Home

Rechtbank Gelderland, 30-07-2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:4079, 372383

Rechtbank Gelderland, 30-07-2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:4079, 372383

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
30 juli 2020
Datum publicatie
12 augustus 2020
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2020:4079
Zaaknummer
372383

Inhoudsindicatie

Kort geding. Vordering van back-office tot betaling facturen voor levering uitzendkrachten afgewezen. Geschil over teruggave in het kader van NOW-regeling tijdens coronacrisis.

Uitspraak

vonnis

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/372383 / KG ZA 20-215

Vonnis in kort geding van 30 juli 2020

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

NETTSTAFF B.V.,

gevestigd te Gorinchem,

eiseres,

advocaat mr. Ph. Ekering te Rotterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

KROFTMAN STRUCTURES B.V.,

gevestigd te Zevenaar,

gedaagde,

advocaat mr. H.C.W. Geffroy te Ede Gld.

Partijen zullen hierna NettStaff en Kroftman worden genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding met producties 1 tot en met 6

-

de aanvullende productie 7 van NettStaff

-

de producties 1 tot en met 11 van Kroftman

-

de mondelinge behandeling van 16 juli 2020

-

de pleitnota van Kroftman.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

NettStaff exploiteert een uitzendbureau.

2.2.

Kroftman exploiteert een groothandel in opslagtenten en opslaggebouwen. Voor de uitvoering van haar werkzaamheden maakt zij onder meer gebruik van uitzendkrachten. De vaste leverancier van deze uitzendkrachten is steeds [naam 1] (hierna: [naam 1] ) geweest.

2.3.

[naam 1] werkt samen met NettStaff, waarbij [naam 1] de uitzendkrachten uit haar netwerk aan Kroftman voorstelt en [naam 1] deze uitzendkrachten via NettStaff verloont. NettStaff is de zogenaamde back-officepartij van [naam 1] .

2.4.

Op 1 januari 2020 hebben Kroftman en NettStaff een raamovereenkomst tot samenwerking gesloten. Bovenaan iedere pagina van deze overeenkomst zijn de logo’s van [naam 1] en NettStaff afgebeeld. In artikel 1.2 van de overeenkomst is onder meer bepaald dat afwijkingen van de overeenkomst alleen geldig zijn als deze schriftelijk zijn overeengekomen. Op grond van deze overeenkomst heeft NettStaff facturen aan Kroftman gezonden ter zake van de door haar aan de bij Kroftman tewerkgestelde uitzendkrachten betaalde loon- en reiskosten.

2.5.

In maart 2020 heeft de Nederlandse overheid in verband met het coronavirus de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid getroffen (hierna: de NOW-regeling). Op grond van deze regeling kunnen werkgevers een tegemoetkoming in de loonkosten krijgen, indien sprake is van een bepaalde mate van omzetverlies. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in antwoord op Kamervragen medegedeeld dat ook payrollorganisaties en uitzendbureaus een beroep op deze regeling kunnen doen.

2.6.

Bij e-mailbericht van 18 maart 2020 heeft de heer [naam 2] (hierna: [naam 2] ) namens Kroftman aan [naam 1] bericht dat Kroftman omzetverlies zal lijden, dat zij de uitzendkrachten niet kwijt wil en dat zij daarom wil overleggen hoe men gebruik kan maken van de compensatieregeling van de overheid.

2.7.

Op 24 maart 2020 heeft [naam 2] [naam 1] opnieuw bericht dat er op korte termijn een oplossing moet worden gerealiseerd en heeft hij verzocht contact op te nemen over de NOW-regeling voor de medewerkers die via NettStaff bij Kroftman werkzaam zijn. [naam 1] heeft in reactie hierop diezelfde dag aan Kroftman onder meer meegedeeld dat zij in samenwerking met NettStaff een aanvraag voor de NOW-regeling heeft gedaan.

[naam 2] heeft in reactie daarop aan [naam 1] gevraagd of, indien NettStaff de vergoeding op grond van de NOW-regeling ontvangt, er afspraken kunnen worden gemaakt over welke betalingen Kroftman aan NettStaff kan doen.

2.8.

Bij e-mailbericht van 31 maart 2020 heeft [naam 1] aan Kroftman meegedeeld dat hij contact heeft gehad met NettStaff en dat NettStaff met Kroftman wil overleggen. Daarbij heeft [naam 1] de gegevens van een contactpersoon bij NettStaff, [naam 3] (hierna: [naam 3] ), aan [naam 2] gezonden, met het verzoek contact met hem op te nemen.

