Rechtbank Gelderland, 01-11-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:7515, 11313675
Rechtbank Gelderland, 01-11-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:7515, 11313675
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 1 november 2024
- Datum publicatie
- 29 november 2024
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2024:7515
- Zaaknummer
- 11313675
Inhoudsindicatie
Arbeidsrecht. Tussen werkgever en werknemer vindt een gesprek plaats waarin werkgever aangeeft dat zij de arbeidsovereenkomst wil beëindigen. Werknemer zet daarna een groot aantal privacy- en concurrentiegevoelige bedrijfsbestanden op de eigen computer. Ook neemt werknemer ongevraagd telefonische gesprekken met collega's op. Handelt de werknemer verwijtbaar of zelfs ernstig verwijtbaar? Moet hij een boete aan de werkgever betalen?
Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Nijmegen
Zaaknummer / rekestnummer: 11313675 \ HA VERZ 24-56
Beschikking van 1 november 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KEGRO MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Groesbeek ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: Kegro ,
gemachtigde: mr. S.A.A. Labee (Van Diepen Van der Kroef Advocaten)
tegen
[verweerder] ,
wonende te [plaats] ,
verwerende partij,
hierna te noemen: [verweerder] ,
gemachtigde: mr. M. Simons (Smeulders & Simons Advocaten)
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift inclusief producties 1 t/m 10;
- het verweerschrift met een voorwaardelijk tegenverzoek inclusief producties 1 t/m 5;
- productie 6 van [verweerder] ;
- de mondelinge behandeling van 11 oktober 2024, waarbij deze zaak en het kort geding (11295777 / 24-47, waarin [verweerder] wedertewerkstelling heeft gevorderd) gelijktijdig inhoudelijk zijn besproken. De gemachtigde van Kegro heeft spreekaantekeningen voorgedragen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling aan de orde is gekomen.
Vervolgens is beschikking bepaald.
2 De feiten
[verweerder] , geboren op [datum] , is sinds 1 september 2015 in dienst bij Kegro , laatstelijk in de functie van commercieel directeur tegen een salaris van € 8.764,30 bruto per maand.
In de arbeidsovereenkomst is onder meer bepaald:
Artikel 12 Elektronische Communicatiemiddelen/Eigendommen Werkgever
(..)
12.2
Alle zaken (daaronder begrepen (kopieën van) schriftelijke stukken), geautomatiseerde bestanden en andere dragers van gegevens welke Werknemer (..) gedurende de looptijd van de arbeidsovereenkomst onder zich krijgt, zijn en blijven eigendom van Werkgever (..). Het is Werknemer verboden deze zaken (..) in particulier bezit te hebben of te houden, tenzij dit voor de uitoefening van zijn werkzaamheden voor Werkgever is vereist. (..)
Artikel 16 Concurrentiebeding
16.1
Gedurende één jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst - indien op verzoek van werknemer de arbeidsovereenkomst tot een einde is gekomen – zal het Werknemer zonder schriftelijke toestemming van Werkgever, niet zijn toegestaan om: (..)
Artikel 17 Boetebeding
17.1
Ingeval van overtreding van het in de artikel 11 t/m 16 bepaalde verbeurt Werknemer aan Werkgever terstond en zonder nadere ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst een opeisbare boete van EUR 50.000,- per overtreding, te vermeerderen met EUR 2.500,- voor iedere dag dat de overtreding voortduurt. (..)
Op 17 juli 2024 heeft Kegro tijdens een gesprek met [verweerder] aangegeven dat zij ontevreden is over het functioneren van [verweerder] en dat zij daarom voornemens is de arbeidsovereenkomst te beëindigen. [verweerder] is kort na het gesprek naar huis gegaan.
Kegro heeft diezelfde dag per e-mail een voorstel ter beëindiging van het dienstverband aan [verweerder] gestuurd. [verweerder] heeft hierop gereageerd dat hij juridisch advies wil inwinnen alvorens op het voorstel te reageren.
Op 22 juli 2024 heeft Kegro een veiligheidsmelding van Microsoft ontvangen met betrekking tot verdachte activiteiten op het account van [verweerder] . Bij e-mail van 25 juli 2024 heeft Kegro [verweerder] hiervan op de hoogte gesteld en gevraagd of hij deze activiteiten herkende. In de mail staat, voor zover hier van belang:
‘(..)
Overigens hebben wij een melding vanuit Microsoft ontvangen dat er verdachte activiteiten zijn gesignaleerd op je account. Er is een grote hoeveelheid aan bestanden gecomprimeerd tot een zip-file, vervolgens verplaatst en daarna verwijderd uit de originele locatie. Volgens Microsoft kan dit een teken zijn dat je account is gehackt en adviseert ons je account te blokkeren. Dit gaan we veiligheidshalve ook zo doen. Zijn deze activiteiten herkenbaar voor jou? (..)’
Bij brief van 29 juli 2024 heeft de gemachtigde van [verweerder] (enkel) op het aanbod van Kegro van 17 juli 2024 gereageerd en heeft daarbij een tegenvoorstel gedaan.
Bij e-mail van 31 juli 2024 heeft Kegro het tegenvoorstel afgewezen en daarnaast [verweerder] gesommeerd uiterlijk 2 augustus te reageren op de veiligheidsmelding van Microsoft.
In de brief staat, voor zover hier van belang:
‘(..)
Wij vinden het daarbij vreemd dat we geen antwoord hebben gekregen op onze vraag om een reactie op de grote hoeveelheid data die via jouw account is verplaatst. Het onderzoek is nog gaande, maar inmiddels is al wel duidelijk dat het niet om een hack gaat: kort na ons gesprek op 17 juli zijn er via jouw account bestanden met bedrijfsgevoelige informatie gecomprimeerd en geëxporteerd. (..)’
De gemachtigde van [verweerder] heeft hierop gereageerd bij e-mail van 2 augustus 2024, met daarin onder meer:
‘(..)
Cliënt heeft na uw zeer onverwachte aankondiging dat u de samenwerking wilde beëindigen om voor u moverende redenen getracht om te bekijken wat hiervan de reden kon zijn. Dit heeft hij gedaan door bestanden te downloaden op zijn eigen computer omdat hij hierop makkelijker kon kijken. De informatie is uiteraard ook niet gedeeld met derden en na het onderzoek van cliënt direct verwijderd. De andere reden om bestanden te downloaden was dat er een gegronde vrees was dat hij niet meer in zijn werkomgeving zou worden toegelaten omdat cliënt tevens diezelfde middag naar huis is gestuurd. Indien dit zou gebeuren had cliënt nimmer kunnen aantonen dat er geen sprake is van disfunctioneren aan de zijde van cliënt.
(..)
Conclusie is dat cliënt de bestanden heeft gedownload en een aantal werkbestanden van cliënt zelf heeft verwijderd. Cliënt heeft hier geen enkele kwade bedoeling bij gehad, hij heeft enkel willen vaststellen wat de reden van de ontevredenheid was, hetgeen tot op heden onduidelijk is. Cliënt is bekend met het geheimhoudingsbeding en zal deze uiteraard nakomen. (..)’
Op 23 augustus 2024 heeft Kegro [verweerder] vrijgesteld van werk.
De gemachtigden van partijen hebben geprobeerd tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te komen, echter zonder resultaat.
Kegro heeft vervolgens bij e-mail van 2 september 2024 [verweerder] gesommeerd uiterlijk 6 september 2024 een boete van € 50.000,- te betalen en de leaseauto uiterlijk 4 september 2024 in te leveren. [verweerder] heeft de boete niet betaald. De leaseauto is tijdig ingeleverd.
3 Het verzoek en het verweer
Kegro verzoekt de kantonrechter bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden met ingang van een zo spoedig mogelijke datum, wegens een redelijke grond ((ernstig) verwijtbaar handelen, verstoorde arbeidsverhouding, vertrouwensbreuk dan wel de combinatiegrond);
II. voor recht te verklaren dat [verweerder] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en aan hem geen transitievergoeding toekomt;
III. voor recht te verklaren dat het concurrentiebeding en het boetebeding uit de arbeidsovereenkomst gedurende één jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst blijven voortduren;
IV. [verweerder] te veroordelen een boete van € 50.000,- te betalen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 september 2024;
V. [verweerder] te veroordelen in de proceskosten, waaronder de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Kegro legt primair aan haar ontbindingsverzoek ten grondslag dat [verweerder] (ernstig) verwijtbaar heeft gehandeld omdat hij zeer bedrijfsgevoelige informatie (heimelijk) heeft ontvreemd, hij niet direct openheid over zijn handelen heeft gegeven en zijn verklaring daarover ondeugdelijk was. Daarnaast heeft [verweerder] niet de integriteit betracht dat van een commercieel directeur verwacht had mogen worden. Mede om die redenen is subsidiair sprake van verstoorde arbeidsrelatie, meer subsidiair van een vertrouwensbreuk en uiterst subsidiair een combinatie van voornoemde gronden en disfunctioneren door [verweerder] .
Daar [verweerder] bedrijfsgevoelige informatie heeft ontvreemd is hij op grond van artikel 12.2 van de arbeidsovereenkomst ook een boete verschuldigd van € 50.000,-. Voorts is hij op grond van artikel 16 van de arbeidsovereenkomst, na ontbinding van de arbeidsovereenkomst, gebonden aan een concurrentiebeding.
[verweerder] betwist – kort samengevat – dat sprake is van een redelijke ontbindingsgrond en verzoekt het ontbindingsverzoek af te wijzen.
Voor zover de arbeidsovereenkomst wel zou worden ontbonden, verzoekt [verweerder] aan hem een transitievergoeding toe te kennen van € 29.456,- en een billijke vergoeding van € 119.630,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum opeisbaarheid. Daarbij verzoekt [verweerder] bij het bepalen van de einddatum van de arbeidsovereenkomst rekening te houden met de geldende opzegtermijn zonder aftrek en Kegro te veroordelen in de proceskosten.
Op de standpunten van partijen in het verzoek en het voorwaardelijk tegenverzoek wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.