Home

Rechtbank Gelderland, 15-12-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:7202, 10183707

Rechtbank Gelderland, 15-12-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:7202, 10183707

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
15 december 2022
Datum publicatie
3 januari 2023
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2022:7202
Zaaknummer
10183707

Inhoudsindicatie

Artikel 7:267 lid 7 BW. Toekenning van het tijdelijk voortgezet gebruik van de huurwoning aan de vrouw. Doorslaggevend bij de belangenafweging zijn het hoofdverblijf en de voornaamste zorg over het minderjarige kind van partijen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaakgegevens 10183707 \ VV EXPL 22-161

uitspraak van 15 december 2022

vonnis in kort geding

in de zaak van

Harmannus Nicolaas Maria Bisschop h.o.d.n. Simul Bewindvoering, in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over het vermogen van [onder bewind gestelde sub 1]

wonende te [woonplaats]

eisende partij in conventie

verwerende partij in voorwaardelijke reconventie

gemachtigde mr. J.L. Vermeer

procederende krachtens toevoegingsnummer 4PG2848

tegen

Harmannus Nicolaas Maria Bisschop h.o.d.n. Simul Bewindvoering, in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over het vermogen van [onder bewind gestelde sub 2]

wonende te [woonplaats]

gedaagde partij in conventie

eisende partij in voorwaardelijke reconventie

gemachtigde mr. J.H.J. Joosten

Partijen worden hierna [onder bewind gestelde sub 1] en [onder bewind gestelde sub 2] genoemd.

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 23 november 2022 met producties;

- het e-mailbericht van 1 december 2022 van de gemachtigde van [onder bewind gestelde sub 2] , waarin hij zich stelt en aankondigt twee voorwaardelijke reconventionele vorderingen in te zullen stellen;

- de mondelinge behandeling van 2 december 2022 mede inhoudende de pleitnotities van de gemachtigde van [onder bewind gestelde sub 1] en de gemachtigde van [onder bewind gestelde sub 2] .

2 De feiten

2.1.

[onder bewind gestelde sub 1] en [onder bewind gestelde sub 2] hebben thans nog dezelfde bewindvoerder. Conform het beleid van de rechtbank op dit punt, is de bewindvoerder doende de twee dossiers te splitsen.

2.2.

Partijen huren sinds 17 september 2020 de woning aan de [adres van de woning 1] van De Woningstichting (hierna: de woning).

2.3.

Partijen zijn de ouders van [dochter van de onder bewind gestelden] , geboren op [datum] te [geboorteplaats] (hierna: [dochter van de onder bewind gestelden] ).

2.4.

De affectieve relatie tussen partijen is begin augustus 2022 beëindigd.

2.5.

Partijen zijn een ‘(voorlopig) ouderschapsplan’ overeengekomen. In dat plan is onder meer het volgende opgenomen:

“(...)

c. Moeder heeft het eenhoofdig gezag over [dochter van de onder bewind gestelden] . (...)

d. Op dit moment is er begeleiding voor partijen vanuit Solidez en het interventieteam

van de [gemeente] , zulks in verband met de situatie zoals deze is ontstaan

na het verbreken van de relatie tussen en de persoonlijk problematiek van beide ouders.

e. De ouders hebben overlegd over de wijze waarop zij voorlopig de zorg- en

opvoedingstaken zullen gaan verdelen, de wijze waarop zij elkaar informatie zullen

verschaffen en elkaar zullen raadplegen bij gewichtige onderwerpen betreffende

[dochter van de onder bewind gestelden] en de wijze waarop zij zullen bijdragen in de kosten van de verzorging en

opvoeding van [dochter van de onder bewind gestelden] .

(...)

Artikel 2. Hoofdverblijfplaats en verhuizing

2.1

Het hoofdverblijf van [dochter van de onder bewind gestelden] is bij de moeder en zij staat op haar adres ingeschreven.

(...)

Artikel 4. Zorg- en contactregeling

(...)

4.2

De ouders zijn een voorlopige regeling overeengekomen krachtens welke [dochter van de onder bewind gestelden] wekelijks op zondag gedurende twee uur bij vader verblijft. (...)”

2.6.

[onder bewind gestelde sub 1] heeft [onder bewind gestelde sub 2] herhaaldelijk verzocht de woning te verlaten. heeft daarop laten weten geen ander onderdak te hebben.

3 De vordering en het verweer in conventie

3.1.

[onder bewind gestelde sub 1] vordert dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:

  1. bepaalt dat het tijdelijk voortgezet gebruiksrecht van de woning met uitsluiting van [onder bewind gestelde sub 2] aan [onder bewind gestelde sub 1] toekomt met uitsluiting van [onder bewind gestelde sub 2] , waarbij [onder bewind gestelde sub 2] wordt veroordeeld om de woning, gelegen aan de [adres van de woning 1] binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te verlaten en deze niet meer te betreden, onder afgifte van de sleutels aan [onder bewind gestelde sub 1] , zulks op straffe van een dwangsom van € 250,00 voor elke dag dat [onder bewind gestelde sub 2] nalaat aan de veroordeling te voldoen en machtiging van [onder bewind gestelde sub 1] dit vonnis zonodig zelf ten uitvoer te (doen) leggen, met behulp van de sterke arm van de politie en justitie;

  2. bepaalt dat [onder bewind gestelde sub 2] wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure.

3.2.

[onder bewind gestelde sub 1] legt aan haar vordering ten grondslag dat de situatie waarin beide partijen in de woning verblijven niet langer mogelijk is. Volgens haar dient de in dit kader te maken belangenafweging, in het bijzonder de omstandigheid dat [dochter van de onder bewind gestelden] haar hoofdverblijfplaats bij [onder bewind gestelde sub 1] heeft, in haar voordeel uit te vallen.

3.3.

[onder bewind gestelde sub 2] betwist dat er sprake is van een spoedeisend belang. [onder bewind gestelde sub 2] voert verder aan dat hij zelf geen ander onderdak heeft, terwijl [onder bewind gestelde sub 1] en [dochter van de onder bewind gestelden] bij haar zus terecht kunnen waar zij zo lang mogen blijven als zij willen. Ook heeft [onder bewind gestelde sub 1] zijn voorstel om gezamenlijk in de woning te blijven met afspraken over het gebruik van de woning zonder legitieme reden afgewezen. [onder bewind gestelde sub 1] komt bovendien als alleenstaande vrouw met de dagelijkse zorg over een minderjarig kind (als de vordering wordt afgewezen) in aanmerking voor een urgentieverklaring, terwijl hij daarvoor niet in aanmerking komt. [onder bewind gestelde sub 2] is daardoor aangewezen op de particuliere verhuurmarkt, waarvan de huurprijzen voor hem niet op te brengen zijn of waar weerstand bestaat tegen de betrokkenheid van een bewindvoerder.

4 De vordering en het verweer in voorwaardelijke reconventie

5 De beoordeling van het geschil in conventie en in reconventie

6 De beslissing