Rechtbank Gelderland, 11-04-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:2126, AWB 24/1700 en AWB 24/1710
Rechtbank Gelderland, 11-04-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:2126, AWB 24/1700 en AWB 24/1710
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 11 april 2024
- Datum publicatie
- 11 april 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2024:2126
- Zaaknummer
- AWB 24/1700 en AWB 24/1710
Inhoudsindicatie
Verzoeken om voorlopige voorziening over de opvang van 276 asielzoekers in het Fletcher Hotel in Epe voor zes maanden. Op de verzoeken is de Omgevingswet van toepassing. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken afgewezen omdat de gronden van verzoekers geen redelijke kans van slagen hebben. Anders dan verzoekers stellen, heeft het college namelijk in redelijkheid kunnen besluiten dat sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties en dat voldoende aan participatie is gedaan.
Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummers: ARN 24/1700 en 24/1710
uitspraak van de voorzieningenrechter van
in de zaken tussen
1. [verzoeker] en 67 anderenallen uit Epe, hierna: verzoekers 1
(gemachtigden: mr. S.H.J. Buitenkamp en mr. M. Sakarya) en;
2. [verzoekers] ., beide uit Epe, hierna: verzoekers 2
(gemachtigde: [naam] ),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Epe
(gemachtigde: mr. J.H. Meijer).
Als derde-partij neemt aan de zaken deel: het Centraal Orgaan opvang asielzoekers uit [plaats] (het COA)
(gemachtigde: mr. D.S.P. Roelands-Fransen).
Inleiding
1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op de verzoeken om voorlopige voorzieningen tegen de door het college aan het COA verleende omgevingsvergunning voor het opvangen van maximaal 276 asielzoekers in het Fletcher Hotel-Restaurant [plaats] (hierna: het Fletcher Hotel) voor de duur van 6 maanden.
Bij besluit van 20 maart 2024 heeft het college deze omgevingsvergunning verleend en bij besluit van 26 maart 2024 heeft het college aan de vergunning een nader voorschrift verbonden. Verzoekers 1 en verzoekers 2 hebben tegen de omgevingsvergunning afzonderlijk bezwaar gemaakt. Daarnaast hebben zij de voorzieningenrechter (in afzonderlijke verzoekschriften) verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.1
Het college heeft op de verzoeken gereageerd met een verweerschrift. Het COA heeft ook schriftelijk gereageerd.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 28 maart 2024 op zitting behandeld. Namens verzoekers 1 hebben de gemachtigden en een aantal omwonenden deelgenomen aan de zitting. Verzoekers 2 hebben zich op zitting laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde, maar zijn zelf niet verschenen. Namens het college zijn, naast de gemachtigde, [naam] , [naam] , [naam] , [naam] en [naam] verschenen. Namens het COA hebben de gemachtigde, mr. R. van Duffelen en [naam] deelgenomen aan de zitting.