Home

Rechtbank Gelderland, 03-07-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:3523, 05/760042-16

Rechtbank Gelderland, 03-07-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:3523, 05/760042-16

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
3 juli 2017
Datum publicatie
6 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2017:3523
Zaaknummer
05/760042-16

Inhoudsindicatie

De militaire kamer veroordeelt een 28-jarige militair tot een werkstraf voor de duur van 40 uren voor mishandeling met zwaar lichamelijk letsel ten gevolge.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer : 05/760042-16

Datum uitspraak : 3 juli 2017

Tegenspraak

vonnis van de militaire kamer

in de zaak van

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland

tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats] ,

wonende te [adres] , [woonplaats]

raadsvrouw: mr. E.I.E. Heuvelman, advocaat te Veenendaal.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 augustus 2016 en 19 juni 2017.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

hij op of omstreeks 22 november 2015 te Lexmond [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] (met kracht) met gebalde vuist tegen het hoofd en/of gezicht, in iedergeval tegen het lichaam te slaan en/of te stompen waardoor die [slachtoffer] (met het gelaat naar beneden gericht) ten val is gekomen, terwijl het feit pijn en/of (zwaar lichamelijk) letsel, te weten

een gebroken oogkas en/of een gebroken neus en/of (een)(af)gebroken tand(en)

en/of een afgebroken kies ten gevolge heeft gehad.

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1

De feiten

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

Verdachte heeft op 22 november 2015 in Lexmond [slachtoffer] met de vuist in het gezicht geslagen. [slachtoffer] is na deze klap op de grond gevallen.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling met zwaar lichamelijk letsel ten gevolge. De officier van justitie heeft daarbij gesteld dat het niet aannemelijk is dat een ander [slachtoffer] nog in het gezicht heeft getrapt en dat er in ieder geval op het moment dat [slachtoffer] op de grond viel al letsel was waardoor het verdachte is geweest die al het letsel bij [slachtoffer] heeft veroorzaakt.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft verzocht verdachte vrij te spreken van het ten laste gelegde. Hiertoe heeft de verdediging aangevoerd dat [slachtoffer] zelf niets meer weet van het incident en dat hij ook niet weet of hij door de vuistslag van verdachte pijn of letsel heeft opgelopen. Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat – nadat verdachte [slachtoffer] had geslagen – [slachtoffer] op de grond lag en door een onbekend gebleven persoon in het gezicht is getrapt. Hierdoor kan niet met zekerheid worden vastgesteld of de vuistslag van verdachte het letsel heeft veroorzaakt en of daardoor pijn is toegebracht. De vuistslag van verdachte is gegeven op het jukbeen en niet op de mond waardoor het meest waarschijnlijk is dat het letsel aan gebit door de trap in het gezicht is veroorzaakt. Subsidiair heeft de raadsman verzocht verdachte vrij te spreken van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Het veroorzaakte letsel is niet te kwalificeren als zwaar lichamelijk letsel.

Beoordeling door de militaire kamer

Na medisch onderzoek is het volgende letsel bij [slachtoffer] geconstateerd:

-

breuk links aan de schedel, doorlopend in het gelaat en de oogkas;

-

gebroken neus;

-

bloeduitstorting linker oogkas;

-

zwelling linkerzijde van het gelaat;

-

bloedneus;

-

diverse tanden en kiezen gebroken;

-

barsten in elementen.3

Oorzaak letsel

De vraag die de militaire kamer dient te beantwoorden is of de verdachte al het bij [slachtoffer] geconstateerde letsel heeft veroorzaakt of dat (een deel van het) letsel door een ander door een trap in het gezicht is veroorzaakt.

Trap in gezicht

[slachtoffer] heeft verklaard zich van die avond als laatste te herinneren dat hij naar buiten liep en zich pas daarna weer iets te herinneren vanaf het moment dat een scan werd gemaakt in het ziekenhuis. Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat toen hij wegliep bij [slachtoffer] om 112 te bellen hij vanuit zijn ooghoek zag dat een persoon [slachtoffer] een schop gaf in zijn gezicht. Bij de rechter-commissaris heeft [getuige 1] nog verklaard dat er op dat moment ongeveer twintig personen rondom [slachtoffer] stonden toen het gebeurde. Geen van de gehoorde getuigen heeft echter verklaard over het zien van een trap in het gezicht, hetgeen wel voor de hand had gelegen nu zoveel mensen om [slachtoffer] heen stonden. Nu de verklaring van [getuige 1] geen steun vindt in het dossier, acht de militaire kamer het niet aannemelijk dat [slachtoffer] – nadat hij door de verdachte is geslagen en op de grond is gevallen – door een andere persoon in het zicht is getrapt.

Vuistslag in gezicht

Uit het forensisch geneeskundig rapport volgt onder andere dat al het bij [slachtoffer] geconstateerde letsel kan worden verklaard door de plaatselijke inwerking van botsend uitwendig mechanisch geweld op de linkerzijde van het hoofd en/of gelaat en op de neus (bijvoorbeeld het stoten met vuisten). De beschadiging aan het gebit past eveneens bij botsend geweld door een ander gebitselement, zoals het op elkaar stoten van de gebitselementen boven- en onderkaak bij een vuistslag.4

Daarnaast is door getuige [getuige 2] verklaard dat hij zag dat verdachte [slachtoffer] met de vuist sloeg en dat [slachtoffer] achterover op de grond viel. De getuige zag dat er bloed uit de neus en de mond van [slachtoffer] liep. Daaruit kan worden geconcludeerd dat dat deel van het letsel is ontstaan door de klap die verdachte gaf.5

Gelet op het forensisch rapport waaruit volgt dat het mogelijk is dat het letsel door één vuistslag is veroorzaakt en de verklaring van [getuige 2] dat hij zag dat na de vuistslag ook al bloed uit de neus en mond van [slachtoffer] kwam, is de militaire kamer van oordeel dat de verdachte door de vuistslag het letsel aan het gezicht en aan het gebit heeft veroorzaakt. De militaire kamer is tevens van oordeel dat verdachte – gelet op het letsel – met kracht heeft geslagen.

Zwaar lichamelijk letsel

Het letsel van [slachtoffer] betreft meerdere breuken in het gezicht en daarnaast schade aan het gebit. Als gevolg van de gebitsschade is [slachtoffer] nog altijd onder tandheelkundige behandeling. Het is onzeker hoe lang dit nog zal voortduren en hoeveel restschade er zal zijn.6 Gelet hierop is de militaire kamer van oordeel dat er sprake is van zwaar lichamelijk letsel.

Fotoconfrontatie

Door de verdediging is nog verzocht de uitkomst van de fotoconfrontatie van het bewijs uit te sluiten nu op voorhand al duidelijk was dat de uitkomst onbetrouwbaar zou zijn door tijdsverloop en door het feit dat de getuigen al op sociale media informatie over verdachte hadden opgezocht. De militaire kamer komt niet toe aan de bespreking van dit verweer nu zij reeds op basis van de aangehaalde bewijsmiddelen het feit wettig en overtuigend bewezen acht en de fotoconfrontatie niet als bewijs heeft gebezigd.

3 Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:

hij op of omstreeks 22 november 2015 te Lexmond [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] (met kracht) met gebalde vuist tegen het hoofd en/of gezicht, in ieder geval tegen het lichaam te slaan en/of te stompen waardoor die [slachtoffer] (met het gelaat naar beneden gericht) ten val is gekomen, terwijl het feit pijn en/of (zwaar lichamelijk) letsel, te weten

een gebroken oogkas en/of een gebroken neus en/of (een)(af)gebroken tand(en)

en/of een afgebroken kies ten gevolge heeft gehad.

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

mishandeling terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft

5 De strafbaarheid van het feit

6 De strafbaarheid van de verdachte

7 Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

8 De toegepaste wettelijke bepalingen

9 De beslissing