Rechtbank Gelderland, 02-01-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:212, 11369030
Rechtbank Gelderland, 02-01-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:212, 11369030
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 2 januari 2025
- Datum publicatie
- 31 januari 2025
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2025:212
- Zaaknummer
- 11369030
Inhoudsindicatie
ontbinding arbeidsovereenkomst vanwege duurzame verstoring in verband met gewijzigde (geloofs)visie op doopbediening die in de weg staat aan de uitoefening van het werk. Gewetensbezwaren?Toets aan Algemene Wet Gelijke Behandeling
Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Apeldoorn
Zaaknummer / rekestnummer: 11369030 \ HA VERZ 24-80
Beschikking van 2 januari 2025
in de zaak van
[verzoeker] ,
te [vestigingsplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. J. Eerbeek,
tegen
[verweerder] ,
te [woonplaats] ,
verwerende partij,
hierna te noemen: [verweerder] ,
procederend in persoon.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift
- het verweerschrift
- de mondelinge behandeling van 5 december 2024.
2 De feiten
[verweerder] , geboren [geboortedatum], is sinds 1 februari 2019 in dienst bij [verzoeker] als begeleider C, met een loon van € 3.606,00 bruto per maand.
[verzoeker] is een instelling voor gehandicaptenzorg, die zorg verleend aan cliënten uit de reformatorische achterban. [verzoeker] heeft een ‘Identiteitsprofiel’ vastgesteld. Hierin is onder meer te lezen:‘Het identiteitsprofiel beschrijft kort de grondslag van stichting [verzoeker] , haar mens- en zorgvisie en hoe de identiteit gestalte krijgt in het dagelijks leven. Van de medewerkers, stagiairs en vrijwilligers wordt gevraagd dat zij zich naar dit identiteitsprofiel gedragen. Een Bijbels gegrond en duidelijk identiteitsprofiel voor waarde(n)volle zorg en begeleiding!(...) Gebaseerd op de Bijbel (Statenvertaling) en de drie belijdenisgeschriften: de zogenoemde Drie Formulieren van Enigheid. De Bijbel heeft hierbij absoluut en bindend gezag. (...) Identiteit als kern van de missie. (...) Van de medewerkers, stagiaires en vrijwilligers verwachten wij een optimale en inhoudelijk betrokken identiteitsgebonden inzet op deze kerntaak. (...)’
[verzoeker] verlangt van de (ouders van) cliënten en haar medewerkers dat zij deze grondslag ten volle onderschrijven. [verzoeker] hanteert als beleid dat haar medewerkers aangesloten zijn bij één van de kerkgenootschappen die de Statenvertaling van de Bijbel gebruiken en de drie Formulieren van Enigheid (hierna: de Formulieren) onderschrijven. In het sollicitatieproces is dit een wezenlijk onderwerp van gesprek, waarbij onder andere vragen aan de orde komen als ‘hoe draag je de identiteit uit naar cliënten, collega’s en team?’. Een werknemer moet bij aanvang van het dienstverband deze grondslag (fysiek) onderschrijven.[verweerder] heeft bij aanvang van zijn dienstverband de grondslag onderschreven.
Tot de werkzaamheden van een begeleider C behoort onder andere het geven van huisgodsdienst. [verzoeker] hanteert daarvoor een methode voor Bijbelonderwijs die past bij haar identiteit.
[verweerder] heeft in de afgelopen jaren een gewijzigde overtuiging ontwikkeld waar het betreft de christelijke visie op de doop. Hij heeft zich aangesloten bij een kerkgenootschap waar de kinderdoop wordt afgewezen en de volwassendoop of geloofsdoop wordt bediend. Hij acht de gedeeltes uit de Formulieren die de kinderdoop als juist voorstaan, in strijd met de Bijbel en kan deze dus niet langer onderschrijven.
3 Het verzoek en het verweer
[verzoeker] verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden vanwege de f-grond, althans de g-grond, h-grond of i-grond, als bedoeld in artikel 7:699 lid 3 BW, op de kortst mogelijke termijn. [verzoeker] heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd – kort weergegeven – dat de gewijzigde visie van [verweerder] op een belangrijk thema uit het geloofsleven, namelijk de visie op de kinderdoop, maakt dat hij niet langer de grondslag en identiteit van [verzoeker] ten volle onderschrijft. Hij kan zijn functie daardoor niet volledig uitvoeren zonder gewetensbezwaren. [verzoeker] heeft, als instelling op levensbeschouwelijke grondslag, het recht van haar medewerkers te verlangen dat deze haar grondslag ten volle onderschrijven, uitdragen en daarnaar handelen. Het is voor haar onmogelijk en onwenselijk om voor [verweerder] een uitzondering te maken, hoewel hij het zorginhoudelijk werk goed verricht. Subsidiair heeft [verzoeker] aan het verzoek ten grondslag gelegd dat de arbeidsverhouding ernstig en duurzaam verstoord is geraakt, zodat van haar in redelijkheid niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Meer subsidiair is een beroep gedaan op de h- en i- gronden van artikel 7:699 lid 3 BW.
[verweerder] verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. [verweerder] voert aan – samengevat – dat zijn gewijzigde visie op de doop niet in de weg staat aan de uitvoering van zijn werkzaamheden. Hij kan de grondslag en visie van [verzoeker] nog steeds ten volle onderschrijven en daarnaar handelen, met uitzondering van dit onderdeel. Dit is echter tijdens de dagelijkse werkzaamheden niet of nauwelijks aan de orde. [verweerder] zal niet uit zichzelf over dit onderwerp of zijn gewijzigde visie met collega’s of cliënten spreken. Het onderwerp ‘doop’ is geen hoofdzaak in de grondslag, maar een bijzaak. [verzoeker] stelt ten onrechte dat dit voor haar zwaar weegt, want zij accepteert ook uitzendkrachten met allerlei geloofsachtergronden, ook voor dezelfde werkzaamheden als die van [verweerder] .