Home

Rechtbank Gelderland, 20-08-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:5907, 435527

Rechtbank Gelderland, 20-08-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:5907, 435527

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
20 augustus 2024
Datum publicatie
13 september 2024
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2024:5907
Zaaknummer
435527

Inhoudsindicatie

Onvoldoende spoedeisend belang bij veroordeling (half-)broer mee te werken aan een DNA-onderzoek om aan te tonen dat broer en (half-)zus dezelfde vader hebben. Al heel lang bekend wie de biologische vader van eiseres is, ook na overlijden (stief-)ouders geen actie ondernomen. vordering in erfrechtzaak levert geen spoed want gering belang en zaak geschikt.

Uitspraak

Civiel recht

Zittingsplaats Zutphen

Zaaknummer: C/05/435527 / KZ ZA 24-70

Vonnis in kort geding van 20 augustus 2024

in de zaak van

[eiseres] ,

te [woonplaats] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [eiseres] ,

advocaat: mr. R.H. van de Beeten,

tegen

[gedaagde] ,

te [woonplaats] ,

gedaagde partij,

hierna te noemen: [gedaagde] ,

advocaat: mr. R. Plieger (onttrokken).

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling van 16 mei 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnotities van [gedaagde]
- de aanhouding ten behoeve van partijen

- de brief van mr. van de Beeten van 24 juni 2024 aan de rechtbank

- het bericht van de griffier aan mr. Plieger

- de mededeling van mr. Plieger van 8 juli 2024 dat hij zich aan de zaak heeft onttrokken

- het op 9 juli 2024 door [gedaagde] ingediende verzoek tot wraking

- de beschikking van de wrakingskamer van 12 augustus 2024 waarmee het wrakingsverzoek is afgewezen.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Partijen zijn kinderen van [naam 1] , hierna ook te noemen moeder.

2.2.

Moeder is in eerste echt getrouwd geweest met [naam 2] , hierna ook [naam 2] of [naam 2] . Uit dat huwelijk zijn tijdens het leven van [naam 2] twee kinderen geboren, [naam 3] op [geboortedatum] en [naam 4] op [geboortedatum] . [naam 2] is op [datum overlijden] overleden. [eiseres] werd zeven dagen later geboren.

Volgens de registers van de burgerlijke stand zijn [naam 3] , [naam 4] en [eiseres] geboren uit het huwelijk van moeder en [naam 2] .

2.3.

[naam 2] heeft niet bij leven over zijn nalatenschap beschikt. Partijen gaan ervan uit dat zijn kinderen aanspraak kunnen maken op hun kindsdeel.

2.4.

Moeder is op [trouwdatum] in tweede echt getrouwd met de jongere broer van [naam 2] , [naam 5] , hierna ook [naam 5] of [naam 5] . Uit dat tweede huwelijk is [gedaagde] geboren.

2.5.

[naam 5] is overleden op 1 mei 2010. In zijn testament van 18 april 1977 heeft hij moeder en [gedaagde] aangewezen als zijn erfgenamen en een ouderlijke boedelverdeling bevolen.

2.6.

Moeder is op 5 november 2020 overleden. In haar testament van eveneens 18 april 1977 heeft zij ook een ouderlijke boedelverdeling geboden, in die zin dat zij aan haar echtgenoot [naam 5] alles heeft toebedeeld. Aan ieder van haar vier kinderen, dus zowel uit haar huwelijk met [naam 2] als uit haar huwelijk met [naam 5] is een overbedelingsvordering in contanten op [naam 5] toebedeeld.

2.7.

[gedaagde] heeft bij dagvaarding van 29 december 2023 voor deze rechtbank een procedure aanhangig gemaakt tegen [naam 3] , [naam 4] en [eiseres] . Daarin heeft hij gevorderd dat de rechtbank de verdeling van de nalatenschap van moeder vast stelt en bepaalt dat aan hem een bedrag van € 7.036,16 toekomt in verband met de vordering die hij op moeder heeft uit de nalatenschap van zijn vader [naam 5] .

[naam 3] , [naam 4] en [eiseres] hebben verweer gevoerd. In reconventie is voorwaardelijk, namelijk als aan [gedaagde] een aanspraak uit hoofde van de legitieme regeling wordt toegekend, gevorderd dat de rechtbank voor recht verklaart dat [eiseres] als dochter van wijlen [naam 5] aanspraak heeft op een legitieme portie en uit dien hoofde dus ook een vordering heeft op moeder, die betrokken moet worden bij de verdeling van haar nalatenschap.

3 Het geschil

3.1.

[eiseres] vordert - samengevat - dat [gedaagde] op straffe van verbeurte van een dwangsom wordt veroordeeld tot het afstaan van lichaamsmateriaal voor het afstammingsonderzoek naar haar biologische vader.

3.2.

Zij legt aan haar vordering ten grondslag dat zij reden heeft om te vermoeden dat zij niet de biologische dochter van [naam 2] is maar van [naam 5] . Zij heeft er een emotioneel en een financieel belang bij dat in rechte te laten vaststellen. Als dochter van [naam 5] kan zij aanspraak maken op in ieder geval de legitieme portie in diens nalatenschap. Om in rechte het vaderschap van [naam 5] te laten vaststellen moet zij kunnen bewijzen dat [naam 5] haar biologische vader was, waarvoor de medewerking van [gedaagde] aan een DNA-onderzoek noodzakelijk is. Vergelijking van het DNA van [gedaagde] met haar DNA zal afdoende bewijs leveren van haar stelling dat de vader van [gedaagde] ook haar vader was. Daarbij komt dat zij, naarmate zij ouder is geworden, sterker de behoefte voelt om optimale duidelijkheid te krijgen over haar afkomst. Omdat [gedaagde] niet bereid is aan zo’n onderzoek mee te werken, heeft zij recht op en belang bij de gevorderde voorziening, aldus [eiseres] .

3.3.

[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] .

3.4.

Hij voert aan dat [eiseres] niet aannemelijk heeft gemaakt dat [naam 5] haar biologische vader is. Het feit dat zij nooit eerder aanleiding heeft gezien actie te ondernemen, valt niet te rijmen met het door haar gestelde emotionele belang om te weten wie haar vader is. [eiseres] is pas in actie gekomen nadat [gedaagde] een procedure is gestart waarin hij heeft gevorderd dat zijn erfdeel uit de nalatenschap van zijn vader [naam 5] wordt voldaan uit de nalatenschap van de moeder van partijen. Haar financieel belang bij haar tegenvordering in die procedure is gering en rechtvaardigt niet een inbreuk op zijn lichamelijke integriteit, aldus [gedaagde] .

3.5.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing