Home

Rechtbank Gelderland, 24-05-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:3001, 306371

Rechtbank Gelderland, 24-05-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:3001, 306371

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
24 mei 2017
Datum publicatie
6 juni 2017
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2017:3001
Zaaknummer
306371

Inhoudsindicatie

Curator spreekt (indirect) bestuurders aan wegens onrechtmatig handelen en vordert afdracht van een modelrecht en € 18.000,- voor de volstorting van aandelen.

Vorderingen op grond van 6:162, 2:9 en 2:248 BW afgewezen. Geen causaal verband tussen het tijdelijk onttrekken van actief en het uiteindelijke faillissement.

Modelrecht behoort toe aan de ontwerper van het model, niet tot de failliete vennootschap.

Door zogenaamd “kasrondje” geen sprake geweest van volstorting van aandelen. Vordering tot volstorting aandelen niet verjaard, deels toegewezen.

Uitspraak

vonnis

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/306371 / HA ZA 16-386 / 369/871

Vonnis van 24 mei 2017

in de zaak van

MR. ISAAC JAN GERRIT HENDRIK HAGE

in hoedanigheid van curator in het faillissement van Selamat Innovations B.V.,

wonende te Ede,

eiser,

advocaat mr. C.A. Hage te Ede (Gld),

tegen

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TRINT INTERNATIONAL B.V.,

statutair gevestigd en kantoorhoudende te Ede,

2. [gedaagde sub 2],

wonende te [woonplaats] ,

3. [gedaagde sub 3],

wonende te [woonplaats] ,

gedaagden,

advocaat mr. drs. C.J. Tijman te Ede Gld.

Eisende partij zal hierna de curator worden genoemd.

Gedaagde partijen zullen hierna respectievelijk Trint, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] worden genoemd, gezamenlijk Trint c.s.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het tussenvonnis van 2 november 2016

-

de akte houdende overlegging producties en wijziging van eis

-

het (verkort) proces-verbaal van comparitie gehouden op 22 februari 2017.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

De curator is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 13 maart 2014 aangesteld in het in datzelfde arrest uitgesproken faillissement van Selamat Innovations B.V. (hierna verder: Selamat).

2.2.

[gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] zijn de (indirect) bestuurders van Trint. Selamat is in 2010 door Trint en de heer [persoon A] (hierna: [persoon A] ) opgericht, kort gezegd, als onderneming om door hen ontwikkelde producten te vermarkten en intellectuele en industriële eigendomsrechten te verkrijgen, beheren en exploiteren.

Beide oprichters zijn tot bestuurder benoemd en zij namen ieder voor 50% deel in de aandelen van de vennootschap.

2.3.

Op 19 oktober 2010 heeft Trint, mede voor [persoon A] , € 18.000,00 gestort op het rekeningnummer van Selamat i.o. Op diezelfde datum heeft ING B.V. een bankverklaring afgegeven dat het saldo op die rekening € 18.000,- bedroeg ten titel van volstorting op de bij de oprichting van Selamat te plaatsen aandelen.

2.4.

Op 22 oktober 2010 is het bedrag van € 18.000,00 afgeschreven van het rekeningnummer van Selamat en overgemaakt naar de rekening van Trint onder de vermelding ‘overboeking’.

2.5.

Op 3 november 2010 is Selamat bij notariële akte opgericht door [persoon A] en Trint.

2.6.

Op 21 oktober 2011 is namens Selamat een octrooiaanvraag ingediend voor een schenksysteem en bijbehorende hulpstuk voor verfblikken (hierna: de paint assist).

2.7.

Nadat Trint bij [persoon A] had aangedrongen op een aandelenoverdracht omdat [persoon A] niet in staat was zijn helft van € 9.000,00 aan Trint te voldoen, heeft [persoon A] op

18 oktober 2012 aan [gedaagde sub 2] het volgende gemaild:

Na lang overleg, overwegingen en mijn juridische positie overziende, blijft een wijziging in de aandelen voor mij een non-issue.

Gezien ik voorlopig niet de middelen heb en Trint (...) zonder aandelen overdracht geen investeringen meer wil doen in Selamat (..) blijken de kosten van de PCT aanvraag financieel onhaalbaar. Dit doet mij pijn in mijn hart.

[gedaagde sub 2] heeft op diezelfde dag als volgt gereageerd:

Je bericht is ontvangen (...). Je snapt natuurlijk dat we hiermee niet akkoord gaan. (...)

Plan B gaat in werking en zal je daarover later informeren!

2.8.

Op 25 oktober 2012 is het model van de paint assist op naam van Trint geregistreerd bij het Europese Bureau voor Intellectueel Eigendom (EUIPO) onder nummer [nummer] . In de registratie is [gedaagde sub 3] als uitvinder vermeld.

2.9.

Bij emailbericht van 28 oktober 2012 heeft [gedaagde sub 2] aan [persoon A] het volgende meegedeeld:

Zoals je waarschijnlijk al had vernomen, hebben wij plan B in werking gezet. Plan B houdt in dat we in plaats van het patent een modelbescherming hebben ingediend buiten Nederland. Omdat we niet uit de financiering zijn gekomen in Selamat (...) hebben we dit voorlopig gedaan vanuit Trint (...)

2.10.

Op 25 april 2013 is aan Selamat octrooi verleend voor de paint assist.

Op het octrooischrift worden [persoon A] en [gedaagde sub 3] als uitvinders vermeld.

2.11.

Bij kort geding vonnis van deze rechtbank van 18 oktober 2013 is Trint c.s. veroordeeld tot, kort samengevat, afgifte aan Selamat van de vervaardigde matrijs ten behoeve van de paint assist, als ook tot afgifte van de administratie van Selamat aan [persoon A] om inzicht te krijgen in de bedrijfsvoering en de gedane verkopen en de afnemers van de paint assist. Daarnaast is aan Trint het verbod opgelegd om, anders dan uit naam van Selamat en met toestemming van [persoon A] , de paint assist te laten vervaardigen, op de markt te brengen en gebruik te maken van de paint assist, waaronder de naam, het model, het logo en de aan de naam hangende websites en emailadressen.

2.12.

Na eerdere mailberichten met betrekking tot deze onderwerpen heeft de curator bij emailbericht van 16 juni 2014 aan [gedaagde sub 2] het volgende geschreven:

(...)

2. U reageert niet op mijn verzoek de registratie van het modelrecht te corrigeren. De rechten daarop vallen in de boedel. (...) Indien ik van u niet binnen 4 dagen de toezegging heb ontvangen dat u onvoorwaardelijk mee zult werken aan de tenaamstelling van de modelrechten op naam van de boedel, dan acht ik mij vrij u in rechte te betrekken.

3. U reageert evenmin op mijn verzoek het door Trint BV aan de boedel onttrokken bedrag van € 18.000,-. Dit bedrag is destijds voorafgaande aan de oprichting van de vennootschap teruggeboekt ten titel van “overboeking”. Volstorting van de geplaatste aandelen is op deze manier ongedaan gemaakt. Ook indien dit bedrag als lening zou kunnen worden aangemerkt, dan dient dit bedrag aan de boedel te worden gerestitueerd. Ik verzoek/sommeer u dit bedrag binnen 4 dagen over te maken naar de boedelrekening (...).

Voor de goede orde onder reserve van rechten.

3 Het geschil

3.1.

De curator vordert na wijziging van eis samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

  1. Trint c.s., op straffe van een (hoofdelijke) dwangsom, gebiedt om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis de op naam van Trint geregistreerde modelrechten met betrekking tot de paint assist op hun kosten te laten registreren op naam van Selamat, in het bijzonder het geregistreerde Europese gemeenschapsmodelrecht bij het EUIPO onder registratienummer [nummer] ;

  2. primair: Trint c.s. hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding van het overeenkomstig de bepalingen van de faillissementswet vast te stellen boedeltekort zoals omschreven in artikel 2:248 lid 1 BW;

subsidiair: Trint veroordeelt tot betaling van € 18.000,00 op grond van artikel 2:291 lid 2 BW aan de curator, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 november 2010 tot aan de dag van volledige voldoening;

3. Trint c.s. veroordeelt in de proceskosten.

3.2.

De curator baseert zijn vordering op de navolgende stellingen. Trint heeft het gestorte bedrag voor de aandelen vóór de oprichting van de vennootschap aan Selamat onttrokken zodat geen reële storting is gedaan. Daarnaast zijn de bedrijfsvoering, de exploitatie van de paint assist en de activa overgeheveld naar Trint en heeft Trint het modelrecht op haar eigen naam laten registreren, zulks met uitsluiting van [persoon A] , hetgeen feitelijk de ontmanteling van Selamat inhield. Dit handelen van Trint is volgens de curator te kwalificeren als kennelijk onbehoorlijk bestuur en in strijd met hun verplichtingen ex artikel 2:9 BW. Het is aannemelijk dat het kennelijk onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is geweest van het faillissement. De (indirect) bestuurders van Trint, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] , kan bovendien een persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt en zij zijn derhalve ook in persoon aansprakelijk voor de schade die de vennootschap heeft geleden. Daarnaast is over 2013 geen administratie gevoerd door Selamat waarmee de onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur is gegeven (artikel 2:248 lid 2 BW). De schade, zowel op grond van 2:248 BW als op grond van 6:162 BW, is het nader vast te stellen boedeltekort in het faillissement van Selamat, aldus de curator.

3.3.

Trint c.s. voert gemotiveerd verweer.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing