Home

Rechtbank Gelderland, 12-05-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:2548, 8945815

Rechtbank Gelderland, 12-05-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:2548, 8945815

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
12 mei 2021
Datum publicatie
27 mei 2021
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2021:2548
Zaaknummer
8945815

Inhoudsindicatie

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding te wijten aan de werkgever. Contractuele vergoeding maximumbedrag Wet Normering Topinkomens (WNT). Daarnaast billijke vergoeding.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaakgegevens 8945815 \ HA VERZ 20-222 \ 42693 \ 28195

uitspraak van 12 mei 2021

beschikking

in de zaak van

de stichting Stichting Protestants-Christelijk Zorgcentrum 't Slot

gevestigd te Zaltbommel

verzoekende partij, tevens verwerende partij in de (voorwaardelijke) tegenverzoeken

gemachtigde mr. J.L. [naam 4]

en

[verweerder]

wonende te [woonplaats]

verwerende partij, tevens verzoekende partij in de (voorwaardelijke) tegenverzoeken

gemachtigde mr. S.C.J. van Loon

Partijen worden hierna ’t Slot en [verweerder] genoemd.

1 De procedure

1.1. ’

t Slot heeft een verzoekschrift (met producties 1 tot en met 56) ingediend, ingekomen op 28 december 2020, gericht tegen [verweerder].

1.2.

[verweerder] heeft een verweerschrift met (voorwaardelijke) tegenverzoeken (met producties 1 tot en met 61) ingediend.

1.3.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 1 april 2021. De gemachtigde van ’t Slot heeft voorafgaand aan de zitting, bij brieven van 26 maart 2021 en 30 maart 2021, producties 57 tot en met 63 overgelegd. De gemachtigde van [verweerder] heeft voorafgaand aan de zitting bij brief van 11 februari 2021 de volledige productie 49 en producties 62 en 63 overgelegd en bij brief van 30 maart 2021 een akte ingediend. Ter zitting hebben beide gemachtigden pleitnotities respectievelijk spreeknotities voorgedragen en overgelegd.

1.4.

De beschikking is nader bepaald op heden.

2 De feiten

2.1. ’

t Slot is een op de protestants-christelijke geloofsovertuiging gebaseerd zorgcentrum. Zij verleent zorg, huisvesting en verpleging van ouderen en zorgbehoevenden in verschillende vormen. ’t Slot is een organisatie die onder de reikwijdte van de Wet Normering Topinkomens (hierna: WNT) valt.

2.2.

[verweerder], geboren op 22 augustus 1956, werkt vanaf 23 oktober 2017 als (interim-)directeur voor ’t Slot, eerst op basis van een overeenkomst van opdracht en vanaf 1 augustus 2018 op basis van een arbeidsovereenkomst. In de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst d.d. 30 juli 2018 staat, onder meer, het volgende opgenomen.

Artikel 2 Voltijdscontract

2.1 (…)

De omvang van het dienstverband zal met ingang van per 1 augustus 2021 worden teruggebracht naar 0,8 FTE en met ingang van 1 augustus 2022 naar 0,6 FTE. (…)

(…)

Artikel 9 Duur en beëindiging

9.1

Deze arbeidsovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd van vijf jaar en eindigt derhalve van rechtswege, op 1 augustus 2023.

9.2

Deze arbeidsovereenkomst kan door de Stichting voor het eerst na 36 maanden (tussentijds) worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden.

9.4

Opzegging vindt steeds schriftelijk plaats tegen het einde van een kalendermaand.

Artikel 10 Schadevergoeding bij beëindiging arbeidsovereenkomst

10.1

Indien deze overeenkomst tussentijds, door de Stichting wordt beëindigd, zal de heer [verweerder] gerechtigd zijn tot een schadevergoeding, uitgezonderd omstandigheden van ernstig verwijtbaar handelen van de zijde van de directeur, zodanig dat de schadevergoeding in redelijkheid niet verschuldigd is.

10.2

De hoogte van de schadevergoeding bedraagt het maximale bedrag dat op grond van de Wet Normering Topinkomens is toegestaan voor een uitkering wegens beëindiging van de dienstbetrekking. Ten tijde van de opstelling en ondertekening van de onderhavige overeenkomst bedraagt het maximum € 75.000 (zegge: vijfenzeventigduizend euro).

(…)

Artikel 12 Verzekering en lidmaatschap

(…)

Rechtsbijstandverzekering

12.2

De directeur wordt door de Stichting in de gelegenheid gesteld een rechtsbijstandverzekering af te sluiten. De kosten daarvan zullen worden gedragen door de instelling. De directeur is zelf verzekering verzekeringnemer op de polis en sluit de verzekering dan ook zelf af. De rechtsbijstandverzekering is primair bedoeld voor juridische ondersteuning en advies bij arbeidsconflicten.

(…)

2.3.

[verweerder] is vanaf 27 augustus 2018, nadat hij op 25 augustus 2018 met spoed wordt opgenomen in het ziekenhuis met een subduraal hematoom (hersenbloeding), arbeidsongeschikt.

2.4.

Tijdens de afwezigheid van [verweerder] neemt [naam 1] de taken van [verweerder] tijdelijk over.

2.5.

Op 31 mei 2019 vindt een gesprek plaats tussen [naam 2] (voorzitter Raad van Toezicht van ’t Slot (RvT)), [naam 1] en [verweerder]. Hiervan is een gespreksverslag opgesteld met, onder meer, de volgende inhoud.

Algemeen

Gezamenlijke bijeenkomst gepland voor maken afspraken voor re-integratie [verweerder]

Gemaakte afspraken

Starten met daadwerkelijke re-integratie vanaf 15 juni 2019. Tot deze datum voornamelijk incidenteel en arbeidstherapeutisch aan het werk geweest (veelal in de thuissituatie, ‘buiten’ de locatie van ’t Slot en de setting/druk van de organisatie).

Trekken vooralsnog tijdslijn tot 1 oktober uit om [verweerder] weer geheel 100% aan het werk te krijgen. Tot de datum van 1 oktober blijft de bestuurlijke eindverantwoordelijkheid bij Gerbrand liggen. Dit, om duidelijkheid in- en extern te behouden en [verweerder] volledigheid de tijd en de mogelijkheid te geven tot re-integreren en ervoor te zorgen dat er duidelijkheid is.

Gaat het re-integratie proces sneller door duidelijke groei in de prestaties van [verweerder], dan halen we de datum van 1 oktober naar voren in onderling overleg.

Als onderdeel van de re-integratie maken we ook prestatie afspraken. Afspraken waarvan het resultaat ook duidelijk zichtbaar en waarneembaar zijn voor anderen. Dit doen we niet alleen om voortgang te meten maar ervoor te waken dat we geen terugslag hebben.

Voortgang gaan we maandelijks met zijn drieën meten en vaststellen. Resultaten leggen we vast en rapporteren we terug aan Arbo arts.
Ook dit document zal worden gedeeld met de Arbo arts.

We starten met 20% inzetbaarheid vanaf 15 juni en daarbij is [verweerder] werkzaam op ’t Slot op de dagen dat Gerbrand daar ook aanwezig is.

(…)

De 1e prestatieafspraak is het tot stand komen van een meerjarige ICT plan onderdeel is de realisatie en oplevering van een ICT continuïteitsplan. De opzet hiervan bespreken we komende vrijdag 7 juni in het overleg wat [verweerder] en Kees hebben. Voor de opzet van het ICT continuïteitsplan ligt reeds een voorzet met het verzoek aan [verweerder] om dit af te maken en aan te laten sluiten op bestaande crisisplannen en ontruimingsplannen. Dit kan worden gerealiseerd in aanloop tot 15 juni.

Vervolgens wordt telkens na de maandelijkse evaluatie(s) de activiteiten en taken daar waar mogelijk uitgebreid; dit telkens na het gezamenlijk vaststellen van een gewenste positieve evaluatie (randvoorwaardelijk)

(…)

2.6.

Na een statutenwijziging is [verweerder] per 5 juni 2019 lid van de raad van bestuur van ’t Slot en, tezamen met [naam 1] (bestuurder ad interim), statutair bestuurder.

2.7.

Op 27 september 2019 vindt een gesprek plaats tussen [naam 2], [naam 3] (lid RvT) en [verweerder]. Hiervan is een gespreksverslag opgesteld met, onder meer, de volgende inhoud.

Doel gesprek

Re-integratie [verweerder] per einde september 2019.

Besproken onderwerpen

(…)

Toewerken naar een snelle 100% re-integratie als doel op zich

De vraag wordt gesteld of [verweerder] een snel herstel voor zichzelf niet te belangrijk maakt. Dit terwijl hij daar feitelijk nog niet aan toe is. Is het willen gere-integreerd zijn niet een doel op zich geworden en is [verweerder] daar feitelijk wel klaar voor?

We zien in de afgelopen weken een aanwezigheid van veelal tussen 10 – 15 uur en op de woensdagen was [verweerder] niet aanwezig. Iets wat [verweerder] op dat moment fijn vond, om even wat rust te hebben. De vraag kan gesteld worden of een groter aantal uren überhaupt wel haalbaar is (op dit moment). [verweerder] erkent dat wellicht een aangepast tempo gevolgd zou moeten worden.

Mate van re-integratie

[naam 2] en [naam 3] zijn van mening dat van een volledige re-integratie van [verweerder] gelet op bovenstaande geen sprake kan zijn. Wij zien een groot verschil in de bestuurder [verweerder] voor (lees: ruim een jaar geleden) en nu tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid en re-integratie. [naam 2] heeft bovenstaande beelden ook reeds gedeeld in een gesprek met de bedrijfsarts van ArboNed. Er is aan de bedrijfsarts gevraagd hierop nader medisch onderzoek te gaan doen in hoeverre [verweerder] daadwerkelijk inhoudelijk gezien op dit moment in staat is succesvol te re-integreren. Het aanwezig zijn en uren maken is iets anders dan daadwerkelijk gere-integreerd zijn en er als bestuurder ook weer te zijn voor ’t Slot en echt de werkzaamheden kunnen uitvoeren.

(…)

2.8.

De bedrijfsarts adviseert op 5 december 2019 over [verweerder] als volgt:

Me mede baserend op bovengenoemd onderzoek zie ik geen medische beperkingen meer voor het weer oppakken van het eigen werk. Cliënt is daar al grotendeels mee bezig.

Vul met elkaar de details omtrent de terugkeer in zou ik zeggen.

2.9.

Op 13 december 2019 vindt een (vervolg)gesprek plaats tussen [naam 2], [naam 3] en [verweerder]. Dit gespreksverslag luidt, onder andere, als volgt.

(…)

Doelstelling van dit gesprek

Doelstelling van dit gesprek is nu om te bepalen of er volledige re-integratie dan wel herstel aan de orde is als Bestuurder / Directeur. Dit in aanmerking nemende:

a. De uitkomsten van het uitgevoerde neuro psychologische onderzoek

(…)

b. De vaststelling waar we zijn met de afgesproken prestatieafspraken die in het kader van de re-integratie zijn gemaakt.

(…)

c. Een aantal waarnemingen die zijn gedaan tussen eind september en dit moment (datum 13 december)

(…)

2.10.

Na een gesprek op 19 december 2019 tussen [naam 2], [verweerder] en de bedrijfsarts, stuurt [naam 2] op 21 december 2019 [verweerder] de volgende e-mail.

Zoals vorige week vrijdag 13 december met jou besproken volgt er na het gesprek met de bedrijfsarts nog een opvolgend gesprek met [naam 3] en met mij. In dat gesprek hebben wij aangegeven dan pas te doen besluiten over jou beter melding.

In het gesprek met de bedrijfsarts is eveneens naar dit gesprek verwezen. Het is de werkgever die jou uiteindelijk beter meld en dat is in onderhavige situatie de Raad van Toezicht.

2.11.

Op 10 januari 2020 vindt wederom een gesprek plaats tussen [naam 2], [naam 3] en [verweerder].

2.12.

[naam 2] verzoekt per e-mail van 10 januari 2020 (18:32 uur) een herstelmelding van [verweerder] per 5 december 2019.

2.13.

