Rechtbank Gelderland, 27-06-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:5088, 11413641
Rechtbank Gelderland, 27-06-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:5088, 11413641
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 27 juni 2025
- Datum publicatie
- 4 juli 2025
- ECLI
- ECLI:NL:RBGEL:2025:5088
- Zaaknummer
- 11413641
Inhoudsindicatie
Schending overnamebepaling inleenovereenkomst. Eiser vordert daarom een overnamevergoeding op grond van de algemene voorwaarden. Gedaagde betwist dat de vergoeding een redelijke vergoeding is in de zin van artikel 9a lid 2 Waadi. Vordering eiser wordt afgewezen omdat er geen sprake is van een redelijke vergoeding in de zin van artikel 9a lid 2 Waadi.
Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Nijmegen
Zaaknummer: 11413641 \ CV EXPL 24-3601
Vonnis van 27 juni 2025
in de zaak van
FLEX@WORK B.V.,
te Valkenswaard,
eisende partij,
hierna te noemen: Flex@Work,
gemachtigde: mr. E.J.A. Cuijten,
tegen
[gedaagde] ,
te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. J.L.J.J. Nelissen.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 20 december 2024 en de daarin genoemde processtukken
- de producties 13 tot en met 16 van Flex@Work
- de producties 7 tot en met 10 van [gedaagde]
- de mondelinge behandeling van 27 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Ondanks dat de producties van [gedaagde] niet binnen de daarvoor gestelde termijn zijn ingediend, heeft de kantonrechter deze in het kader van de waarheidsvinding wel geaccepteerd.
Hierna is bepaald dat een vonnis wordt uitgesproken.
2 De feiten
[gedaagde] is een bedrijf dat werkzaam is in de energienet-branche. Zij houdt zich bezig met het graven van sleuven en het leggen van kabels.
[bedrijf] (hierna: [bedrijf] ) is op 12 februari 2024 een inleenovereenkomst aangegaan met [gedaagde] . In de inleenovereenkomst hebben [bedrijf] en [gedaagde] afspraken gemaakt over de terbeschikkingstelling van uitzendkrachten vanuit [bedrijf] aan [gedaagde] . De dienstverlening van [bedrijf] aan [gedaagde] vindt plaats door bemiddeling van Flex@Work.
Op grond van artikel 7 van de inleenovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van [bedrijf] van toepassing verklaard op de inleenovereenkomst.
In artikel 6 van de inleenovereenkomst is bepaald dat het [gedaagde] vrij staat om een arbeidsverhouding aan te gaan met de uitzendkracht, nadat deze daadwerkelijk ten minste 1.040 uur ter beschikking is gesteld door [bedrijf] .
In artikel 20 van de algemene voorwaarden is, voor zover van belang, het volgende bepaald:
‘1. Onder het aangaan van een arbeidsverhouding verstaan we:
a. het aangaan van een arbeidsovereenkomst, aanneming van werk of een overeenkomst van opdracht; of
b. het inlenen van de betreffende uitzendkracht van een derde, zoals een andere uitzendonderneming. (...)
3. Opdrachtgever zal geen arbeidsverhouding met de uitzendkracht aangaan:
a. zolang de terbeschikkingstelling niet rechtsgeldig of conform de overeenkomst en deze algemene voorwaarden is geëindigd en/of
b. zolang de Uitkracht niet ten minste de overname-uren door ons ter beschikking is gesteld en het opdrachtgeverstarief volledig is betaald.
4. Opdrachtgever dient ons schriftelijk te informeren over het voornemen om met de uitzendkracht een arbeidsverhouding aan te gaan, voordat dit wordt uitgevoerd.
5 Bij niet-nakoming van de bovenstaande voorwaarden is opdrachtgever een vergoeding verschuldigd gelijk aan 35% van het opdrachtgeverstarief per uur maal de nog niet door de uitzendkracht gewerkte overname-uren.
6. De vergoeding is ook verschuldigd als een terbeschikkingstelling is geëindigd voordat de overname-uren zijn bereikt en binnen twaalf maanden na het eindigen daarvan een arbeidsverhouding wordt aangegaan.’
Op 13 maart 2024 is [bedrijf] , in de hoedanigheid van werkgever, een plaatsingsbevestiging overeengekomen met haar werknemer: [naam] (hierna: [naam] ). Op basis van deze plaatsingsbevestiging is [naam] , in de functie van grondwerker, geplaatst binnen het bedrijf van [gedaagde] .
[naam] heeft vanaf week 11 tot en met week 16 van 2024 werkzaamheden verricht voor [gedaagde] en in totaal 137 uren gewerkt op basis van de terbeschikkingstelling van [bedrijf] .
Op 2 mei 2024 is de terbeschikkingstelling van [naam] door [gedaagde] beëindigd.
[bedrijf] heeft [gedaagde] op 30 mei 2024 een factuur gestuurd voor een bedrag van € 11.855,62, maar [gedaagde] heeft het in rekening gebrachte bedrag niet voldaan.
[bedrijf] heeft haar vordering op 8 augustus 2024 overgedragen aan Flex@Work.
3 Het geschil
Flex@Work vordert, na vermindering van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 9.822,83, vermeerderd met rente en kosten.
Flex@Work legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] , zonder tussenkomst van [bedrijf] , een arbeidsverhouding met [naam] is aangegaan dan wel dat [naam] voor [gedaagde] is blijven werken of dat hij opnieuw voor [gedaagde] is gaan werken vanaf week 19 in 2024. Zij heeft daarbij een aantal foto’s overgelegd, waarop de heer [gedaagde] en [naam] samen te zien zijn. Op dat moment waren de overeengekomen overname-uren (1.040 uur) nog niet volledig door [naam] gewerkt. [naam] was op dat moment namelijk pas 137 uren beschikbaar gesteld door [bedrijf] aan [gedaagde] . [gedaagde] heeft de overnamebepaling van artikel 6 van de inleenovereenkomst en artikel 20 lid 4 en 6 van de algemene voorwaarden dan ook geschonden. Op grond van artikel 20 lid 5 van de algemene voorwaarden is [gedaagde] daarom een bedrag verschuldigd van 35 % van het opdrachtgeverstarief per uur (€ 31,08) maal de nog niet door [naam] gewerkte overname-uren (903 uren), wat neerkomt op een bedrag van € 9.822,83 exclusief btw. Omdat [gedaagde] het bedrag niet binnen de gestelde termijn heeft betaald, is hij ook de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten verschuldigd.
[gedaagde] voert verweer. Zij voert – kort samengevat – het volgende aan. Zij betwist dat zij, zonder tussenkomst van [bedrijf] , een arbeidsovereenkomst met [naam] is aangegaan. Voor zover de kantonrechter van oordeel is dat er wel sprake is van een arbeidsverhouding tussen haar en [naam] die bestreken wordt door de algemene voorwaarden, betwist zij dat de overnamevergoeding van € 9.822,63 een redelijke vergoeding is in de zin van artikel 9a lid 2 Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (hierna: Waadi).
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.