Home

Rechtbank Gelderland, 11-06-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:2729, 7430382 AZ VERZ 18-69

Rechtbank Gelderland, 11-06-2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:2729, 7430382 AZ VERZ 18-69

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
11 juni 2019
Datum publicatie
19 juni 2019
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2019:2729
Zaaknummer
7430382 AZ VERZ 18-69

Inhoudsindicatie

Artikel 96 Rv. Gezamenlijk verzoek van onderneming en de COR om vragen over het ziekteverzuimbeleid van de onderneming te beantwoorden. Taak van de bedrijfsarts. Verwijzing - zonder toestemming van wn - voor een aanvullende medische diagnose/behandeling.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Nijmegen

zaakgegevens 7430382 \ AZ VERZ 18-69 \ 420 \ 682

uitspraak van 11 juni 2019

beschikking

in de zaak van

de naamloze vennootschap

Transdev Nederland Holding N.V.

gevestigd en kantoorhoudende te Hilversum

verzoekende partij

gemachtigde mr. W.M. Hes

en

de Centrale Ondernemingsraad Transdev

eveneens verzoekende partij

gemachtigde mr. R. van der Stege

Partijen worden hierna Transdev en COR genoemd.

1 De procedure

1.1.

De kantonrechter heeft kennis genomen van het door Transdev en de COR ingediende verzoekschrift ex artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) met producties.

1.2.

De mondelinge behandeling in deze zaak is gehouden op 29 maart 2019, waarbij de gemachtigde van Transdev het woord heeft gevoerd aan de hand van een zogenaamde infographic, waarvan zittingsaantekeningen zijn gemaakt. Hierna heeft de kantonrechter de beslissing bepaald op heden.

1.3.

Partijen hebben het geschil voorgelegd aan de kantonrechter op grond van artikel 96 Rv. Partijen hebben zich daarbij het recht op hoger beroep voorbehouden. Artikel 96 Rv geeft niet aan of beslist dient te worden bij vonnis of bij beschikking. Weliswaar staat dat artikel in de tweede titel van Rv, handelende over dagvaardingszaken, maar in de onderhavige zaak hebben partijen het geschil voorgelegd bij wege van een verzoekschrift. Gelet op de partijautonomie die samenhangt met artikel 96 Rv en op het feit dat in dat artikel is bepaald dat de kantonrechter de wijze van procederen vaststelt, zal deze zaak beslist worden bij beschikking.

2 De feiten

2.1.

Transdev maakt onderdeel uit van een internationaal concern en heeft een aantal dochtermaatschappijen die zich bezig houden met het vervoer van personen, zoals Nederland Connexxion Openbaar Vervoer, Connexxion Taxi en het Witte Kruis.

2.2.

In de COR van Transdev zijn de ondernemingsraden van Connexxion Openbaar Vervoer, Hermes, CTS, Haaglanden, PZN, TCMB, Connexxion hoofdkantoor en het Witte Kruis vertegenwoordigd. De COR bestaat uit dertien leden en de voorzitter is [de heer X] .

2.3.

Transdev maakt gebruik van de providerboog (een groep geselecteerde zorgaanbieders die één of meer interventies op het gebied van arbozorg of personeelszorg kunnen uitvoeren) van Achmea Present Desk. Het gaat onder meer om interventies op het gebied van psychische klachten, lichamelijke klachten of tweede spoor re-integratie. Het gebruikmaken van de providerboog is onderdeel van de afgesloten “presentverzekering” voor ondersteuning en advies vanuit de Werkgeversdesk Arbeidsgerelateerde Zorg bij Achmea Zilveren Kruis. De medische expertise centra die zijn aangesloten bij de providerboog van Achmea Present Desk zijn IKA, ICARA en Ergatis. IKA is een gespecialiseerd instituut op het gebied van arbeid en gezondheid. Zij geeft advies in verzuim- en arbodossiers. ICARA is een organisatie op het terrein van medisch arbeidgerelateerde zorg, revalidatie en belastbaarheidsonderzoek. Zij biedt expertise aan op veel medische terreinen. Ergatis is een medisch expertise centrum op het gebied van arbeid en gezondheid. Ergatis is gespecialiseerd in het beoordelen van gezondheidsklachten en medische beperkingen van mensen die langdurig ziek en arbeidsongeschikt zijn.

2.4.

Tussen Transdev en de COR is een verschil van mening ontstaan over een onderdeel van het ziekteverzuimbeleid van Transdev, te weten het door de bedrijfsarts doorverwijzen van een arbeidsongeschikte werknemer van Transdev (die reeds onder medische behandeling staat) naar een medisch expertise centrum van de providerboog, met het oog op een nadere, aanvullende medische diagnose, dan wel voor een mogelijke, aanvullende medische behandeling. Partijen hebben hierover gecorrespondeerd, maar dit heeft niet geleid tot een oplossing van het geschil.

3 Het verzoek

3.1.

Partijen hebben de kantonrechter gezamenlijk verzocht de volgende vragen te beantwoorden:

A. Mag de door Transdev ingeschakelde bedrijfsarts een werknemer die reeds onder adequate medische behandeling staat en die niet in staat is om de bedongen arbeid te verrichten, verplichten om gebruik te maken van een medisch expertise centrum uit de (hiervoor omschreven) providerboog van Achmea Present Desk, zoals IKA, ICARA of Ergatis, of staat het deze werknemer ten principale vrij om zelf zijn eigen keuze te volgen, respectievelijk zijn eigen keuze te maken door wie hij zich in het kader van de Wet verbetering poortwachter en de in dat kader verplicht opgelegde re-integratie, ter zake laat adviseren?

B. Is het Transdev toegestaan om, louter vanwege de weigering van een elders reeds onder een adequaat medische behandeling staande werknemer om zich bij de providerboog te vervoegen, te concluderen dat de betreffende werknemer zijn re-integratie in de onderneming belemmert met als mogelijk gevolg een staking van de loonbetalingsverplichting ex artikel 7:629 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW)?

C. Moet een werknemer gevolg geven aan een advies van de bedrijfsarts dat een werknemer zich ergens voor moet laten onderzoeken of behandelen? Meer concreet als voorbeeld: indien een werknemer pijn aan zijn rug heeft en al ergens onder behandeling staat en de bedrijfsarts adviseert ook inschakeling van/doorverwijzing naar een psycholoog, moet de medewerker daar dan ook gevolg aan geven op straffe van een loonsanctie?

3.2.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing