Home

Rechtbank Gelderland, 20-04-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:1986, 397178

Rechtbank Gelderland, 20-04-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:1986, 397178

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
20 april 2022
Datum publicatie
27 april 2022
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2022:1986
Zaaknummer
397178

Inhoudsindicatie

Forumkeuzebeding in algemene voorwaarden; beoordeling of algemene voorwaarden van toepassing zijn aan de hand van Weens Koopverdrag en Black Letter Rules; art. 4, art. 7 lid 1 onder b en art. 25 (herschikte) EEX-Verordening.

Uitspraak

vonnis

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/397178 / HA ZA 21-613

Vonnis in incident van 20 april 2022

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[Eiseres] ,

gevestigd te [Vestigingsplaats] ,

eiseres in conventie in de hoofdzaak,

verweerster in reconventie in de hoofdzaak,

verweerster in het incident,

advocaat mr. V. van Dijken te Harderwijk,

tegen

rechtspersoon naar buitenlands recht

[Gedaagde] ,

gevestigd te [Vestigingsplaats] ,

gedaagde in conventie in de hoofdzaak,

eiseres in reconventie in de hoofdzaak,

eiseres in het incident,

advocaat mr. T.H. Hermsen te Arnhem.

Partijen zullen hierna [Eiseres] en [Gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding;

-

de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie met een bevoegdheidsincident;

-

de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2 De beoordeling in het incident

2.1.

[Gedaagde] vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart. [Eiseres] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

2.2.

[Eiseres] is een internationaal handels-, recycling- en productiebedrijf in non-ferro metalen. [Gedaagde] is een Franse metaalhandelaar. Partijen hebben vanaf begin 2019 tot eind 2020 zaken met elkaar gedaan, waarbij [Eiseres] metalen kocht van [Gedaagde] . De afspraken over de soort en hoeveelheid metalen, de levering en de prijs werden telefonisch of via Whatsapp gemaakt. Volgens [Eiseres] heeft zij na het maken van iedere afspraak per e-mail een inkooporder gestuurd naar [Gedaagde] als schriftelijke bevestiging van de afspraken. Op de overgelegde inkooporders van [Eiseres] staat “Les termes et conditions générales de [Eiseres] s’appliquent.”. Onderaan de pagina staat in het Engels dat de algemene voorwaarden van [Eiseres] op alle transacties van toepassing zijn. [Gedaagde] betwist de ontvangst van deze inkooporders.

2.3.

[Eiseres] vordert in de hoofdzaak primair de veroordeling van [Gedaagde] tot levering van diverse metalen en de betaling van wettelijke handelsrente. [Eiseres] baseert daarbij de bevoegdheid van de rechtbank op het forumkeuzebeding dat is opgenomen in artikel 14b van haar algemene voorwaarden. Volgens [Gedaagde] komt de rechtbank geen bevoegdheid toe, omdat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn op de handelsrelatie tussen partijen en de Franse rechter bevoegd is op grond van de (herschikte) EEX-Verordening.

2.4.

Tussen partijen is niet in geschil dat de vraag of de algemene voorwaarden van [Eiseres] van toepassing zijn op hun handelsrelatie aan de hand van het Weens Koopverdrag1 moet worden beantwoord, omdat de vordering betrekking heeft op de koop van roerende zaken en partijen gevestigd zijn in twee staten die partij zijn bij het Weens Koopverdrag. Weliswaar wordt in de algemene voorwaarden van [Eiseres] de toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag uitgesloten, maar de vraag of de algemene voorwaarden van toepassing zijn, gaat daaraan vooraf.

2.5.

Of algemene voorwaarden deel uitmaken van de overeenkomst wordt op grond van het Weens Koopverdrag bepaald volgens de daarin opgenomen regels die gelden voor de totstandkoming en uitleg van overeenkomsten.2 De Advisory Council, een internationale expertgroep op het gebied van het Weens Koopverdrag, heeft in verband met de toepasselijkheid van algemene voorwaarden onder het Weens Koopverdrag de ‘CISG-AC Opinion No.13 Inclusion of Standard Terms under the CISG’ (hierna: de opinie) opgesteld. Voor zover relevant in deze zaak luidt de opinie als volgt:

BLACK LETTER RULES

1. The inclusion of standard terms under the CISG is determined according to the rules for the formation and interpretation of contracts under the CISG.

2. Standard terms are included in the contract where the parties have expressly or impliedly agreed to their inclusion at the time of the formation of the contract and the other party had a reasonable opportunity to take notice of the terms.

3. Amongst others, a party is deemed to have had a reasonable opportunity to take notice of the standard terms:

3.1.

Where the terms are attached to a document used in connection with the formation of the contract or printed on the reverse side of that document;

(…)

3.3.

Where, in electronic communications, the terms are made available to and retrievable electronically by that party and are accessible to that party at the time of negotiating the contract; 3.4 Where the parties have had prior agreements subject to the same standard terms.

(…)

2.6.

De rechtbank sluit aan bij deze opinie voor de uitleg van het Weens Koopverdrag op dit onderwerp. Naast een uitdrukkelijke of impliciete aanvaarding van de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden vereist het Weens Koopverdrag dat de andere partij een redelijke mogelijkheid heeft gehad om kennis te nemen van de inhoud van die voorwaarden. In de opinie wordt een aantal voorbeelden gegeven van situaties waarbij ervan uit kan worden gegaan dat de andere partij deze mogelijkheid heeft gehad, bijvoorbeeld doordat de voorwaarden aan hem zijn gezonden of op de achterzijde van het aan hem verstrekte document waaruit de overeenkomst blijkt zijn afgedrukt. Gesteld noch gebleken is dat de algemene voorwaarden afzonderlijk aan [Gedaagde] zijn toegezonden. Het enige wat [Eiseres] stelt in dit verband is dat haar algemene voorwaarden op de achterzijde van haar briefpapier zijn afgedrukt. [Eiseres] stelt echter niet dat zij de inkooporders ook in een papieren vorm aan [Gedaagde] heeft gezonden, zodat daaruit uiteraard niet kan worden afgeleid dat haar voorwaarden op deze wijze aan [Gedaagde] zijn terhandgesteld. [Eiseres] stelt juist dat zij de inkooporders per e-mail heeft toegestuurd. Daarbij zijn haar algemene voorwaarden niet meegestuurd, zoals ook blijkt uit de afschriften van de e-mails met inkooporders die [Eiseres] heeft overgelegd.

2.7.

Op grond van het Weens Koopverdrag is de terhandstelling van de algemene voorwaarden geen vereiste, indien de andere partij op een andere wijze de redelijke mogelijkheid heeft gehad om bij de onderhandelingen voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst van de algemene voorwaarden kennis te nemen. De rechtbank is van oordeel dat [Gedaagde] deze redelijke mogelijkheid niet heeft gehad. Het staat vast dat afspraken over de koop van metalen telefonisch of via Whatsapp werden gemaakt. Door [Eiseres] is niet gesteld dat zij [Gedaagde] bij het maken van die afspraken heeft gewezen op de toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden en waar deze zijn te vinden. Volgens haar stuurde zij telkens na het maken van de afspraken via e-mail een inkooporder toe. Op de overgelegde inkooporders staat de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden in het Frans vermeld, maar zonder een verwijzing naar een vindplaats van deze voorwaarden. Helemaal onderaan de inkooporders staat in het Engels dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn op alle transacties. Daarachter staat “Registered nr. 08104915 Dutch Chamber of Commerce”. Het uitsluitend vermelden van dit registratienummer biedt geen redelijke mogelijkheid om kennis te nemen van deze voorwaarden, want daarmee is nog niet vermeld hoe deze voorwaarden aan de hand van dat nummer zouden kunnen worden opgevraagd. Daarmee kunnen zij niet worden aangemerkt als “available, retrievable and accesible” in de zin van de hiervoor aangehaalde Black Letter Rules. Bovendien volgt uit de overgelegde (mail-)correspondentie dat partijen alleen in het Frans hebben gecommuniceerd en is door [Eiseres] niet gesteld dat haar algemene voorwaarden (ook) in de Franse taal zouden zijn geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. [Eiseres] stelt weliswaar dat haar voorwaarden ook in de Franse taal beschikbaar zijn op haar website, maar op de inkooporders staat geen verwijzing naar de specifieke vindplaats daarvan, bijvoorbeeld door vermelding van een hyperlink. Alleen de algemene vermelding van haar website www. [Eiseres] .com bovenaan de inkooporder bij de contactgegevens is daarvoor onvoldoende. Van [Gedaagde] hoeft niet verwacht te worden dat zij zelf op de website gaat zoeken waar de Franstalige algemene voorwaarden te vinden zijn.

2.8.

Ook de stelling dat haar algemene voorwaarden van toepassing zijn, omdat die al op eerdere overeenkomsten tussen partijen van toepassing waren gaat niet op, omdat het voorgaande juist ook betrekking heeft op de eerste overeenkomsten uit 2019. Dat op alle inkooporders dezelfde vermelding staat, maakt nog niet dat [Gedaagde] de redelijke mogelijkheid heeft gehad om daarvan kennis te nemen. De verwijzing naar de diverse uitspraken door [Eiseres] , waaronder de uitspraak van deze rechtbank van 9 september 2020, doen aan het voorgaande niet af, omdat de omstandigheden in die zaken afwijken van de hiervoor geschetste omstandigheden in deze zaak.

2.9.

Het voorgaande brengt mee dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn op de handelsrelatie tussen partijen. Het rechtskeuzebeding is daarom niet tussen partijen overeengekomen in de zin van artikel 25 (herschikte) EEX-Verordening, waardoor de bevoegdheid van de rechtbank daar niet op kan worden gebaseerd.

2.10.

Ook op grond van een andere bepaling van de (herschikte) EEX-Verordening komt de rechtbank geen bevoegdheid toe om van de vorderingen van [Gedaagde] kennis te nemen. Uitgangspunt van artikel 4 van de (herschikte) EEX-verordening is dat [Gedaagde] moet worden opgeroepen voor de bevoegde rechter in Frankrijk, omdat zij daar gevestigd is. Op grond van artikel 7 van de (herschikte) EEX-verordening kan een gedaagde onder omstandigheden ook voor het gerecht van een andere lidstaat worden opgeroepen. Artikel 7 lid 1 onder b van de (herschikte) EEX-verordening bepaalt dat bij de koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken het gerecht in de plaats in een lidstaat waar de zaken volgens de overeenkomst geleverd werden of geleverd hadden moeten worden eveneens bevoegd is. Door [Gedaagde] is onweersproken gesteld dat de metalen in Frankrijk werden geleverd, zodat ook op die grond alleen de Franse rechter bevoegdheid toekomt.

2.11.

[Eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld, die aan de zijde van [Gedaagde] wordt begroot op € 563,00 (1 punt x tarief II).

3 De beslissing

De rechtbank

in het incident

3.1.

verklaart zich onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen,

3.2.

veroordeelt [Eiseres] in de kosten van het incident, aan de zijde van [Gedaagde] tot op heden begroot op € 563,00 aan salaris voor de advocaat te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis in het incident, en - voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.M. Hennekens en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2022.