Home

Rechtbank Limburg, 11-04-2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:3352, 7410849 AZ VERZ 18-201

Rechtbank Limburg, 11-04-2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:3352, 7410849 AZ VERZ 18-201

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
11 april 2019
Datum publicatie
11 april 2019
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2019:3352
Formele relaties
Zaaknummer
7410849 AZ VERZ 18-201

Inhoudsindicatie

Werknemer is twee jaar ziek en is voor 50 % arbeidsongeschikt verklaard. Hij ontvangt voor dat percentage een WIA-uitkering. Voor de overige 50 % blijft werknemer in dienst en de arbeidsovereenkomst wordt dienovereenkomstig aangepast. Indachtig de Kolom-beschikking oordeelt de kantonrechter dat er sprake is van een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst en dat de werknemer aanspraak kan maken op de gedeeltelijke transitievergoeding. Het verzoek van de werknemer is echter ruim gedaan na de vervaltermijn als bedoeld in artikel 7:686a lid 4 sub b BW. De kantonrechter oordeelt echter dat het tegenwerpen van de vervaltermijn in dit geval niet redelijk en billijk is. Redengevend hiervoor is de omstandigheid dat zowel werkgever als werknemer er niet van uitgingen dat er sprake was van een beëindiging en in de parlementaire geschiedenis niet in deze situatie is voorzien. Ook mag de werkgever niet beter worden van deze situatie, waarbij de werknemer zich geconfronteerd ziet met een inkomensachteruitgang terwijl de werkgever op grond van de aanstaande Wet Compensatie Transitievergoeding grotendeels met terugwerkende kracht wordt gecompenseerd in hetgeen betaald moet worden aan transitievergoeding. Daarbij is mede de leeftijd van de werknemer en het langdurige dienstverband van belang.

Uitspraak

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Roermond

Zaaknummer: 7410849 \ AZ VERZ 18-201

Beschikking van de kantonrechter van 11 april 2019

in de zaak van:

[verzoekende partij] ,

wonend [adres verzoekende partij] ,

[woonplaats verzoekende partij] ,

werknemer

gemachtigde mr. M. Stroes,

verzoekende partij in het verzoek.

tegen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SAINT-GOBAIN ABRASIVES B.V.,

gevestigd te Born,

werkgever

gemachtigde mr. A.J.C. Theunissen,

verwerende partij in het verzoek.

Partijen zullen hierna [verzoekende partij] en Saint-Gobain worden genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het verzoekschrift d.d. 12 december 2018

-

het verweerschrift

-

de mondelinge behandeling d.d. 26 februari 2019

-

de schriftelijke reactie op het verweerschrift door [verzoekende partij] waarbij [verzoekende partij] zijn verzoek heeft vermeerderd

-

de pleitnota van Saint Gobain

-

de reactie van partijen d.d. 25 maart 2019 waarbij zij de kantonrechter hebben geïnformeerd dat geen minnelijke regeling tot stand is gekomen.

1.2.

Ten slotte is beschikking bepaald.

2 De feiten

2.1.

[verzoekende partij] , geboren op [geboortedag] 1955, is op 1 oktober 1981 bij Saint Gobain in dienst getreden en vervult thans de functie van medewerker financiële administratie tegen een loon van € 4.189,00 bruto per maand exclusief vakantiebijslag en overige emolumenten.

2.2.

Op 25 april 2015 is [verzoekende partij] wegens ziekte uitgevallen. Op 20 maart 2017 is door het UWV geoordeeld dat [verzoekende partij] in aanmerking komt voor een WIA-uitkering in de categorie 45-55%. [verzoekende partij] heeft met ingang van 25 april 2017 voor 50% zijn gebruikelijke werkzaamheden voor Saint Gobain verricht.

2.3.

Op 2 mei 2017 heeft Saint Gobain – voor zover thans van belang- de volgende brief aan [verzoekende partij] gestuurd:

“Langs deze weg bevestigen wij de aanpassing van je FTE factor per 25 april jongstleden naar 0,5 FTE. Dit, in verband met je gedeeltelijke WAO/WGA-uitkering die door UWV-Werkbedrijf bij brief d.d. 20 maart 2017 is vastgesteld in de categorie 45-55% met een uitkeringspercentage van 49,7% waarbij werkzaamheden kunnen worden verricht gedurende 20 uur per week.

(..)

Je salaris zal per genoemde datum gebaseerd zijn op 0,5 FTE en ook de overige arbeidsvoorwaarden zullen aangepast worden naar rato.

Deze brief is een aanvulling op je bestaande arbeidsovereenkomst en daarom verzoeken wij je om 1 exemplaar getekend aan ons te retourneren.

(..)”

2.4.

Bij e-mailbericht van 10 oktober 2018 heeft [verzoekende partij] aanspraak gemaakt op uitbetaling van een pro rata transitievergoeding. Aanleiding voor dit e-mailbericht is de op 14 september 2018 gegeven beschikking van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2018:1617, hierna de Kolom-beschikking).

3 Het verzoek

3.1.

[verzoekende partij] verzoekt bij beschikking en na wijziging van zijn verzoek, uitvoerbaar bij voorraad, Saint Gobain te veroordelen tot betaling van de gedeeltelijke transitievergoeding van € 40.500,00 bruto te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 oktober 2018 tot de dag der algehele voldoening en met veroordeling van Saint Gobain in de proceskosten.

3.2.

Saint Gobain voert verweer.

3.3.

Op de stelling van partijen wordt hierna, voor zover van belang nader ingegaan.

4 4. De beoordeling

5 De beslissing