Home

Rechtbank Gelderland, 11-10-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:6051, 9391718

Rechtbank Gelderland, 11-10-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:6051, 9391718

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
11 oktober 2021
Datum publicatie
16 november 2021
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2021:6051
Zaaknummer
9391718

Inhoudsindicatie

Vernietiging ontslag op staande voet. Ontslag op staande voet is niet rechtsgeldig gegeven. Werkgever heeft werknemer niet tijdens, maar ook niet na het gesprek waarin ontslag op staande voet is verleend, in de gelegenheid gesteld om te reageren op hetgeen aan het ontslag op staande voet ten grondslag is gelegd. Gezien de positie van werknemer binnen de organisatie en de aard van de aantijgingen mocht van werkgever worden verwacht dat zij werknemer in ieder geval had voorzien van de schriftelijke documenten waarop zij haar beslissing heeft gefundeerd. Werkgever heeft werknemer de kans ontnomen om zich op een deugdelijke wijze te verweren tegen de aantijgingen. Evenmin heeft werkgever de persoonlijke omstandigheden van werknemer betrokken bij haar beslissing, waaronder een onberispelijk dienstverband van ruim twintig jaar.

Tegenverzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst afgewezen. Werkgever heeft, onder andere, haar stelling dat werknemer een angstcultuur heeft gecreëerd en dat zij in strijd heeft gehandeld met de conflict of interest regels niet onderbouwd. Verstoring is onvoldoende ernstig en duurzaam om een beëindiging van het dienstverband te rechtvaardigen. Van Werkgever mag worden verwacht dat zij een reële poging onderneemt om de onderlinge verhouden te verbeteren, hetgeen zij tot op heden heeft nagelaten.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaakgegevens 9391718 \ HA VERZ 21-166 \ 512 \ 34124

uitspraak van 11 oktober 2021

beschikking

in de zaak van

[verzoekende partij]

wonende te [plaats]

verzoekende partij

gemachtigde mr. C.C. Zillinger Molenaar

en

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Essilor Nederland B.V.

gevestigd te Zevenaar

verwerende partij

gemachtigde mr. B.D. Nollen

Partijen worden hierna [verzoekende partij] en Essilor (vrouwelijk enkelvoud) genoemd.

1 De procedure

1.1.

Op 6 augustus 2021 heeft [verzoekende partij] een verzoekschrift met producties 1 tot en met 34 bij de rechtbank ingediend strekkende tot vernietiging van het ontslag op staande voet ex artikel 7:681 BW.

1.2.

Essilor heeft op 7 september 2021 een verweerschrift met producties 1 tot en met 17 ingediend.

1.3.

Bij brief van 9 september 2021 heeft [verzoekende partij] producties 35 tot en met 37 in het geding gebracht.

1.4.

Bij brief van 10 september 2021 heeft Essilor producties 18 en 19 in het geding gebracht.

1.5.

Op 13 september 2021 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [verzoekende partij] is verschenen, bijgestaan door mr. C. Zillinger Molenaar. Namens Essilor zijn haar gemachtigden verschenen, mr. B.D. Nollen en mr. J. van Heusden. Essilor is vertegenwoordigd door mevrouw [betrokkene 1] .

1.6.

Ten slotte is de uitspraak bepaald op heden.

2. De feiten

2.1.

Essilor maakt onderdeel uit van de Essilor groep, een multinationale groep ondernemingen die zich bezighoudt met de productie van corrigerende brillenglazen en instrumenten voor oogartsen en opticiens.

2.2.

[verzoekende partij] treedt op 1 oktober 1998 in dienst bij Essilor in de functie van Hoofd Personeel & Organisatie en Interne Dienst. Vanaf 2004 is [verzoekende partij] werkzaam in de functie van Manager Business Support Benelux/Nordics & Baltics en sinds 2014 in de functie van Country Director business support Benelux. Het laatst genoten salaris bedraagt € 10.614,15 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en overige emolumenten. In verband met een overeengekomen salary split wordt een bedrag van € 8.434,20 bruto per maand uitgekeerd door Essilor Nederland B.V. en € 2.179,95 bruto per maand door Essilor Belgium SA. In 1999 heeft [verzoekende partij] afstand gedaan van deelname aan de pensioenregeling van Essilor.

2.3.

Op 9 januari 2021 schrijft [verzoekende partij] aan de heer [betrokkene 2] , werkzaam bij Essilor:

“Ik had N verzoek neergelegd ivm info over mijn pensioen gat.

Jij gaf aan te denken dat ooit extra storting gedaan was waarvan ik niets kan herinneren en ook volgens mij nvt is.

Had je dit uitgezocht?

Ontvang graag alsnog de info op mijn mail zodat eea kan worden uitgezocht.”

2.4.

Op 22 januari 2021 schrijft de heer [betrokkene 2] aan [verzoekende partij] :

“Zie onder de info m.b.t. je pensioen.

Laat maar weten wat je verder nog wil hebben.

(...)

[voornaam verz.pp.] heeft in haar arbeidsovereenkomst bij indiensttreding aangegeven dat ze mogelijk zelf haar pensioen wil regelen. [voornaam verz.pp.] is in dienst gekomen op 1 oktober 1998.

In 1999 is door [voornaam verz.pp.] en [betrokkene 3] een afstandsverklaring voor deelname aan het pensioenfonds bij Essilor getekend. In die afstandsverklaring is overeengekomen dat als compensatie, haar jaarsalaris werd verhoogd met een bedrag van fl. 11.232,00 bruto per jaar (dit is 13 x 800 gulden en daarover 8% vakantietoeslag, omgerekend in euro’s is dit een salarisverhoging van € 5.096,86 per jaar. Voorwaarde voor deze regeling was dat als [voornaam verz.pp.] alsnog gaat deelnemen aan de pensioenregeling deze verhoging zou stoppen.

De vergoeding die was toegekend voor het niet deelnemen aan de pensioenregeling is daarna niet teruggevorderd, onbekend is waarom niet.

Per 1-11-2001 heeft [voornaam verz.pp.] een vergoeding/nabetaling/compensatie pensioen ontvangen voor het jaar 1999 fl. 2.496,00 (€ 1.132,64), voor het jaar 2000 fl. 2.496,00 (€ 1.132,64) en voor het jaar 2001 fl. 2.080,00 (€ 743,86).

Per 1-11-2001 heeft [voornaam verz.pp.] een salarisverhoging ontvangen ivm vergoeding/nabetaling/compensatie pensioen van fl. 208,00 per maand (€ 94,93)

In 2004 is een extra pensioenbedrag van € 6.000,00 toegezegd, het bedrag is in 2005 uitbetaald aan [voornaam verz.pp.] met de salarisrun van augustus

Per 1-1-2006 is [voornaam verz.pp.] (op eigen verzoek) aangemeld als deelnemer van onze pensioenregeling bij Aegon.

Dit is alles.(...)”

2.5.

Op 9 juni 2021 vindt een gesprek plaats op het kantoor van Essilor in Zevenaar. Tijdens dit gesprek is [verzoekende partij] op staande voet ontslagen. Het gesprek is per brief van 9 juni 2021 aan [verzoekende partij] bevestigd:

“Met deze brief bevestigen wij ons gesprek van vandaag, waarin wij u op de hoogte hebben gesteld van een aantal ernstige zaken die aan het licht zijn gekomen bij een intern onderzoek dat is uitgevoerd naar uw gedrag naar aanleiding van een klacht van een werknemer via de Essilor Ethics Line, met als resultaat dat Essilor het vertrouwen in uw zakelijke integriteit volledig heeft verloren.

Het gaat om het volgende:

• U hebt een cultuur van angst gecreëerd binnen de Benelux Business Support Organisation, die ernstige risico’s voor mensen met zich meebrengt, zoals burn out, zenuwinzinkingen, mensen die besluiten het bedrijf te verlaten en medewerkers die bang zijn hun mond open te doen, door te schreeuwen tegen ondergeschikten in het bijzijn van anderen, gebrek aan respect te tonen, te

manipuleren, valse informatie te verspreiden, een verdeel-en-heers houding aan te nemen, medewerkers te dreigen met ontslag en maatregelen zoals verlaging van salaris en secundaire arbeidsvoorwaarden. Zoals aangegeven, vinden wij dit gedrag onacceptabel voor elke manager, maar in het bijzonder voor iemand die leidinggeeft aan onze HR-organisatie in de Benelux. U zou een voorbeeld moeten stellen in het creëren van een inclusieve en veilige omgeving voor onze

medewerkers, iets waarin u duidelijk ernstig tekort bent geschoten.

• Gedurende een periode van meer dan 15 jaar bent u de maandelijkse uitkering die deel uitmaakte van uw salaris blijven ontvangen als compensatie voor het niet deelnemen aan de pensioenregeling van Essilor, ondanks het feit dat u sinds 1 januari 2006 wel bent toegetreden tot de pensioenregeling van Essilor. Sinds 1 januari 2006 ontvangt u dus zowel de pensioencompensatie via uw salaris als

een pensioenbijdrage van Essilor aan de pensioenregeling. Wij hebben nooit afgesproken dat u zowel recht zou hebben op de pensioencompensatie als op de bijdrage in de pensioenregeling. U had dit actief moeten corrigeren en moeten vragen om uw salaris aan te passen, aangezien uw HR-business partner in Nederland (voor wie u verantwoordelijk bent) de correctie niet kon doorvoeren zonder uw goedkeuring. In plaats daarvan hebt u 15 jaar lang gezwegen en een bedrag van EUR 98.800 euro geïncasseerd zonder dat u daar recht op had. Dit is onethisch gedrag dat raakt aan fraude, hetgeen wij onaanvaardbaar achten, in het bijzonder voor iemand in uw rol die deel uitmaakt van het

managementteam en verantwoordelijk is voor onze HR-organisatie in de Benelux, met inbegrip van het toepasselijke beleid en de toepasselijke procedures. Op basis van de Code of Ethics was het zelfs uw specifieke verantwoordelijkheid om ethisch gedrag niet alleen te bevorderen en voor het

voetlicht te brengen, maar ook om eventuele ethische tekortkomingen op te sporen en eraan te werken om ze op te lossen.

• U hebt de salarisadministratie meermalen opgebouwde vakantiedagen (in totaal bijna 70 dagen) laten uitbetalen, ondanks het feit dat u weet dat dit niet in overeenstemming is met het bedrijfsbeleid en dat voor dergelijke betalingen de goedkeuring van een supervisor is vereist, Op de vraag of u de vereiste goedkeuring had verkregen, bevestigde u schriftelijk dat dit niet nodig was. Wij begrijpen nu dat u nooit die goedkeuring hebt gekregen, wat opnieuw een voorbeeld is van gedrag dat onethisch is (als een vorm van machtsmisbruik), hetgeen wij onaanvaardbaar vinden van wie dan ook en in het bijzonder van iemand in uw functie.

• Bij verschillende gelegenheden hebt u gehandeld in strijd met de regels inzake belangenverstrengeling door verbonden leveranciers en zelfs uw echtgenoot goederen en diensten aan Essilor te laten leveren zonder de regels en procedures te volgen die zijn vastgelegd in het Essilor-beleid inzake belangenverstrengeling (Conflict of Interest policy (COl)). Een verzwarende omstandigheid in dit verband is dat u zelf verantwoordelijk was voor de lancering en implementatie

van het COl-beleid binnen de Benelux-organisatie van Essilor.

Zoals u weet, is het voor Essilor van het grootste belang dat we op een ethische en verantwoordelijke manier werken. Onze cultuur is gebaseerd op belangrijke normen en waarden die richtinggevend zijn voor het gedrag van onze medewerkers en die tot uiting komen in onze Code of Ethics en een aantal andere beleidslijnen, zoals de Compliance Policies and Procedures en het COI-beleid.

In het bijzonder moeten onze managers een voorbeeld stellen op het gebied van ethiek en naleving Van de wet in al. hun interacties en in alle beslissingen die zij nemen. Zij moeten ethisch gedrag bevorderen en onder de aandacht brengen, maar ook eventuele ethische tekortkomingen opsporen en zich inzetten om deze op te lossen. Het is de verantwoordelijkheid van de afdelingen Compliance, HR en Sustainability om het beleid van Essilor inzake ethiek en verantwoordelijkheid te definiëren en te

implementeren. U was persoonlijk verantwoordelijk voor de Benelux om alle medewerkers en het topmanagement op de hoogte te brengen van de Code of Ethics, Principle & Values en Conflict of Interest. Als verantwoordelijke voor deze ethische inzet is uw gedrag in het bijzonder ontoelaatbaar.

Wij hebben u laten weten dat wij uw gedrag onaanvaardbaar vinden. U bent niet alleen lid van het managementteam van de Benelux, maar u bent ook verantwoordelijk voor onze HR-organisatie in de Benelux, wat een bijzondere verantwoordelijkheid op u legt om de hoogste standaard van menselijk en ethisch gedrag na te leven. Door dit niet te doen heeft u een onhoudbare situatie gecreëerd. Wij zijn daarom van mening dat alle hierboven beschreven gebeurtenissen afzonderlijk, maar ook in onderlinge samenhang, dringende redenen voor ontslag vormen als bedoeld in artikel 7:678 BW, die een onmiddellijke beëindiging van uw dienstverband rechtvaardigen in overeenstemming met artikel 7:677 BW en wij hebben daarom uw dienstverband met Essilor Nederland B.V. en elk ander dienstverband of andere relatie met enige entiteit van de Essilor Group met onmiddellijke ingang beëindigd per de datum van onze vergadering.

Wij hebben u verzocht de sleutels van uw bedrijfsauto te overhandigen en alle andere bedrijfsbezittingen en informatie die u nog in uw bezit heeft, te overhandigen. Voor zover u dat proces niet hebt voltooid en er nog zaken in uw bezit zijn, dient u deze zaken onmiddellijk terug te geven.

U moet alle pensioenpremies terugbetalen die over de periode van 1 januari 2006 tot vandaag aan u zijn betaald en die een bedrag van EUR 98.800 vertegenwoordigen. Wij zullen het terug te betalen bedrag verrekenen met de bedragen die wij u tot het einde van uw dienstverband verschuldigd zijn en u dient het restant direct aan ons terug te betalen. Het totaal verschuldigde bedrag na verrekening zullen wij u per separate mededeling laten weten.

Zoals aangegeven, bent u niet langer bevoegd om namens Essilor op te treden of zich als werknemer van Essilor te presenteren. U zult alle klanten, leveranciers, directieleden en medewerkers van Essilor die rechtstreeks contact met u opnemen, doorverwijzen naar een lid van de raad van bestuur van Essilor of naar mij, al naar gelang het geval.

Mocht u vragen hebben in verband met het bovenstaande, aarzel dan niet om contact met

ons op te nemen.”

2.6.

In de (ongedateerde) samenvatting van het onderzoeksverslag van Essilor staat:

Subject: Ethics line Case no104 Conclusions for investigation committee

Opening Date: 3/24/2021

Context:

[betrokkene 6] (EU HR VP) and [betrokkene 7] (Former North VP) received a mail from an employee located in BeNeLux – who has resigned from her current position to share the reason behind his/her decision to leave the Company. From the note that he/she has sent over, it appeared that this was tied to a very challenging leadership situation he/she is facing with the current BeNeLux HRD [verzoekende partij] .

Based on the allegations, it was decided to report this situation in EthicsLine.

Allegations:

Competencies Issues

Unacceptable behavior (Yelling at subordinate, Intimidation, Manipulation)

Investigators:

[betrokkene 8]

[betrokkene 9]

Process

1. Interview with whistleblower in order to check the content of the mail and identify potential witnesses and potential victims

2. Interview with witnesses, potential victims and managers named (9)

3. Interview with an additional manager identified by the investigators as a potential witness.

During the interviews, some witnesses alerted the investigators about additional and unexpected situations that could be considered as abuse of power and dishonesty:

Non-compliance with Conflict of Interest Procedures when using certain suppliers.

Undue salary payment: knowingly receiving both pension compensation and pension contribution since 2006.

Abuse of power when letting holidays being paid out.

Conclusion

Based on the interviews and additional information provided by Employees and Managers, it could be concluded that:

The unacceptable behaviors from [verzoekende partij] related by the employee had been confirmed during the interviews: yelling at subordinate, Intimidation, manipulation.

During the interviews some additional situations involving [verzoekende partij] were brought to the attention of the investigators. These behaviors could be considered as abuse of power and dishonesty. It concern:

o Non-compliance with Conflict of Interest Procedures when using certain suppliers.

o Undue salary payment: knowingly receiving both pension compensation and pension contribution since 2006.

o Abuse of power when letting holidays being paid out.

Recommended Action Plan toward the Investigation committee

Regarding the seriousness of the facts, disciplinary procedure must be immediately launched against [voornaam verz.pp.] .

A global audit should be implemented in Benelux to assess local processes and send global compliance messages to all local staff.

An Action plan dedicated to the local HR team should be implemented to prevent any potential psycho-social risks, and support the cohesion of the team.

Committee decision based on investigators recommendation

Disciplinary should be engaged regarding the reputational and unethical risks.

o EU VP HR have to lead the process with the local leadership team.

A global audit should be implemented in the Benelux.

An Action plan dedicated to the local HR team should be implemented.”

2.7.

Bij brief van 17 juni 2021 heeft (de gemachtigde van) [verzoekende partij] aan Essilor bericht dat zij niet berust in het ontslag op staande voet, alsmede dat [verzoekende partij] vanaf dat moment arbeidsongeschikt is.

3 De verzoeken van [verzoekende partij] en het verweer

3.1.

[verzoekende partij] verzoekt de kantonrechter, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

primair:

I. de door Essilor gedane opzegging van de arbeidsovereenkomst op 9 juni 2021 te vernietigen;

II. Essilor te veroordelen om [verzoekende partij] binnen 24 uur na betekening van de te wijzen beschikking toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden zodra zij daartoe arbeidsgeschikt is en tot op het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd;

III. Essilor te veroordelen tot betaling aan [verzoekende partij] van het (achterstallige) salaris vermeerderd met alle emolumenten, waaronder vakantietoeslag en de toepassing van de salary split, en de variabele looncomponenten vanaf 10 juni 2021 totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente;

IV. Essilor te veroordelen om aan [verzoekende partij] deugdelijke salarisspecificaties vanaf 10 juni 2021 te verstrekken;

V. Essilor te veroordelen om voor [verzoekende partij] binnen een week na betekening van de te wijzen beschikking aandelen in te kopen conform het Valoptec Reglement en indien de koerswaarde ten tijde van de aankoop van de aandelen ongunstiger is voor [verzoekende partij] , Essilor te veroordelen om [verzoekende partij] voor dit verlies te compenseren;

VI. Essilor te veroordelen tot een dwangsom van € 1.000,00 per dag, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom, voor elke dag na twee dagen na de datum van de beschikking dat Essilor niet voldoet aan het onder II., IV. en V. gestelde;

subsidiair:

VII. Essilor te veroordelen tot betaling aan [verzoekende partij] van achterstallig salaris ter hoogte van € 2.530,26 over de periode vanaf 1 juni 2021 tot en met 9 juni 2021, vermeerderd met vakantiegeld, toepassing van de salary split en overige emolumenten, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente, althans een zodanig bedrag als de kantonrechter in goede justitie vermeent te behoren;

VIII. Essilor te veroordelen tot betaling aan [verzoekende partij] van de schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 107.728,91 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het verzoek, althans een zodanig bedrag als de kantonrechter in goede justitie vermeent te behoren;

IX. Essilor te veroordelen tot betaling aan [verzoekende partij] van een billijke vergoeding van

€ 1.320,973,68 bruto en € 7.500,00 netto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het verzoek, althans een zodanig bedrag als de kantonrechter in justitie vermeent te behoren;

X. Essilor te veroordelen tot betaling aan [verzoekende partij] van een immateriële schadevergoeding van € 20.000,00 netto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het verzoek, althans een zodanig bedrag als de kantonrechter in goede justitie vermeent te behoren;

XI. Essilor te veroordelen tot betaling aan [verzoekende partij] van primair de juridische kosten van

€ 15.000,00, te vermeerderen met 21% BTW en subsidiair de buitengerechtelijke incassokosten op grond van BIK, althans een zodanig bedrag als de kantonrechter in goede justitie vermeent te behoren;

XII. Essilor te veroordelen tot het geven van inzage in de administratie terzake de vakantiedagen van [verzoekende partij] , en voor zover het aantal nog te betalen vakantiedagen door [verzoekende partij] wordt betwist, uit te keren op basis van een uurtarief van € 60,82 bruto per uur, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het verzoek, althans een zodanig bedrag als de kantonrechter in goede justitie vermeent te behoren;

XIII. Essilor te veroordelen tot betaling aan [verzoekende partij] van € 15.800,00 netto, althans een zodanig bedrag als de kantonrechter in goede justitie vermeent te behoren, terzake de correctie over de inleg ten behoeve van aandeleninkoop onder het Valoptex plan;

XIV. Essilor te veroordelen om de aan [verzoekende partij] toegekende maar nog niet “geveste” performance shares uit te keren;

XV. Essilor te veroordelen tot een dwangsom van € 1.000,00 per dag, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom, voor elke dag na twee dagen na de datum van de beschikking dat Essilor niet voldoet aan het onder XIII. en XIV. gestelde;

meer subsidiair:

XVI. Essilor te veroordelen tot betaling aan [verzoekende partij] van de transitievergoeding van

€ 109.224,03 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het verzoek, althans zodanige bedragen als de kantonrechter in goede justitie vermeent te behoren;

zowel primair als subsidiair:

XVII. Essilor te veroordelen om binnen 24 uur na het wijzen van de beschikking de volgende mededeling op het intranet van Essilor te plaatsen:

‘De kantonrechter van de rechtbank Gelderland, zitting houdende te Arnhem, heeft op 11 oktober 2021 geoordeeld dat Essilor Nederland B.V. mevrouw [verzoekende partij] ten onrechte op staande voet heeft ontslagen en dat Essilor Nederland B.V. geen gronden heeft kunnen waarmaken op grond waarvan het ontslag is verleend en heeft Essilor Nederland B.V. veroordeeld tot het verzenden van deze rectificatie om de met het ontslag op staande voet toegebrachte schade aan de goede naam van mevrouw [verzoekende partij] zoveel mogelijk teniet te doen.’

op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom, voor elke dag na 1 dag na de datum van de beschikking dat Essilor niet aan deze veroordeling voldoet;

zowel primair, subsidiair als meer subsidiair:

XVIII. Essilor te verbieden om enig bedrag te verrekenen;

XIX. Essilor te veroordelen om [verzoekende partij] binnen 48 uur na het wijzen van deze beschikking toegang te geven tot haar persoonlijke e-mails c.q. zakelijke e-mailadres [e-mailadres] ) en op haar verzoek kopieën te verstrekken van e-mails en/of informatie, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen dwangsom, voor elke dag na 1 dag na de datum van de beschikking dat Essilor niet aan deze veroordeling voldoet;

XX. Essilor te veroordelen in de kosten van deze procedure, het salaris van de gemachtigde daaronder begrepen.

3.2.

[verzoekende partij] legt – kort samengevat – aan haar verzoeken ten grondslag dat Essilor de arbeidsovereenkomst op 9 juni 2021 heeft opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. [verzoekende partij] stelt dat het door Essilor gegeven ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven en dat daarvoor een dringende reden ontbreekt. Bovendien heeft Essilor geen hoor- en wederhoor toegepast en zijn de verwijten in de ontslagbrief onvoldoende concreet en niet gesubstantieerd.

3.3.

Essilor heeft verweer gevoerd waarop hierna, voor zover rechtens van belang, wordt ingegaan.

4 De (voorwaardelijke) zelfstandige tegenverzoeken van Essilor en het verweer

4.1.

Essilor verzoekt de kantonrechter, uitvoerbaar bij voorraad:

I. voor recht te verklaren dat de aan [verzoekende partij] betaalde pensioenpremies en de daarover betaalde vakantiebijslag onverschuldigd door Essilor aan [verzoekende partij] zijn betaald en [verzoekende partij] te veroordelen tot terugbetaling van dit bedrag, te vermeerderen met de rente tot de dag van betaling, voor zover niet verrekend door Essilor;

II. de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden, primair op grond van artikel 7:669 lid 3 sub e BW wegens verwijtbaar handelen door [verzoekende partij] , subsidiair op grond van artikel 7:669 lid 3 sub g BW wegens een verstoorde arbeidsverhouding en meer subsidiair op grond van de combinatiegrond als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub i BW.

4.2.

Aan het ontbindingsverzoek heeft Essilor primair ten grondslag gelegd dat zij het vertrouwen is verloren in de integriteit van [verzoekende partij] . [verzoekende partij] stond aan het hoofd van de HR-organisatie van Essilor in Nederland en België. Na het vertrek van een van de medewerkers van [verzoekende partij] is uit een onderzoek gebleken dat [verzoekende partij] een angstcultuur heeft gecreëerd onder de werknemers die zij aanstuurde. Ook heeft zij gedurende meer dan 15 jaar ten onrechte pensioencompensatie ontvangen. Verder heeft zij de ‘conflict of interest’ regels die binnen Essilor gelden niet nageleefd en misbruik gemaakt van haar positie bij de uitbetaling van vakantiedagen. Essilor accepteert dergelijk gedrag van geen enkele medewerker, maar zeker niet van iemand in de positie van [verzoekende partij] . [verzoekende partij] had door haar rol als hoofd van de HR-organisatie van Essilor in de Benelux en onderdeel van het managementteam een voorbeeldfunctie en door op deze wijze te handelen, heeft [verzoekende partij] ernstig verwijtbaar gehandeld jegens Essilor, zodanig dat van haar niet langer kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.

Subsidiair stelt Essilor dat de arbeidsverhouding tussen partijen verstoord is geraakt, zodanig dat van Essilor in redelijkheid niet kan worden gevergd het dienstverband met [verzoekende partij] te continueren. De handelwijze van [verzoekende partij] heeft geleid tot een onherstelbare vertrouwensbreuk.

Meer subsidiair stelt Essilor dat het verwijtbare handelen van [verzoekende partij] , tezamen met de verstoorde arbeidsverhouding, omstandigheden oplevert die van dien aard zijn dat in alle redelijkheid niet van Essilor kan worden verwacht het dienstverband van [verzoekende partij] voort te zetten. Ten aanzien van het verzoek tot terugbetaling van onterecht ontvangen pensioencompensatie heeft Essilor aangevoerd dat [verzoekende partij] bij haar indiensttreding heeft aangegeven dat zij niet wilde deelnemen aan de pensioenregeling van Essilor. Daarbij is afgesproken dat [verzoekende partij] voor het niet deelnemen gecompenseerd zou worden voor een bedrag van € 453,00 per maand. Dit bedrag maakte onderdeel uit van het maandsalaris van [verzoekende partij] . In 2006 is [verzoekende partij] alsnog gaan deelnemen in de pensioenregeling. Het salaris is echter niet aan de nieuwe situatie aangepast met als gevolg dat Essilor de pensioencompensatie is blijven doorbetalen. [verzoekende partij] heeft hiervan niets gezegd en heeft dus 15 jaar ten onrechte de compensatie ontvangen. Het teveel ontvangen bedrag dient [verzoekende partij] terug te betalen, aldus Essilor.

4.3.

[verzoekende partij] heeft verweer gevoerd waarop hierna, voor zover rechtens van belang, wordt ingegaan.

5 De beoordeling van het verzoek van [verzoekende partij]

6 De beoordeling van het tegenverzoek van Essilor

7 De beslissing