Rechtbank Gelderland, 20-07-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:4071, 9759911
Rechtbank Gelderland, 20-07-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:4071, 9759911
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 20 juli 2022
- Datum publicatie
- 29 juli 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2022:4071
- Formele relaties
- Einduitspraak: ECLI:NL:RBGEL:2022:4069
- Zaaknummer
- 9759911
Inhoudsindicatie
Ontslag op staande voet niet rechtsgeldig gegeven; geen dringende reden; gefixeerde schadevergoeding, transitievergoeding en billijke vergoeding
Uitspraak
beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 9759911 \ HA VERZ 22-37 \ 498 \ 636
uitspraak van 20 juli 2022
beschikking
in de zaak van
[verzoeker]
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
gemachtigden mrs. W. Dieks en en L.H. Toonen
en
[verweerder]
gevestigd te [vestigingsplaats]
verwerende partij
gemachtigde mr. R.J.M.C.I. Janischka
Partijen worden hierna [verzoeker] en [verweerder] genoemd.
1 Inleiding; waar gaat het in deze zaak om?
Het gaat in deze zaak om de vraag of het door [verweerder] aan [verzoeker] gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig is of niet, en in het laatste geval of [verweerder] gehouden is tot betaling aan [verzoeker] van een gefixeerde schadevergoeding, transitievergoeding, billijke vergoeding en/of andere vergoedingen.
2 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties 1 t/m 113, ontvangen op 8 maart 2022;
- het verweerschrift met producties 1 t/m 17, ontvangen op 14 april 2022;
- de aanvullende producties 114 t/m 117 van [verzoeker] , ontvangen op 21 april 2022;
- de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 24 mei 2022 en waar [verzoeker] is verschenen, bijgestaan door zijn echtgenote [naam echtgenote verzoeker] en door gemachtigde mr. W. Dieks, en waar de heer [naam directeur verweerder] (directeur [verweerder] ) en mevrouw [naam office manager verweerder] (office manager [verweerder] ) zijn verschenen, bijgestaan door mr. R.J.M.C.I. Janischka. Tijdens deze mondelinge behandeling is tegelijkertijd, maar niet gevoegd, behandeld het geschil dat in de dagvaardingsprocedure (zaaknummer 9627324 \ CV EXPL 22-208) tussen partijen aanhangig is. Afgesproken is dat hetgeen partijen over een weer in een van de zaken hebben gesteld of aangevoerd, geacht wordt in beide zaken te zijn gesteld en aangevoerd. Beide gemachtigden hebben het woord gevoerd aan de hand van spreekaantekeningen die zijn overgelegd. Van hetgeen verder is besproken heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
Ten slotte is uitspraak bepaald. Gelijktijdig zal in de dagvaardingsprocedure
uitspraak (verder: het vonnis) worden gedaan.
3 De feiten
[verweerder] houdt zich blijkens de uittreksel van de Kamer van Koophandel onder meer bezig met het ontwikkelen, bouwen en installeren van industriële luchtbehandelingsinstallaties en het (doen) leveren en installeren van bijbehorend kanaalwerk. Zij richt zich met name op het (doen) realiseren van verfspuitinstallaties (lakstraten) bij haar klanten.
[verzoeker] , geboren op [geboortedatum] , is met ingang van 1 juli 1993 in dienst getreden van de rechtsvoorganger van [verweerder] . Na het faillissement van dat bedrijf is er een doorstart geweest en is [verzoeker] per 14 april 1998 in dienst getreden in de functie van Werkvoorbereider bij de doorstarter, [verweerder] . Blijkens artikel 4 van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] is [verzoeker] fulltime in dienst getreden voor minimaal 38 uur per week.
In artikel 13 van de arbeidsovereenkomst staat:
Tevens zijn van toepassing de richtlijnen opgenomen voor de CAO Metaalnijverheid. In geval van twijfel zijn deze van toepassing.
In de loop van het dienstverband is [verzoeker] steeds meer werkzaamheden behorend bij de functie Technical Support Engineer gaan vervullen, welke functie hij in ieder geval in de hier in geding zijnde periode (te weten vanaf 2015) verricht.
In de functiebeschrijving van die functie staat onder meer vermeld:
Met je ervaring en diepgaande kennis ben je als technical support engineer de rots in de branding van het projectbureau. Je werkt soms in teams, maar moet problemen zelfstandig kunnen herkennen en bepalen wat nodig is om het op te lossen.
Je beroep is veelzijdig; zo kan het zijn dat je enkele weken aaneengesloten werkt aan een installatie wat zich in de laatste projectfase bevind, om vervolgens op kantoor de projectmanager en/of technische tekenaar te ondersteunen in de (pre-) engineersfase. Het vereist dan ook een zekere flexibiliteit.
(…)
Als technical support engineer ben je inzetbaar in iedere fase van het project; van acquisitie, tot (pre-)enginering, uitvoering tot service en onderhoud. De grootste focus ligt echter op het inbedrijfstellen en testen van installaties.
Het salaris van [verzoeker] bedroeg laatstelijk € 4.300,00 bruto per maand, te vermeerderen met vakantietoeslag en overige emolumenten. [verzoeker] heeft tot 2015 regelmatig prestatiebonussen ontvangen. Daarna nog eenmaal, te weten in 2017. [verzoeker] verbleef voor zijn werkzaamheden veelvuldig bij klanten van [verweerder] in het buitenland.
Tijdens een gesprek op 19 juli 2019 heeft de heer [naam directeur verweerder] (directeur [verweerder] ) [verzoeker] aangesproken op zijn functioneren. In het gespreksverslag staat:
Laatste maanden diverse gesprekken gevoerd over doelstellingen en functioneren in het algemeen als in groepsverband.
[verzoeker] blijft zijn eigen weg volgen, zijn eigen prioriteiten stellen terwijl er keer op keer anders wordt gevraagd of geïnstrueerd. Komt keer op keer zijn toezeggingen niet na binnen de organisatie, nog naar relaties.
Alles geprobeerd, van zorgzame aanpak (….), meelevend tot streng maar niets heeft enige uitwerking ten gevolge gehad.
Ook nu weer (net als vorige jaren) zaken continue tot het uiterste uitstellen, en dan nog geen dag voor de vakantie zijn collega’s hiermee confronteren/opzadelen.
(….)
Conclusie
Het functioneren als project/service engineer is als zodanig niet langer houdbaar.
Na de vakantie zullen we een vervolg gesprek voeren over het zo mogelijk aanpassen van de functie en bijbehorende emolumenten.
In of omstreeks mei 2020 heeft [naam echtgenote verzoeker] , de echtgenote van [verzoeker] , elders werkzaam als controller, geconstateerd dat [verweerder] op onjuiste wijze de eigen bijdrage aan het pensioen op het loon van [verzoeker] heeft ingehouden. Daarover heeft zij - namens [verzoeker] - met [verweerder] gecorrespondeerd. In deze correspondentie, voornamelijk met de heer [naam adjunct directeur verweerder] (adjunct-directeur van [verweerder] ) is ook aandacht besteed aan andere arbeidsvoorwaarden van [verzoeker] , te weten de vraag of de Cao Metaal en Techniek van toepassing is en of [verweerder] gehouden is de (beweerdelijk) door [verzoeker] gemaakte overuren te voldoen.
Dit heeft ertoe geleid dat [verweerder] [verzoeker] een nieuwe (concept) arbeidsovereenkomst gedateerd 14 september 2020, een autoregeling en een functieomschrijving heeft voorgelegd. In deze conceptovereenkomst is de arbeidsduur verhoogd van 38 naar 40 uur per week, bij gelijkblijvend loon, is bepaald dat [verweerder] tot uiterlijk 31 december 2020 zou deelnemen aan de voor [verzoeker] gehanteerde pensioenregeling PMT (Metaal en Techniek) en dat [verweerder] met ingang van 1 januari 2021 een andere pensioenregeling zou gaan hanteren. [verzoeker] kon zich niet vinden in de inhoud van deze concept arbeidsovereenkomst en autoregeling en heeft deze niet ondertekend.
Bij e-mail van 8 oktober 2020 heeft [naam adjunct directeur verweerder] (nogmaals) inhoudelijke gereageerd op de onderhandelingen over alle arbeidsvoorwaarden. Overeenstemming werd niet bereikt.
Op 19 oktober 2020, na terugkomst van een werkreis, bleek dat [verweerder] de auto die [verzoeker] van [verweerder] in gebruik had, een [merk auto] , zonder aankondiging of overleg had ingeruild voor een [merk auto] . Ook bleek dat - zonder voorafgaande mededeling of overleg - zijn (nieuwe) werkplek nog niet was ingericht en zijn oude werkplek was verwijderd. De nieuwe werkplekken van zijn collega’s waren wel allemaal ingericht.
Bij brief van 23 oktober 2020 heeft de gemachtigde van [verzoeker] [verweerder] onder meer verzocht te bevestigen dat de Cao Metaal en Techniek van toepassing is op de arbeidsrelatie en dat de daarin opgenomen verplichtingen worden nageleefd, alsmede dat aan [verzoeker] overuren worden toegekend vanaf 2015. Ook is [verweerder] verzocht [verzoeker] weer zijn gebruikelijke auto, [merk auto] , ter beschikking te stellen. Ten slotte is [verweerder] verzocht om een overzicht van de gemaakte uren en overuren over de afgelopen vijf jaar te verstrekken.
De heer [naam directeur verweerder] heeft [verzoeker] , na ontvangst van deze brief, ten overstaan van zijn collega’s, medegedeeld dat hij op non-actief werd gesteld. Deze op non-actiefstelling is de volgende dag weer ongedaan gemaakt.
Bij brief van 2 november 2020 heeft de gemachtigde van [verweerder] op de brief van 23 oktober 2020 gereageerd, laten weten te betwijfelen of de Cao Metaal en Techniek van toepassing is en betwist dat aanspraak bestaat op uitbetaling van overuren. Toegezegd werd dat binnen 3 weken nadien een overzicht van de over- dan wel verlofuren zou worden verstrekt. De [merk auto] was blijkens die brief bij een schadeherstelbedrijf, zou chemisch worden gereinigd en daarna weer ter beschikking worden gesteld aan [verzoeker] . De werkplek van [verzoeker] , met nieuw kantoormeubilair, was blijkens die brief door omstandigheden op 19 oktober 2020 nog niet gereed. Kort nadien is de werkplek in orde gemaakt. Over een en ander is nog verder gecorrespondeerd, door de gemachtigde van [verzoeker] bij brief van 16 november 2020, door de gemachtigde van [verweerder] bij brief van 25 november 2020.
In november 2020 heeft [verweerder] de achterstallige pensioenpremie uitbetaald. Zij is vanaf die maand gestopt met het betalen van de maandelijkse onkostenvergoeding van € 75,00.
Op 25 november 2020 heeft [verweerder] (bij monde van [naam adjunct directeur verweerder] ) aan haar medewerkers medegedeeld dat [verweerder] met de komst per 1 januari 2021 van een Manager Services gaat uitbreiden met een Service-tak en dat zij zich daarom met ingang van 1 januari 2021 zal conformeren aan de Cao Metaal en Techniek.
Bij brief van 5 december 2020 heeft [verzoeker] een officiële waarschuwing van [verweerder] ontvangen, omdat hij op 3 december 2020 te laat bij een afspraak met een klant zou zijn verschenen. [verzoeker] heeft op 9 december 2020 bezwaar gemaakt tegen deze waarschuwing en uitgelegd waarom dit verwijt onterecht is. Hij zou te laat op de hoogte zijn gesteld van deze afspraak, terwijl hij bovendien de nacht ervoor van een project in Duitsland was teruggekomen. Ter onderbouwing heeft hij bewijs overgelegd waaruit blijkt dat hij laat die nacht nog in Duitsland heeft getankt. Ook schrijft hij het niet eens te zijn met de inhoud van het verslag van het gesprek op 19 juli 2019. Hij schrijft ten slotte:
Na hier rustig over nagedacht te hebben, kan ik niet anders dan concluderen dat dit alles een vooropgezet plan is geweest van u beide om een (nep)dossier tegen mij op te bouwen of om door middel van intimidatie en pestgedrag mij ertoe te bewegen zelf ontslag te nemen. Tijdens de bespreking heeft u er immers herhaaldelijk op aangedrongen dat ik beter zelf ontslag kon nemen omdat dit zou getuigen van een goed karakter. Dit alles vanwege de thans lopende discussie over pensioen en het vergoeden van de door mij gemaakte overuren.
Bij brief van 17 december 2020 heeft ook zijn gemachtigde bezwaar gemaakt tegen de officiële waarschuwing.