Bij e-mail van 10 januari 2020 (20:10 uur) bericht [naam 2] aan [verweerder] en de gemachtigde van ’t Slot ([naam 4]) het volgende.

Vanmiddag met [verweerder] en [naam 3] (mede lid RvT) gezeten en met elkaar in goed overleg het volgende afgesproken.

1. Gaan in onderling overleg de bestaande overeenkomst ontbinden en toewerken naar een vaststellingsovereenkomst rekening houdend met de afspraken in de bestaande arbeidsovereenkomst

2. Dat [verweerder] wordt vrijgesteld van werkzaamheden per heden

3. (…)

4. Er door jou ([naam 4]) nader contact zal plaats vinden met [verweerder] om toe te werken naar de genoemde vaststellingsovereenkomst en zo nodig het maken van een afspraak waarin [verweerder] en [naam 4] en indien nodig aanwezig zijn om met elkaar daar te komen.

5. Hangende deze afspraak is voorts afgesproken dat [verweerder] de komende 2 weken met verlof / vakantie is en er geen andere communicatie naar buiten plaats vindt. Partijen stemmen met elkaar gezamenlijk af welke boodschap over een en ander verder naar buiten wordt gebracht.

@ [naam 4]: het gesprek heeft met elkaar open en in goede harmonie plaats gevonden.

2.14.

[verweerder] bericht de RvT per e-mail van 14 januari 2020 het volgende.

Afgelopen vrijdag kreeg ik te horen dat ik per direct ben vrijgesteld van werk. Deze week zal er een concept vaststellingsovereenkomst worden overhandigd ter beëindiging van mijn arbeidsovereenkomst. Deze boodschap kwam voor mij volkomen onverwachts.

In december kreeg ik van de bedrijfsarts groen licht om mijn werkzaamheden weer volledig op te pakken. Resultaten van medische onderzoeken waren prima. Zoals jullie weten, wilde ik erg graag mijn taken weer oppakken. Dit was dan ook geweldig nieuws. Mijn hart ligt bij

’t Slot.

Nu wordt mij abrupt medegedeeld dat er afscheid van mij wordt genomen. Dat doet iets met mij. Waar ik het vertrouwen, de wil en het enthousiasme heb om mijn terugkeer en onze samenwerking tot een succes te maken, is deze er bij jullie blijkbaar niet. Dit is pijnlijk en jammer. Jullie beslissing heeft dan ook diepe indruk op mij gemaakt.

Nu, een paar dagen later zou ik graag hierover met jullie in gesprek gaan. (…)

2.15.

Na veelvuldige mailcorrespondentie tussen de gemachtigden van partijen, stelt ’t Slot [verweerder] per e-mail van 2 maart 2020 op non-actief per 4 maart 2020.

2.16.

De door de RvT geplande vergadering ten aanzien van de positie van [verweerder] als bestuurder van ’t Slot d.d. 24 maart 2020 is vanwege de coronamaatregelen uitgesteld.

2.17.

Bij brief van 19 mei 2020 wordt [verweerder] door de RvT opgeroepen voor een vergadering d.d. 4 juni 2020 met als agendapunt zijn positie/ontslag als bestuurder. Tijdens de vergadering van 4 juni 2020 wordt na stemming aan [verweerder] medegedeeld dat hij met onmiddellijke ingang is ontheven uit zijn functie als bestuurder van ’t Slot, is ontslagen als bestuurder en naar een beëindiging van het dienstverband zal worden toegewerkt. Dit is [verweerder] bevestigt bij brief van 12 juni 2020.

3 Het verzoek, het verweer en de (voorwaardelijke) tegenverzoeken

3.1. ’

t Slot verzoekt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst tussen partijen op een in goede justitie te bepalen termijn te ontbinden, zonder toekenning van de transitievergoeding en/of een billijke vergoeding en/of de contractuele vergoeding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en onder veroordeling van [verweerder] in de proceskosten.

3.2. ’

t Slot legt – kort samengevat – het volgende aan haar verzoeken ten grondslag.