2.9.

Op 20 april 2020 heeft NettStaff Kroftman in gebreke gesteld voor het niet tijdig betalen van 12 facturen met vervaldata in de periode tussen 20 maart 2020 en 17 mei 2020, voor een totaalbedrag van in totaal € 64.657,70 en haar gesommeerd die facturen te voldoen.

2.10.

Bij e-mailbericht van 23 april 2020 heeft [naam 3] aan [naam 2] , voor zover van belang, het volgende meegedeeld:

Wij willen graag met onze klanten meedenken, maar voor ons is het ook van groot belang dat we de liquiditeit in orde houden zodat we van alle medewerkers die bij ons in dienst zijn het salaris kunnen blijven betalen. Daarom kunnen we het voorstel doen dat 80% van de factuurbedrag direct betaald wordt en dat de overige 20% in een later stadium na de corona-crisis alsnog wordt voldaan. Wel zullen we de betalingen afboeken op de oudste facturen zodat we de kredietwaardigheid van Kroftman blijven behouden. Ook zullen we de teruggave van de NOW-regeling voor het personeel wat wordt ingeleend door Kroftman retourneren aan Kroftman zodat iedereen aan het werk kan blijven.

2.11.

Bij e-mailbericht van 29 april 2020 heeft [naam 2] aan [naam 1] meegedeeld dat hij [naam 3] heeft laten weten dat Kroftman niet akkoord is met het voorstel van NettStaff en dat Kroftman de mensen zelf in dienst gaat nemen en dat [naam 3] hem heeft geadviseerd dit verder met [naam 1] te regelen.

2.12.

Per 1 mei 2020 heeft [naam 1] het bij Kroftman werkzame personeel bij een andere backoffice-partij, P-services, ondergebracht, waarbij 20% van de loonkosten bij Kroftman in rekening wordt gebracht en P-services 80% van de loonkosten ontvangt volgens de NOW-regeling.

2.13.

Bij e-mailbericht van 15 mei 2020 heeft NettStaff [naam 2] bericht dat alle voorgaande voorstellen zijn komen te vervallen en dat NettStaff aanspraak maakt op het volledige openstaande factuurbedrag.

2.14.

Bij brief van 10 juni 2020 heeft de toenmalige advocaat van NettStaff Kroftman gesommeerd een openstaand bedrag van € 50.747,98, vermeerderd met rente en incassokosten, te voldoen. Bij die brief is een concept verzoekschrift strekkende tot faillietverklaring van Kroftman gevoegd.

2.15.

Bij brief van 10 juni 2020 heeft de advocaat van Kroftman de incassogemachtigde van NettStaff, kort samengevat, bericht dat Kroftman er bij [naam 1] steeds op heeft aangedrongen dat gebruik dient te worden gemaakt van de NOW-regeling en dat zij bereid is de in te lenen krachten aan het werk te houden, mits een passende regeling voor de te maken loonkosten kan worden overeengekomen, dat andere uitzendbureaus die gebruik maken van deze regeling slechts 20% van de loonkosten in rekening brengen, dat Kroftman reeds 40% van het factuurbedrag aan NettStaff heeft voldaan en dat Kroftman meent dat zij daarmee ruimschoots is tegemoetgekomen aan NettStaff.

2.16.

Krachtens daartoe op 22 juni 2020 verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft NettStaff derdenbeslag gelegd ten laste van Kroftman onder [naam 1] en de ABN AMRO Bank.

2.17.

Op 8 juli 2020 heeft de Rabobank in opdracht van Kroftman een bankgarantie voor het bedrag van € 65.972,37 gesteld ten gunste van NettStaff.

3 Het geschil

3.1.

NettStaff vordert, zakelijk weergegeven, dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Kroftman veroordeelt tot betaling van € 50.747,98, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de respectievelijke vervaldata van de facturen tot aan de dag van volledige betaling, en € 7.612,20 ter zake van de buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van Kroftman in de proceskosten, waaronder de beslagkosten, en de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.

3.2.

NettStaff legt aan haar vordering, kort samengevat, ten grondslag dat zij uit hoofde van de samenwerkingsovereenkomst diensten heeft geleverd aan Kroftman en dat Kroftman gehouden is de volledige factuurbedragen te voldoen.

3.3.

Kroftman voert verweer.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing