluderen tot afwijzing van de vorderingen.
Op de stellingen in conventie van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.
in reconventie
De Maatschap en de Goodwill-maatschap vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, samengevat:
Primair
I Mocomar op straffe van een dwangsom te verbieden om ter uitvoering van de bij deze rechtbank aanhangige bodemzaak met rolnummer [rolnummer] ten laste van de maatschappen conservatoire- of executiemaatregelen te nemen;
II Mocomar op straffe van een dwangsom te gebieden om alle door haar ten laste van de maatschappen gelegde beslagen binnen twee werkdagen na de datum van dit vonnis op te heffen;
III Mocomar op straffe van een dwangsom te verbieden om een beroep te doen op de in opdracht van de Maatschap op of omstreeks 10 augustus 2005 door HBU Bank gegeven bankgarantie, alsmede Mocomar te gebieden om de HBU Bank binnen zeven werkdagen na de datum van dit vonnis te informeren dat zij geen beroep zal doen op de bankgarantie en om de bankgarantie uit te laten betalen aan de Maatschap;
Subsidiair
IV Mocomar op straffe van een dwangsom te gebieden om de tenuitvoerlegging van het provisioneel vonnis van 14 september 2016, voor zover het betreft het bepaalde in het dictum onder 3.10 en de aldaar opgelegde voorziening het bedrag van € 100.000,00 overtreft, te staken en gestaakt te houden zolang geen uitvoerbaar bij voorraad verklaarde einduitspraak is gewezen;
V Mocomar te veroordelen in de proces- en nakosten.
Hassel Holding, Vrijheid Apeldoorn en [gedaagde in conventie sub 5] . vorderen, na wijziging van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, samengevat:
I Mocomar op straffe van een dwangsom te gebieden om de tenuitvoerlegging van het provisioneel vonnis van 14 september 2016, voor zover het betreft het bepaalde in het dictum onder 3.10 en de aldaar opgelegde voorziening het bedrag van € 100.000,00 overtreft, te staken en gestaakt te houden zolang geen uitvoerbaar bij voorraad verklaarde einduitspraak is gewezen;
II Mocomar te veroordelen in de proces- en nakosten.
Mocomar voert verweer tegen beide reconventionele vorderingen en concludeert tot afwijzing daarvan.
Op de stellingen in reconventie van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.