Rechtbank Limburg, 24-07-2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:6880, 7775403/AZ/19-89 24072019
Rechtbank Limburg, 24-07-2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:6880, 7775403/AZ/19-89 24072019
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Limburg
- Datum uitspraak
- 24 juli 2019
- Datum publicatie
- 25 juli 2019
- ECLI
- ECLI:NL:RBLIM:2019:6880
- Zaaknummer
- 7775403/AZ/19-89 24072019
Inhoudsindicatie
Ontbinding arbeidsovereenkomst op h-grond. Werknemer wordt in ernstige mate gestalkt en bedreigd door vermoedelijk ex-partner. Bedreigingen richten zich naderhand ook tegen de werkgever. Werkgever wordt verweten werknemer te beschermen en hand boven het hoofd te houden. Bedreigingen ook gericht tegen directieleden en gezinsleden en raken de persoonlijke levenssfeer. Kantonrechter is van oordeel dat onder de gegeven omstandigheden van werkgever niet kan worden gevergd arbeidsovereenkomst nog langer in stand te laten. Voldragen h-grond.
Uitspraak
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 7775403 \ AZ VERZ 19-89
Beschikking van de kantonrechter van 24 juli 2019
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PLANBOUW SERVICES B.V.,
gevestigd te Sint Odiliënberg,
werkgever
gemachtigde mr. E.P.B. Moors,
verzoekende partij in het verzoek, verwerende partij in de (voorwaardelijk) zelfstandige verzoeken,
tegen:
[verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] ,
wonend [adres verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] ,
[woonplaats verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] ,
werknemer
gemachtigde mr. M. Kokx,
verwerende partij in het verzoekende partij in de zelfstandige (voorwaardelijk) verzoeken.
Partijen zullen hierna Planbouw en [verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] worden genoemd.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit het navolgende:
- -
-
het op 16 mei 2019 ingekomen verzoekschrift
- -
-
het verweerschrift van 12 juni 2019 tevens houdende de zelfstandige (voorwaardelijke) tegenverzoeken ex artikel 7:686a lid 3 BW jo 7:673 BW
- -
-
de nadere producties 22 tot en met 25 van Planbouw
- -
-
de mondelinge behandeling van 26 juni 2019
Ten slotte is beschikking bepaald.
2 De feiten
[verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] is op 23 november 2015 bij Planbouw in dienst getreden in de functie van Voorman Timmerman I tegen een bruto uurloon van thans € 17,75, exclusief vakantietoeslag en een voorliedentoeslag van € 250,05 bruto per maand. Het betreft een dienstverband voor onbepaalde tijd voor 40 uur per week.
Met ingang van 14 maart 2019 is [verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] arbeidsongeschikt wegens ziekte.
Partijen zijn op 15 maart 2019 een vaststellingsovereenkomst aangegaan, die echter door [verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] binnen de daarvoor geldende termijn van twee weken is herroepen.
[verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] wordt sinds december 2018 lastig gevallen door vermoedelijk een ex-partner. Zo ontvangt [verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] onder meer WhatsApp berichten, e-mails en brieven waarin hij beschuldigd wordt van mishandeling van vrouwen en verkrachting. Ook zijn er in de woonplaats van [verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] brieven met foto’s van [verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] verspreid, waarin [verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] wordt beschuldigd van pedofilie. [verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] heeft aangifte gedaan bij de politie.
Sedert enkele maanden wordt ook Planbouw lastig gevallen. De werkgever wordt bestookt met berichten die naar alle waarschijnlijkheid afkomstig zijn van dezelfde persoon/personen die de berichten naar [verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] stuurt/sturen. De berichten zijn gericht aan de directieleden van Planbouw, de heren [directielid A] en [directielid B] . Verder worden recensies op internet geplaatst waarin Planbouw zeer negatief wordt beoordeeld. Planbouw wordt in de recensies afgeschilderd als een bedrijf dat zeer slecht werk levert en onvriendelijk personeel in dienst heeft. Ook zijn teksten op de bedrijfsbus geschreven. Zodoende wordt de goede naam en eer van Planbouw aangetast. In de mails en WhatsApp berichten die Planbouw ontvangt, wordt haar onder meer het verwijt gemaakt dat zij [verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] in dienst houdt en hem daarmee beschermt. In mei 2019 heeft directeur [directielid B] een foto ontvangen met de afbeelding van een pistool en munitie.
3 Het geschil
Planbouw verzoekt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van het bepaalde in artikel 7:671b BW jo 7:669 lid 3 onderdeel h BW.
[verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] voert verweer tegen de gevraagde ontbinding en vordert – samengevat – bij wege van zelfstandig (voorwaardelijk) tegenverzoek primair afwijzing van het ontbindingsverzoek en subsidiair veroordeling van Planbouw tot betaling aan [verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] van:
-
de transitievergoeding ter hoogte van € 4.189,18;
-
al hetgeen [verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] bij wege van eindafrekening te vorderen heeft, inclusief 30 overuren;
Daarnaast vordert [verweerder in het verzoek, verzoeker in de zelfstandige verzoeken] dat Planbouw wordt veroordeeld om aan hem te verstrekken deugdelijke bruto/netto-specificaties waarin de hiervoor onder a en b genoemde betalingen zijn verwerkt, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom en afgifte van een
getuigschrift als ook veroordeling van Planbouw in de kosten van deze procedure als ook in de nakosten.
De kantonrechter zal hierna – voor zover van belang – nader ingaan op de wederzijdse stellingen van partijen.