Home

Rechtbank Gelderland, 26-03-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:2375, 11336603

Rechtbank Gelderland, 26-03-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:2375, 11336603

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
26 maart 2025
Datum publicatie
2 april 2025
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2025:2375
Zaaknummer
11336603

Inhoudsindicatie

Werkgever en zieke werknemer hebben afspraken gemaakt over het einde van de arbeidsovereenkomst. Uitleg afspraken in vaststellingsovereenkomst en side letter over de loonbetalingsverplichting. Bonus onderdeel van het vakantieloon van 7:641 BW; referteperiode

Uitspraak

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Zutphen

Zaaknummer: 11336603 \ CV EXPL 24-2764

Vonnis van 26 maart 2025

in de zaak van

[eiseres] ,

te [woonplaats] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [eiseres] ,

gemachtigde: mr. T.J. Vlot,

tegen

[gedaagde] ,

te [vestigingsplaats] ,

gedaagde partij,

hierna te noemen: [gedaagde] ,

gemachtigde: mr. G.M. Hissink.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 4 december 2024

- de mondelinge behandeling van 31 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Op 1 oktober 2018 is [eiseres] op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst getreden bij [gedaagde] in de functie van Marketing Director. Het laatst verdiende loon van [eiseres] was € 11.343,42 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige vergoedingen.

2.2.

Op 17 november 2022 heeft [gedaagde] aan [eiseres] laten weten dat zij de arbeidsovereenkomst met [eiseres] wilde beëindigen. Partijen hebben daarover onderhandelingen gevoerd.

2.3.

Op 4 januari 2023 heeft [eiseres] zich ziek gemeld.

2.4.

In de periode van april 2023 tot 21 juli 2023 hebben partijen een mediationtraject doorlopen. De mediation is niet succesvol afgerond.

2.5.

In 2023 heeft [gedaagde] een reorganisatie doorgevoerd, ten gevolge waarvan de functie van Marketing Director, zoals [eiseres] deze vervulde, is komen te vervallen.

2.6.

Op 6 november 2023 is [eiseres] door de bedrijfsarts gezien. Deze heeft geconstateerd dat [eiseres] nog steeds volledig arbeidsongeschikt is en dat zij niet zal herstellen zolang het conflict met [gedaagde] niet wordt opgelost.

2.7.

Op 4 december 2023 heeft [gedaagde] een side-letter aan [eiseres] gestuurd. Deze is door de advocaat van [eiseres] namens haar voor akkoord ondertekend. In deze side letter is onder meer het volgende te lezen:

Finally, you are currently still incapacitated for work and on sick leave. Part of our agreements is that you focus on your recovery in the coming period. Now we settled to an agreement, no further visits to the company doctor are necessary. In the week of 27th of May you report by e-mail to (...) that you have recovered as of June 1, 2024. Also, you also maintain that you have recovered as much as possible until 4 weeks after the end of your employment. In connection with your recovery notification per Juni 1, 2024, you will receive your full salary again for this period until the end date of July 1, 2024.

2.8.

In december 2023 hebben partijen een akkoord bereikt over de (voorwaarden voor) beëindiging van de arbeidsovereenkomst. In de vaststellingsovereenkomst die partijen hebben gesloten - en op 11 december 2023 door [gedaagde] en op 12 december 2023 door [eiseres] is ondertekend - is onder meer het volgende bepaald:

1 TERMINATION OF EMPLOYMENT BY MUTUAL CONSENT

1.1

Termination Date. The Employment Agreement will end with mutual consent effective 1 July 2024 with due observance of applicable notice period (the “Termination Date” ).

(...)

2. SEVERANCE PACKAGE – OTHER EMPLOYMENT BENEFITS- REFERENCE LETTER

2.1

Severance Package. In consideration for the promises and benefits made herein, [gedaagde] agrees to provide the following “Severance Package” (...):

a. Release from duties. As per Redundacy Date (kantonrechter: 1 september 2023) Employee shall be released from duties with due observance of article 1.2 of this Agreement (the “ Release Date ”) with entitlement to full pay, including holiday and car allowance (but excluding expense allowances, travel allowances, and other allowances related tot active duty and with the acceptance of any deductions related to sick leave) until Termination Date (the “ Release Period ”). During the Release Period, Employee is not allowed to perform any form of paid work.

(...)

4. FULL AND FINAL DISCHARGE

4.1

Released Parties. Employee accepts the terms and conditions laid down in this Agreement in full and final settlement of any claims and/or rights of action that she/he has or may have against [gedaagde] (...) and declares that she/he has no further right to any payments (including but not limited tot the statutory transition fee (‘transitievergoeding’)) or any other financial compensation in relation to the Employment Agreement and the termination thereof, which includes but is not limited to payments under any bonus or profit sharing scheme(...), grants or allowances, all unless explicitly agreed otherwise in this Agreement. To the extent that any such claim or right exists or may exist, Employee hereby irrevocably and unconditionally waives, releases, acquits, and forever discharges the Released Parties (kantonrechter: onder wie [gedaagde] ) from any such claims or rights.

4.2

Full & Final Discharge. In the negotiations, the Parties have had the opportunity to address all existing or potential rights, obligations and points of dispute. Except for the observance of the rights and obligations set forth in this Agreement, the Parties hereby grant each other full and final discharge with respect to the Employment Agreement, the termination thereof otherwise. (...)

2.9.

Op 4 januari 2024 heeft [eiseres] zich beter gemeld.

3 Het geschil

3.1.

[eiseres] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

Primair:

a. [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 13.168,24 bruto aan achterstallig loon over de periode februari tot en met mei 2024;

b. [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 9.095,70 bruto voor de uitbetaling van vakantie-uren zoals opgenomen in de vaststellingsovereenkomst;

c. [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van de wettelijke verhoging over de onder a. en b. gevorderde bedragen;

d. [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over de hiervoor onder a. tot en met c. genoemde bedragen;

e. [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van de bonussen over het jaar 2023 begroot op

€ 35.295,33 bruto en pro rata over het jaar 2024, begroot op € 17.647,67;

f. [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van de wettelijke verhoging over de gevorderde bonusbedragen;

g. [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over de hiervoor onder e. en f. genoemde bedragen;

Subsidiair (voor het geval de primaire vordering ten aanzien van de bonussen wordt afgewezen):

h. voor recht zal verklaren dat [eiseres] uit hoofde van haar dienstverband aanspraak heeft op toepassing van de geldende bonusregelingen over het jaar 2023 en over het haar 2024 tot het einde van het dienstverband;

i. [gedaagde] zal veroordelen tot overlegging van de in de jaren 2023 respectievelijk 2024 geldende bonusregelingen en alle voor berekening van de bonussen relevante financiële gegevens, voor zover reeds voorhanden over 2023 en 2024;

Zowel primair als subsidiair:

j. [gedaagde] zal veroordelen in de buitengerechtelijke incassokosten van € 829,79;

k. [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van de procedure, inclusief de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente;

l. zal bepalen dat genoemde bedrage en kosten worden voldaan binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente vanaf het moment van verschuldigdheid.

3.2.

[eiseres] legt aan haar vordering - samengevat - het volgende ten grondslag. [eiseres] heeft zich op 4 januari 2024 beter gemeld. Zij heeft tot het einde van de arbeidsovereenkomst op 1 juli 2024 recht op 100% loon, ondanks haar vrijstelling tot het verrichten van de overeengekomen arbeid. [gedaagde] heeft haar over de periode van februari tot en met mei 2024 slechts 70% van het overeengekomen loon betaald.

[eiseres] heeft nog recht op uitbetaling van 290 niet genoten vakantie-uren. Volgens [eiseres] heeft [gedaagde] deze uren tegen een laag uurtarief uitbetaald. Bij de berekening van het uurtarief moeten ook de vakantietoeslag van 8%, de auto-vergoeding en de bonus worden betrokken. Het uurtarief komt dan op een bedrag van € 96,81 bruto, in plaats van

€ 65,45 waarmee [gedaagde] gerekend heeft.

De bonus maakt volgens [eiseres] deel uit van haar arbeidsvoorwaarden. [gedaagde] heeft voor 2020 en 2021 een ‘bonus agreement’ gesloten met haar werknemers. [gedaagde] heeft ten aanzien van 2023 aangekondigd dat er een nieuw bonusplan zal worden gehanteerd, maar heeft dat bonusplan nooit aan [eiseres] bekend gemaakt. [eiseres] heeft de haar toekomende bonus berekend aan de hand van de gemiddelde bonus de zij heeft ontvangen over de jaren 2019, 2020 en 2021. Als wordt geoordeeld dat de bonus niet aan haar kan worden betaald, vordert [eiseres] op grond van artikel 7:655 lid 1 sub h BW een verklaring voor recht dat zij aanspraak heeft op een bonus over 2023 en 2024 en dat [gedaagde] gehouden is de geldende bonusregelingen voor die jaren aan haar over te leggen.

Omdat [gedaagde] in gebreke blijft met het betalen van de gevorderde bedragen, is [gedaagde] de wettelijke verhoging en de wettelijke rente verschuldigd.

3.3.

[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres] in de kosten van deze procedure.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing