Rechtbank Gelderland, 11-04-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:2061, AWB - 22 _ 478
Rechtbank Gelderland, 11-04-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:2061, AWB - 22 _ 478
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 11 april 2024
- Datum publicatie
- 15 april 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2024:2061
- Zaaknummer
- AWB - 22 _ 478
Inhoudsindicatie
Weigering intrekking natuurvergunning. De rechtbank oordeelt dat aan de natuurvergunning een passende beoordeling ten grondslag ligt. Dat eisers het niet eens zijn met de inhoud van deze passende beoordeling en de juistheid daarvan betwisten, kan niet aan bod komen. Het college was niet bevoegd om de natuurvergunning op grond van artikel 5.4, eerste lid, onder c, van de Wnb (strijd met wettelijk voorschrift) in te trekken.
Voor wat betreft de intrekkingsgrondslag uit artikel 5.4, tweede lid, Wnb (passende maatregelen) heeft het college onvoldoende gemotiveerd dat met de aangegeven maatregelen uitvoering wordt of zal worden gegeven aan de noodzakelijke daling van stikstofdepositie in het Natura 2000 gebied Willinks Weust binnen een afzienbare termijn.
Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 22/478
uitspraak van de meervoudige kamer van
in de zaak tussen
[eiser 1] , uit [plaats 1] ,
[eiser 2] en [eiser 3],
eisers
(gemachtigde: mr. drs. H.M. Zwetsloot),
en
het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, het college
(gemachtigden: mr. M.L. van Kalsbeek en [persoon A] )
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [derde-partij] uit [plaats 2] (vergunninghouder)
(gemachtigde: mr. E.C. Berkouwer)