Home

Rechtbank Gelderland, 17-12-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:7264, 9449324

Rechtbank Gelderland, 17-12-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:7264, 9449324

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
17 december 2021
Datum publicatie
25 januari 2022
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2021:7264
Zaaknummer
9449324

Inhoudsindicatie

Beschuldiging van seksueel grensoverschrijdend gedrag van werknemer met SW-indicatie ketst af op onzorgvuldig onderzoek en zorgplicht werkgever. Vernietiging ontslag op staande voet. Afwijzing ontbindingsverzoeken op de e- en de g-grond.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Nijmegen

zaakgegevens 9449324 \ HA VERZ 21-51 \ 548

uitspraak van 17 december 2021

beschikking

in de zaak van

[eiser]

wonende te [woonplaats]

verzoekende partij

gemachtigde mr. F. van der Wiele

en

de publiekrechtelijke rechtspersoon Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen

gevestigd te Nijmegen

verwerende partij

vertegenwoordigd door haar bedrijfsjurist [bedrijfsjurist]

Partijen worden hierna [eiser] en Rijk van Nijmegen genoemd.

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het op 20 september 2021 ter griffie ontvangen verzoekschrift tot vernietiging van het ontslag op staande voet met producties

- het verweerschrift, tevens tegenverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst

- de brief van 1 november 2021 van de zijde van [eiser] met producties

- de mondelinge behandeling van 2 november 2021 mede inhoudende de pleitnotitie van de gemachtigde van [eiser]

- de brief van 5 november 2021 van de zijde van Rijk van Nijmegen met productie

- de brief van 8 november 2021 van de zijde van [eiser] met productie

- de brief van 2 december 2021 met uitlating van de zijde van Rijk van Nijmegen

- de brief van 7 december 2021 met uitlating van de zijde van [eiser] .

2 De feiten

Arbeidsverhouding

2.1.

[eiser] , geboren op [datum] 1965, is op [datum] 1990 met een SW-indicatie bij Rijk van Nijmegen in dienst getreden, laatstelijk in de functie van kantinemedewerker/ keukenmedewerker. Zijn salaris bedraagt € 1.708,45 bruto per maand te vermeerderen met vakantiebijslag en emolumenten op basis van 32 uur per week.

2.2.

CIZ heeft voor [eiser] een plaatsingsbesluit afgegeven met ingangsdatum
8 augustus 2012. Daarin is het volgende toegelicht:

- toelichting verstandelijke handicap:

(…)

Verstandelijk beperkt waarbij de sociaal-emotionele ontwikkeling lager ligt dan intellectuele capaciteiten. Cognitief gezien functioneert cliënt op 11-jarige leeftijd. In tegenstelling tot zijn intelligentie niveau functioneert hij sociaal emotioneel veel lager, op een niveau van een 6-jarige.
Vertoont kenmerken van een pervasieve ontwikkelingsstoornis, maar tijdens onderzoek zijn er te weinig kenmerken vastgesteld om de diagnose autisme vast te kunnen stellen.

(…)
Er is sprake van een significant verschil ten nadele van de verbale capaciteiten. Tevens is er een significant verschil tussen de verbale begripsindex en de perceptuele organisatie. Heeft veel moeite met het begrijpen van gesproken taal en overschat zijn eigen mogelijkheden. Behandeling bij Kairos vanwege gepleegd delict (grensoverschrijdend gedrag naar partner en op de werkvloer).

(…)

- toelichting sociale redzaamheid:

(…)

Kan niet in oorzaak en gevolg redeneren. Is op sociaal emotioneel niveau zeer beperkt, wordt snel overvraagd en mist signalen dat hij over andermans grenzen heen gaat.
Kan eenvoudige taken uitvoeren maar initieert deze nauwelijks zelf, bij complexe taken overziet hij het niet en raakt in paniek.

Op gebied van communicatie moet hij ondersteunt worden op begrip en begrepen worden. Wordt verbaal snel overschat door zijn vocabulaire. Maakt geen verbindingen en neemt taal letterlijk. Communicatie moet afgebakend worden in overzichtelijke delen.

(…)

2.3.

In de periode van 2012 tot 2014 heeft er bij (de rechtsvoorganger van) Rijk van Nijmegen een reorganisatie plaatsgevonden die er op neerkomt dat het oorspronkelijke productiebedrijf met interne leer- en ontwikkelmogelijkheden omgevormd is tot een arbeidsbemiddelingsbedrijf met als voornaamste doel medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt te bemiddelen naar zo regulier mogelijk werk bij externe werkgevers.

2.4.

In het kader van de reorganisatie zijn diverse trajecten opgestart om een gedrags- en cultuurverandering door te voeren ter verbetering van de interne organisatie en om medewerkers klaar te stomen voor plaatsing bij externe werkgevers.

2.4.1.

Daaruit is onder meer een gedragscode voortgekomen die aan alle medewerkers is overhandigd. In artikel 7 daarvan staat het volgende met betrekking tot seksuele intimidatie:

WerkBedrijf accepteert seksuele intimidatie niet! Dat betekent dat er dingen zijn die je op het werk niet doet. Daaronder vallen ook knuffelen, een arm om iemand heen slaan, tegen iemand aan gaan staan of iemand zo maar aanraken of aaien. Schuine moppen, vieze woorden of gebaren, sekspraatjes of seksplaatjes mogen niet op het werk. Ook seksuele aandacht voor collega’s, opmerkingen over het uiterlijk, fluiten en gluren, of hinderlijk volgen met de ogen is ongewenst gedrag. Het spreekt vanzelf dat je ook niet via sociale media, zoals WhatsApp of facebook, collega’s intimideert. Het bekijken van internetsites waarop porno staat, is verboden.

 Seksuele intimidatie is verboden

 Accepteer de grenzen die je collega’s aangeven

 Besef dat een collega je misschien wel leuk vindt als collega, maar niet meer dan dat

 Ga naar je leidinggevende als je last hebt van ongewenste aandacht

2.4.2.

Tegelijkertijd met de gedragscode is het sanctiebeleid ingevoerd (productie 6 bij verzoek). Daarin zijn sanctietrajecten bij vier categorieën sancties beschreven, te weten:

- sanctietraject bij categorie A-sanctie (schriftelijke waarschuwing),

- sanctietraject bij categorie B-sancties (bij arbeidsongeschiktheid),

- sanctietraject bij categorie C-sancties,

- sanctietraject bij categorie D- sancties (ontslag op staande voet).

Onder het sanctietraject bij categorie D -sancties staat het volgende:

Ontslag op staande voet is de zwaarste sanctie binnen het sanctiebeleid. Deze sanctie kan alleen worden opgelegd als deze ook als zodanig als normsanctie wordt genoemd in de sanctiematrix. Referentie voor deze sanctie is BW artikel 7:678 lid 1.

Voordat deze sanctie kan worden opgelegd moet de medewerker altijd gehoord worden door de leidinggevende in het bijzijn van de personeelsadviseur. Dit moet bij voorkeur de volgende werkdag, maar uiterlijk 2 werkdagen geschieden nadat het incident heeft plaatsgevonden.

(…)

In de sanctiematrix is het gedragsonderwerp ‘seksuele intimidatie (fysiek)’niet als normsanctie aangemerkt. In bijlage 8 is het sanctietraject categorie D-sanctie met een stroomschema vorm gegeven. Als het incident niet als normsanctie is benoemd in de sanctiematrix dan is het niet mogelijk om sanctietraject te starten en wordt verwezen naar start sanctietraject categorie C. Bij de categorie C sancties staat vermeld dat sancties binnen de context van artikel 10.1 van de cao SW worden opgelegd volgens de procedure van een hoorzitting. De betreffende procedure is als bijlage 7 in een stroomschema vervat.

2.5.

Rijk van Nijmegen heeft [eiser] in januari 2021 aangesproken en gewaarschuwd, omdat hij een vrouwelijke collega ‘natte Nel’ heeft genoemd.

Ontslag op staande voet

2.6.

Rijk van Nijmegen heeft [eiser] op 19 juli 2021 op staande voet ontslagen en hem dat bij brief van dezelfde datum bevestigd. In die brief is met betrekking tot de ontslagreden en de gesprekken die daarover op 13 en 14 juli 2021 zijn gevoerd het volgende geschreven:

(…)

Op dinsdag 13 juli jl. meldde een vrouwelijke collega van u, mevrouw [collega] , dat u haar ongewenst seksueel betast heeft. U benaderde haar van voren en betastte haar borsten. Dit gebeurde volgens uw collega viermaal op een vrijdagmiddag in de kantine aan de [adres] . Het gebeurde als er niemand meer aanwezig was en op dagen dat uw vriendin niet werkte.

Direct nadat u beschuldigd werd van het ongewenst betasten van uw collega, heeft u een gesprek gehad met uw werkcoach, [werkcoach 1] (hierna [werkcoach 1] , aanvulling kantonrechter). U ontkende de aantijgingen. Omdat uw verhaal lijnrecht stond tegenover het verhaal van mevrouw [collega] , heeft er een groepsgesprek plaatsgevonden waarbij uzelf aanwezig was, evenals mevrouw [collega] , [werkcoach 2] (hierna: [werkcoach 2] , aanvulling kantonrechter werkcoach [collega] ), [facilitair medewerkster] (hierna: [facilitair medewerkster] , facilitair medewerkster, aanvulling kantonrechter) en [werkcoach 1] . Tijdens dit gesprek gaf u duidelijk en ondubbelzinnig toe dat de aantijgingen van mevrouw [collega] waar zijn. Dat gebeurde steeds zoals zij omschreven heeft, op de vrijdagmiddagen als er niemand aanwezig was. Het leek u niets te doen, u had geen spijt en toonde geen besef dat wat u deed fout is. In verband hiermee bent u per direct geschorst teneinde te onderzoeken of er reden is om u te ontslaan en bent u opgeroepen voor een gesprek op 14 juli jl.

Tijdens het gesprek van 14 juli jl. bent u in de gelegenheid gesteld uw kant van het verhaal nogmaals toe te lichten. Bij die gelegenheid ontkende u iets fout te hebben gedaan. Volgens u was er sprake van een “onschuldige” arm om de schouder van uw collega, waardoor per ongeluk haar borst geraakt werd. Volgens u zocht uw collega al enige tijd contact met u op het werk, omdat zij mogelijk verliefd op u zou zijn. Van dit laatste heeft u geen bewijs.

(…)

Schriftelijke verklaringen

2.7.

In de schriftelijke verklaringen van [werkcoach 1] , [facilitair medewerkster] en [werkcoach 2] staat onder meer het volgende. [werkcoach 1] en [facilitair medewerkster] hebben eerst op 13 juli 2021 met [eiser] in het bijzijn van zijn vriendin gesproken. In dat gesprek heeft [eiser] aangegeven dat hij niets heeft gedaan en dat hij er van uit ging dat de reactie van [collega] is veroorzaakt door een whatsappbericht dat hij haar had gestuurd. Vervolgens hebben [werkcoach 1] en [facilitair medewerkster] met [collega] in het bijzijn van [werkcoach 2] een gesprek gehad. [eiser] is op een gegeven moment bij dat gesprek erbij geroepen. In dat gesprek heeft [eiser] toegegeven dat hij het heeft gedaan.

2.8.

[persoonlijk begeleidster] (hierna: [persoonlijk begeleidster] ) persoonlijk begeleidster van [eiser] , heeft het volgende verklaard over [eiser] uiteenzetting aan haar:

(…)

Gisteren had hij haar een berichtje gestuurd met Hallo. Daarop reageerde ze meteen dat hij haar met rust moest laten. Dit had ze vanmorgen ook tegen hem gezegd. Hierop zei [eiser] dat dit prima is en dat hij haar nummer meteen ging verwijderen. Hierop is zei naar haar werkbegeleider gegaan en heeft gezegd dat [eiser] aan haar borsten heeft gezeten. [eiser] geeft aan dat hij een keer of 5 verspreid over weken zijn arm om haar schouders heeft geslagen. Waarbij zijn hand op borsthoogte terecht komt. Volgens hem heeft ze dit 1 keer lachend afgeweerd en verder nooit voor hem duidelijk aangegeven dat ze hier niet van gediend was. [eiser] zei dat ze na het gesprek meteen in de kantine alles ging rondbazuinen. [eiser] voelt zich bedonderd door haar. Geeft aan echt niet te weten dat dit ook niet mag.

(…)

2.9.

[collega] heeft op 31 augustus 2021 de volgende schriftelijke verklaring afgelegd:

Het is vorig jaar (2020) begonnen toen [naam 1] nog werkcoach was. De eerste keer is ongeveer vorig jaar voor de zomervakantie begonnen in de kantine. Exacte datums weet ik niet meer maar het is 4 keer voorgekomen.
Ik loop naar de drankautomaat of de koffieautomaat om iets te pakken en hij komt naar mij toe en gaat met mij praten en uit het niets pakte hij mij bij mijn borsten. Ik heb hem geen aanleiding gegeven. Dit is de eerste keer gebeurd.

Een paar maanden na de eerste keer is het nog een keer gebeurd ook weer in de kantine zonder enige aanleiding. Toen heb ik hem gewaarschuwd dat hij daarmee moest ophouden, hij lachte alleen. Volgens mij snapte hij niet wat ik bedoelde of hij wilde het niet snappen.

Derde en vierde keer wedetrom in de kantine hetzelfde gebeurd zonder dat ik aanleiding gaf. Ik heb hier echt niet om gevraagd.

3 De verzoeken van [eiser]

3.1.

[eiser] verzoekt:

primair:

- vernietiging van de door Rijk van Nijmegen op 14 juli 2021 gegeven opzegging,

- toelating om de bedongen werkzaamheden te verrichten op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag,

- betaling van het overeengekomen salaris van € 1.708,45 per maand voor 32 uur per week, vermeerderd met de wettelijke verhoging en met de wettelijke rente vanaf iedere datum van verschuldigdheid,

- veroordeling van Rijk van Nijmegen in de proceskosten,

subsidiair:

- toekenning van een transitievergoeding van € 19.963,32.

3.2.

Rijk van Nijmegen voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna bij de beoordeling voor zover van belang voor de beslissing nader ingegaan.

4 Het (voorwaardelijke) tegenverzoek van Rijk van Nijmegen.

5 De beoordeling

6 De beslissing