Op 7 januari 2021 heeft [verweerder] aan [verzoeker] een voorstel gedaan tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, onder de mededeling dat zij anders een ontbindingsverzoek zou indienen wegens een verstoorde arbeidsrelatie, in combinatie met werkweigering en verwijtbaar handelen/nalaten. [verzoeker] heeft dit voorstel niet geaccepteerd.
Na een (kortdurende) ziekteperiode van [verzoeker] in de eerste helft van januari 2021 is in februari 2021 tussen partijen mediation gestart. Na drie gesprekken is de mediation zonder resultaat geëindigd. Op 13 maart 2021 heeft vervolgens een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerder] en [verzoeker] , waarbij [naam echtgenote verzoeker] ook aanwezig was.
Dit heeft geleid tot een tweede voorstel van [verweerder] aan [verzoeker] voor een nieuwe arbeidsovereenkomst ingaande 1 mei 2021, voor 38 uur per week tegen een salaris van
€ 4.300,00 bruto per maand, te vermeerderen met vakantietoeslag en overige emolumenten. In die overeenkomst is onder meer de Cao Metaal en Techniek van toepassing verklaard, is de functieomschrijving Technical Support Engineer opgenomen en zijn bepalingen opgenomen over overwerk, waaronder:
Werkgever is gerechtigd opdracht te geven tot overwerk. Overwerk behoort tot de aard van de functie (artikel 3 sub d) en In bovengenoemd salaris is een vergoeding voor eventuele overuren reeds opgenomen.
In artikel 14 b) van die overeenkomst staat:
Mondelinge afspraken binden partijen niet, tenzij uitdrukkelijk schriftelijk door beide partijen bevestigd.
[verzoeker] heeft ook deze conceptovereenkomst niet getekend. In mei 2021 heeft [naam echtgenote verzoeker] hierover gecorrespondeerd met [naam adjunct directeur verweerder] . Het voorstel zou niet in overeenstemming zijn met de op 13 maart 2021 tussen partijen gemaakte afspraken. Er waren volgens haar toezeggingen gedaan, waaronder over compensatie van de gemaakte overuren. Die komen niet terug in het voorstel en worden zelfs teniet gedaan door artikel 14b. daarnaast waren er volgens haar - tijdens het gesprek op 13 maart 2021 - ook afspraken gemaakt over verlofsparen, die niet in het concept waren opgenomen.
Bij e-mail van 20 september 2021 heeft [verweerder] aan [verzoeker] twee waarschuwingen toegezonden. In de e-mail staat:
Hiermede ontvangt u de officiële tweede en derde waarschuwing.
@ [naam] graag toevoegen aan het personeel dossier
Ook graag de schades aan linker achterspatbord en het linker voorwiel vastleggen in eht PD (…)
Deze schade heeft [verzoeker] verzuimd te melden.
Bijgevoegd zijn twee separate waarschuwingen, allebei gedateerd 15 juli 2021.
De eerste bijlage betreft Tweede officiële waarschuwing. Daarin staat onder meer:
Wij hebben op 2 juli 2021 helaas wederom moeten constateren dat u zonder overleg dan wel toestemming van uw leidinggevende, buiten uw pauze om, uw werkplek hebt verlaten en verzuimd hebt de bedoelde arbeid te verrichten. E.e.a. kan gekwalificeerd worden als werkweigering. De werktijden staan immers niet ter vrije bepaling van als werknemer.
Wij hebben nu er reeds meerdere malen op aangesproken dat een dergelijke handelswijze niet toelaatbaar is. Zoals u genoegzaam bekend is binnen onze organisatie diverse huisregels, waaraan werknemers van [verweerder] zich dienen te houden. De geldende regels vallen onder het instructierecht van de werkgever (…). Als ‘goed werknemer‘ dient u zich hieraan te conformeren. Bij gebreke waarvan de werkgever arbeidsrechtelijke maatregelen en sancties kan opleggen.
Ondanks herhaalde mondelinge en schriftelijke waarschuwingen blijft u echter de geldende regels overtreden. Dit kunnen wij niet tolereren en daarom is besloten een officiële waarschuwing te geven. Deze waarschuwing zal aan uw personeelsdossier worden toegevoegd.
(…)
Mocht u wederom in strijd handelen met onze regels, dan kan dit consequenties hebben voor de voortzetting van uw dienstverband. Wij gaan er echter vanuit dat u het zover niet zult laten komen..
(…).
De tweede bijlage betreft: Derde officiële waarschuwing
Daarin staat onder meer:
Wij hebben van onze klant [naam klant] op 9 juli j.l. helaas moeten vernemen dat u afspraken deze klanten bezoeken zonder valide reden niet bent nagekomen.
Jij bent zowel mondeling als schriftelijk via e-mail als extra reminder erop geattendeerd dat u op korte termijn een afspraak bij onze klant [naam klant] moest maken. Navraag blijkt dat u dit niet heeft gedaan en niet bij de klant bent geweest. Uw reactie WhatsApp woensdag 14-7-2021 was: “….OK das me niet duidelijk geweest….”.
Uw werk die mailbox heeft u e-mail ontvangen met onderwerp “ reminder ”. In voornoemde e-mail is de instructie gegeven om op vrijdag 9-7-2021 (…) van [naam klant] te bezoeken onduidelijkheid kan derhalve geen sprake zijn geweest. Er is derhalve ook geen grond om de voornoemde instructie te negeren. We vinden dit zeer kwalijk en vat dit op als werkweigering van een duidelijke werkgeversinstructie. We hebben al meerdere malen geconstateerd dat u redelijk instructies van uw werkgever niet uitvoert en ben daarvoor al meerdere malen gewaarschuwd.
Ondanks herhaalde mondelinge en schriftelijke waarschuwingen blijft u echter de geldende regels overtreden en volgt u de instructies van uw werkgever niet op. Dit kunnen wij niet tolereren en daarom is besloten om een derde officiële waarschuwing te geven. Deze waarschuwing zal aan uw personeelsdossier worden toegevoegd.
(…)
Mocht u wederom in strijd handelen met onze regels, dan kan dit consequenties hebben voor de voortzetting van uw dienstverband. Wij gaan er echter vanuit dat u het zover niet zult laten komen..
(…).
Op 30 december 2021 heeft [verzoeker] bij deze rechtbank een procedure tegen [verweerder] aanhangig gemaakt waarin hij nabetaling van loon over 6.260 volgens hem gewerkte overuren vordert (vanaf 2015 tot en met 2021), alsmede de volgens hem ten onrechte niet doorgevoerde loonsverhoging conform de Cao Metaal en Techniek. Het gaat om de zaak met nummer 9627324 \ CV EXPL 22-208, waarin gelijktijdig met deze zaak een uitspraak wordt gedaan.
Op 10 januari 2022 heeft [verweerder] [verzoeker] op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief staat het volgende:
Geachte heer [verzoeker] ,
Hierbij bericht ik dat u per direct op staande voet bent ontslagen.
De dringende reden voor ontslag op staande voet is gelegen in het feit dat u op 22
december jl. het project [naam klant] in Hongarije heeft verlaten waarbij u heeft verzuimd de
lakstraat in te regelen en de lakstraat correct op te leveren, terwijl u wel heeft verklaard dit
te hebben gedaan. U heeft uw werk derhalve niet gedaan en daar bovendien over
gelogen.
Het begeleiden van de bouw alsmede het inregelen van de lakstraat, zodat deze correct
Opgeleverd zou worden aan [naam klant] was uw verantwoordelijkheid. U heeft daartoe de kennis,
mogelijkheden en back-up van ons bedrijf alsmede subcontractors. U heeft bovendien
voldoende tijd en gelegenheid gehad om dit te realiseren. U heeft op 22 december jl.
telefonisch uitdrukkelijk verklaard aan de heer [naam collega 1] dat u de werking heeft
gecontroleerd en dat dit correct functioneerde bij uw vertrek. Uw collega, de [naam collega 2] ,
was getuige van deze uitspraak.
Op 4 januari jl. heb ik echter van onze klant [naam klant] vernomen dat de ovens in de lakstraat
überhaupt niet op temperatuur komen. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit komt omdat u de
instellingen van de lakstraat helemaal niet heeft getest en de off-sets allemaal op 0 stonden
hetgeen haaks staat op de uitspraken van 22 december jl. aan [naam collega 2] , waarin u
gezegd heeft dat de off-sets reeds versteld zouden zijn. Er kan derhalve geen sprake zijn van
een vergissing of een menselijke fout.
Daarnaast heeft uw collega zich bij mij beklaagd over uw werkhouding en de
samenwerking met u bij het project [naam klant] . U heeft volgens hem verzuimd:
* om mensen op de bouw uit eigen initiatief aan te sturen of aan het werk te zetten;
* u bezig te houden met organisatorische zaken;
* zijn verzoeken om te handelen en/of op situaties dan wel problemen te anticiperen
genegeerd;
* te weigeren te participeren in de opgedragen werkinstructies;
Wij maken u ter zake een zeer groot verwijt. Het lijkt er gewoon op dat u de belangen
van [verweerder] saboteert. Niet alleen heeft u de opgedragen werkzaamheden niet uitgevoerd, ook
heeft u door uw houding het hele bouwproces vertraagd en heeft u een junior engineer aan
zijn lot over gelaten. E.e.a. is te kwalificeren als werkweigering.
Wat ik u nog meer verwijt is dat u heeft gelogen. U heeft daarmee het vertrouwen ernstig
geschaad. U heeft namelijk gezegd dat de off-sets geprogrammeerd waren en dat deze
functioneerde. De klant is hier ook vanuit gegaan. Voor [naam klant] was het extreem belangrijk
dat vanaf begin januari de lakstraat naar behoren zou functioneren, daar [naam klant] haar
productie vanaf dat moment op heeft afgestemd en in plaats van gelakte frames te ontvangen
nu ongelakte frames in haar magazijn heeft daar deze door onze installatie gecoat zouden
worden. Dit is na zo’n beslissing niet anders meer in te vullen, hetgeen betekent een
achterstand van duizenden fietsframes welke nooit meer kan worden ingelopen. Het feit dat u
klant en [verweerder] heeft voorgelogen lijkt sterk op sabotage.
Een ander gevolg is dat u de reputatie van [verweerder] in het gedrang heeft gebracht bij onze
klant en ik op 7 januari jl. een collega van u met spoed naar Hongarije heb moeten laten
vliegen om alsnog de inregeling in orde te brengen. Met alle gevolgen en kosten van dien.
Dit is helaas geen op zichzelf staand incident. Recent heb ik een klacht over u ontvangen
Van onze [naam leverancier] (lakleverancier [naam klant] ). Zij hebben mij aangegeven uw
uitlatingen onbeschoft te vinden en uw werkhouding ongeïnteresseerd. Van uw directe
collega’s ontvang ik klachten dat u structureel uw werktelefoon niet beantwoordt en niet
reageert op e-mails. Voorts deelt u ook niet de benodigde informatie, waardoor
werkprocessen binnen [verweerder] stagneren.
Ik heb u de afgelopen jaren al meerdere malen aangesproken op uw werkhouding,
waarvan door u geaccordeerde verslagen zijn opgesteld. Er hebben in het verleden
meerdere incidenten plaatsgevonden. Voor een aantal incidenten heeft u ook officiële
waarschuwingen gekregen en bent u gewezen op de arbeidsrechtelijke gevolgen indien u
instructies zou negeren en u uw werkhouding niet zou verbeteren. Voor mij is de maat nu vol
en is dit de druppel die de emmer doet overlopen. Uw gedrag en houding zorgen voor
dusdanige grote problemen binnen [verweerder] dat inmiddels niet meer van mij gevergd kan worden
om de arbeidsrelatie met u voort te zetten.
U heeft gelegenheid gehad uw kant van het verhaal te vertellen, dit heeft echter niet tot
een ander oordeel geleid. Deze redenen hiervoor genoemd vormen elk afzonderlijk maar
ook in samenhang een dringende reden voor dit ontslag op staande voet. Wij zullen per 10
januari 2022 een correcte eindafrekening opstellen van het salaris, vakantiegeld en niet-
genoten vakantiedagen.
Nu u ons een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst met
Onmiddellijke ingang te beëindigen, bent u op grond van de wet aan ons een
schadevergoeding verschuldigd. Hierbij maken wij aanspraak op de door u aan ons
verschuldigde gefixeerde schadevergoeding. Wij zullen dit bedrag inhouden bij de nog op
stellen eindafrekening.
Nu de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dient u per omgaande de bedrijfseigendommen
die u in uw bezit heeft in te leveren.
[verweerder] heeft bij de eindafrekening de volgens haar door [verzoeker] verschuldigde
zogenoemde gefixeerde schadevergoeding op het door haar uit te betalen bedrag in
mindering gebracht.