’t Slot stelt dat medewerkers en organen van ’t Slot zich tijdens de arbeidsongeschiktheid en re-integratie van [verweerder] voldoende vrij bleken te voelen om klachten te uiten omtrent (de kwaliteit van) het functioneren en gedrag van [verweerder]. Er is geen draagvlak meer voor [verweerder] binnen de organisatie, aldus ’t Slot. ’t Slot stelt voorts dat er een enorme vertrouwensbreuk is ontstaan met de RvT. ’t Slot is van mening dat het functioneren, gedrag en handelen van [verweerder] en het feitelijk toewerken naar een situatie dat in hem het vertrouwen zou worden opgezegd, als ernstig verwijtbaar is te kwalificeren waarbij hij ook (na het gesprek van 10 januari 2020) voortdurend zaken op het spits heeft gedreven. ’t Slot stelt primair aan haar ontbindingsverzoek ten grondslag dat sprake is van een e-grond (verwijtbaar handelen), subsidiair een d-grond (ongeschiktheid), meer subsidiair een g-grond (verstoorde arbeidsverhouding) dan wel – nog meer subsidiair – een andere omstandigheden (h-grond) of een combinatie van omstandigheden als hiervoor genoemd (i-grond). Herplaatsing ligt niet in de rede en voorts is een alternatieve functie niet voorhanden, aldus ’t Slot.

3.3.

[verweerder] voert gemotiveerd verweer. Op het verweer van [verweerder] wordt, voor zover relevant voor de beoordeling, hierna ingegaan.

3.4.

[verweerder] verzoekt de kantonrechter, bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

primair

I. Het verzoek tot ontbinding van ’t Slot af te wijzen;

II. ’t Slot te veroordelen [verweerder] binnen 48 uur na betekening van deze beschikking toe te laten tot zijn werkzaamheden, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 althans een in goede justitie te bepalen bedrag, aan [verweerder] voor iedere dag of gedeelte van een dag, waarop ’t Slot in gebreke zal zijn met voldoening aan de veroordeling;

III. ’t Slot te veroordelen in de juridische kosten, primair de reëel door [verweerder] gemaakte kosten van rechtsbijstand sinds 10 januari 2020 (dan wel een in goede justitie te bepalen datum) inclusief nog niet uit gedeclareerd onderhandenwerk dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag, en subsidiair in de proceskosten alsmede de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van deze beschikking.

subsidiair - indien het verzoek tot ontbinding van ’t Slot wordt toegewezen -

’t Slot te veroordelen tot:

IV. Betaling aan [verweerder] van de (gefixeerde) schadevergoeding vanwege onregelmatige opzegging;

V. Betaling aan [verweerder] van de wettelijke transitievergoeding of, indien wordt ontbonden op de ‘i-grond’ van anderhalf maal de wettelijke transitievergoeding;

VI. Betaling aan [verweerder] van de contractuele vergoeding van € 75.000,00;

VII. Betaling aan [verweerder] van een billijke vergoeding van € 150.000,00 bruto, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente over voornoemd bedrag te rekenen vanaf veertien dagen na betekening van de beschikking, althans een door de kantonrechter te bepalen dag tot de dag van algehele voldoening;

VIII. Betaling van een correcte eindafrekening;

IX. Het aan [verweerder] doen toekomen van deugdelijke bruto-netto specificaties van de door ’t Slot verschuldigde bedragen, binnen veertien dagen na dagtekening van deze beschikking en tot betaling van de wettelijke rente, te berekenen vanaf het verstrijken van voornoemde termijn van veertien dagen indien de betaling niet tijdig heeft plaatsgevonden;

X. Betaling aan [verweerder] van de door [verweerder] gemaakte juridische kosten, primair de reëel door [verweerder] gemaakte kosten van rechtsbijstand sinds 10 januari 2020 (dan wel een in goede justitie te bepalen datum) inclusief nog niet uit gedeclareerd onderhandenwerk, dan wel een nader in goede justitie te bepalen bedrag, en subsidiair in de proceskosten alsmede de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van deze beschikking.

3.5.

Op de standpunten van partijen in de (voorwaardelijke) tegenverzoeken zal, indien daaraan wordt toegekomen en voor zover relevant voor de beoordeling, hierna worden ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing